Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juni 2003
gepubliceerd op 19 augustus 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, in uitvoering van het protocolakkoord van 29 juni 2001, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012454
pub.
19/08/2003
prom.
19/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/19/2003012454/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, in uitvoering van het protocolakkoord van 29 juni 2001, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, in uitvoering van het protocolakkoord van 29 juni 2001, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het hotelbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2001 Uitvoering van het protocolakkoord van 29 juni 2001, statuut van de syndicale afvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 58954/CO/302) Statuut van de syndicale afvaardiging HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, die gemiddeld 50 werknemers tewerkstellen.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemers" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werknemers.

Voor de berekening van het gemiddeld aantal werknemers, vermeld in het eerste lid, dient te worden verstaan onder "onderneming" : de juridische entiteit of de technische bedrijfseenheid zoals bepaald in de wetgeving betreffende de verkiezingen voor de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk.

Voor de berekening van het gemiddeld aantal werknemers, vermeld in het eerste lid, dient te worden verstaan onder "werknemer" : iedere persoon die verbonden is met de onderneming door een arbeids- of leerovereenkomst, alsook de uitzendkracht tenzij de werkgever kan aantonen dat hij een werknemer vervangt waarvan de arbeidsovereenkomst is geschorst.

Worden niet als "werknemer" beschouwd : - de werknemer die verbonden is door een vervangingsovereenkomst gesloten overeenkomstig de bepalingen van artikel 11ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978); - de werknemer die een werknemer met volledige loopbaanonderbreking vervangt in de zin van artikel 100 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985), namelijk die een werknemer vervangt die zijn beroepsloopbaan volledig onderbreekt.

Het gemiddeld aantal werknemers, vermeld in het eerste lid, wordt berekend : - door het aantal kalenderdagen waarop elke werknemer is ingeschreven in het personeelsregister, gedurende een periode van de vier trimesters die het trimester voorafgaan waarin de vraag tot oprichting van een syndicale afvaardiging is geschiedt zoals voorzien in artikel 7, 3e lid, van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst, te delen door 365; - wanneer het werkelijke uurrooster van een werknemer niet de 3/4 den bereikt van het uurrooster dat het zijne zou zijn geweest indien hij voltijds tewerkgesteld was, wordt het aantal kalenderdagen waarop hij in het personeelsregister ingeschreven werd, gedeeld door twee.

Onder "werkelijk uurrooster" dient niet verstaan te worden : de in de arbeidsovereenkomst voorziene uurregeling, maar de arbeidsduur die gewoonlijk door de werknemer wordt gepresteerd.

In geval van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst moet rekening worden gehouden met het arbeidsstelsel dat de schorsing voorafging. HOOFDSTUK II. - Algemene principes

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangegaan door de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, ter uitvoering van en overeenkomstig de op 24 mei 1971 in de Nationale Arbeidsraad tot stand gekomen collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen.

Zij bepaalt de essentiële principes betreffende de bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten van de syndicale afvaardigingen van het personeel voor de ondernemingen die van vermeld paritair comité afhangen.

Art. 3.De ondernemingshoofden erkennen dat de leden van hun personeel, die zijn aangesloten bij één de van ondertekende representatieve werknemersorganisaties, bij hen zijn vertegenwoordigd door een syndicale afvaardiging.

Art. 4.De werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een wettig gezag van de ondernemingshoofden en zij maken ervan een erepunt hun werk plichtsgetrouw uit te voeren.

De werkgevers eerbiedigen de waardigheid van de werknemers en zij maken ervan een erepunt hen met rechtvaardigheid te behandelen.

Zij verbinden zich ertoe hun vrijheid van vereniging en de vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming, direct of indirect, niet te hinderen.

Art. 5.De ondernemingshoofden verbinden zich ertoe geen enkele druk uit te oefenen op het personeel om hen te beletten bij een vakbond aan te sluiten en aan de niet-aangesloten werknemers geen andere voorrechten dan aan de aangesloten werknemers toe te kennen.

Art. 6.De representatieve werknemersorganisaties, evenals de syndicale afvaardigingen, verbinden zich ertoe hun aangeslotenen aan te bevelen hun werk gewetensvol uit te voeren, in alle omstandigheden blijk te geven van zin voor rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening, die bepalend zijn voor goede sociale verhoudingen in de onderneming, de praktijken van paritaire verhoudingen, die met de geest van deze collectieve arbeidsovereenkomst stroken, na te leven en de aktie van de directie van de onderneming en haar vertegenwoordigers van om het even welke rang, niet te belemmeren.

De werkgevers en de werknemers verbinden er zich eveneens toe de eerbiediging van de sociale wetgeving van de collectieve arbeidsovereenkomsten, alsmede van het arbeidsreglement, te verzekeren. HOOFDSTUK III. Instelling en samenstelling van de syndicale afvaardiging

Art. 7.Alleen de in artikel 2 bedoelde erkende representatieve werknemersorganisaties zijn gerechtigd om kandidaten voor te stellen voor aanwijzing van een syndicale afvaardiging.

Zij stellen zich onderling akkoord, eventueel door beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair comité, voor de aanwijzing, in de ondernemingen, van een gemeenschappelijke syndicale afvaardiging, rekening houdend met het aantal leden dat zij moet omvatten en van het aan iedere vertegenwoordigde organisatie toekomend aantal in verhouding tot het effectief van haar aangeslotenen in de onderneming; 20 pct. van het betrokken personeel van de onderneming moet aangesloten zijn.

De vraag tot oprichting van een syndicale afvaardiging moet schriftelijk worden ingediend bij het ondernemingshoofd door minstens een van de erkende representatieve werknemersorgansiaties.

De syndicale afgevaardigden worden voorgesteld, rekening houdend met het gezag waarover zij moeten beschikken bij de uitoefening van hun delicate functies en met hun bevoegdheid die een goede kennis van de onderneming en van de bedrijfstak omvat.

Het ondernemingshoofd mag zich steeds verzetten, uit hoofde van ernstige redenen, tegen de aanwezigheid of het behoud van een afgevaardigde.

In het eerste geval, laat het ondernemingshoofd aan de betrokken representatieve werknemersorganisaties de reden kennen van zijn verzet, en dit binnen de vijftien werkdagen die volgen op de mededeling van de voorgestelde lijst.

Ingeval tussen de partijen geen akkoord wordt bereikt, wordt de zaak aan het verzoeningscomité van het paritair comité voorgelegd, dat terzake beslist na de partijen, eventueel bijgestaan door hun raadgever, te hebben gehoord.

Art. 8.De syndicale afvaardiging is samengesteld uit effectieve afgevaardigden en uit plaatsvervangende afgevaardigden.

De plaatsvervangende afgevaardigden oefenen hun mandaat slechts uit ter vervanging van een effectief lid : 1° indien dit lid is belet wegens een onderbreking van zijn arbeidsovereenkomst;2° indien het effectief lid is overleden;3° indien het effectief lid de in artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde voorwaarden niet meer vervult;4° indien het mandaat van een effectief lid is vervallen.

Art. 9.Het aantal leden is als volgt vastgesteld : - in de ondernemingen die 50 tot 99 werknemers tewerkstellen : 3 effectieve afgevaardigden en 3 plaatsvervangende afgevaardigden waarvan minstens 1 behoort tot de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming; - in de ondernemingen die 100 tot 249 werknemers tewerkstellen : 5 effectieve afgevaardigden en 5 plaatsvervangende afgevaardigden waarvan minstens 2 behoren tot de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming; - in de ondernemingen die 250 en meer werknemers tewerkstellen : 7 effectieve afgevaardigden en 7 plaatsvervangende afgevaardigden waarvan minstens 3 behoren tot de ondernemingsraad of het comité voor preventie en bescherming.

In de ondernemingen waar gunstigere overeenkomsten bestaan betreffende het aantal afgevaardigden, blijven deze overeenkomsten behouden.

Art. 10.Indien het mandaat van een syndicale afgevaardigde een einde neemt, heeft de representatieve werknemersorganisatie waarbij deze afgevaardigde is aangesloten, het recht, bij ontstentenis van een plaatsvervangende afgevaardigde, een persoon aan te duiden die het mandaat zal voleindigen.

Art. 11.Bij de aanwijzing van de afgevaardigden, zorgen de representatieve werknemersorganisaties in de mate van het mogelijke ervoor dat de verschillende afdelingen van de onderneming en de bestaande personeels- of ploegencategorieën zijn vertegenwoordigd.

Art. 12.Om de functie van effectief of plaatsvervangend afgevaardigde te kunnen vervullen, moeten de werknemers voldoen aan de volgende voorwaarden : 1. van Belgische nationaliteit of een onderdaan van een lid-Staat van de Europese Economische Gemeenschap of houder van een arbeidsvergunning zijn;2. de leeftijd van ten volle achttien jaar hebben bereikt;3. sinds twaalf opeenvolgende maanden in de onderneming werken op het ogenblik van de aanwijzing;4. niet in opzegtermijn zijn;5. aangesloten zijn bij één van de representatieve werknemersorganisaties bedoeld in artikel 2. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging

Art. 13.De bevoegdheid van de syndicale afvaardiging heeft onder meer betrekking op : 1. de arbeidsverhoudingen;2. de onderhandelingen met het oog op het sluiten van de collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming, onverminderd de collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden gesloten op andere vlakken;3. de toepassing, in de onderneming van de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten, het arbeidsreglement en de individuele arbeidsovereenkomsten;4. het eerbiedigen van de algemene principes vastgesteld bij de artikelen 2 tot en met 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. De syndicale afvaardiging is echter niet bevoegd kwesties te behandelen die tot de bevoegdheid behoren van de paritaire organismen die op het vlak van de onderneming zijn of worden opgericht krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling en namelijk de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk.

De syndicale afvaardiging mag evenwel waken over de oprichting en de werking van deze organismen en over de toepassing van de beslissingen die deze voor de werknemers van de onderneming hebben genomen.

Art. 14.De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger te worden ontvangen, naar aanleiding van ieder geschil of betwisting van collectieve aard, die in de onderneming voorkomt.

Hetzelfde recht komt haar toe, wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen uit te breken.

Art. 15.Iedere individuele klacht wordt door de betrokken werknemer, op aanvraag bijgestaan door zijn syndicale afgevaardigde, langs de gewone hiërarchische weg voorgelegd.

De syndicale afvaardiging heeft het recht te worden ontvangen naar aanleiding van alle geschillen of betwistingen van individuele aard, die niet langs deze zijde konden worden opgelost.

Art. 16.Teneinde de geschillen of betwistingen bedoeld bij de artikelen 14 en 15 te voorkomen, moet de hele syndicale afvaardiging voorafgaandelijk door het ondernemingshoofd worden ingelicht over de veranderingen die de contractuele of gebruikelijke arbeids- en loonsvoorwaarden zouden kunnen wijzigen, met uitsluiting van de inlichtingen van individuele aard.

Zij worden namelijk ingelicht over de wijzigingen die voortspruiten uit de wet, de collectieve arbeidsovereenkomsten of de bepalingen van algemene aard, die in de individuele contracten voorkomen en in het bijzonder over de bepalingen die een weerslag hebben op de loonbedragen en de regels van de beroepsclassificatie.

Art. 17.Het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger ontvangt de syndicale afvaardiging ten laatste binnen de acht dagen die volgen op het indienen van de aanvraag. HOOFDSTUK V. - Statuut van de leden van de syndicale afvaardiging

Art. 18.De duur van het mandaat van de leden van de syndicale afvaardiging wordt vastgesteld op twee jaar. De mandaten zijn hernieuwbaar.

Indien de betrokken representatieve werknemersorganisatie haar voornemen tot wijziging niet binnen de veertien dagen na het verstrijken van het mandaat heeft meegedeeld, wordt het mandaat van de uittredende afgevaardigde stilzwijgend verlengd.

Art. 19.Het mandaat van de syndicale afvaardiging neemt een einde : a) na verloop van zijn arbeidsovereenkomst afgesloten voor bepaalde duur;b) na verloop van zijn arbeidsovereenkomst afgesloten voor een bepaald werk;c) bij de verbreking van de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werknemer met uitzondering van de verbreking van de arbeidsovereenkomst door de werknemer om een dringende reden in hoofde van de werkgever;d) bij het overlijden van de werknemer;e) door overmacht indien de gevolgen ervan een definitief karakter hebben;f) bij het akkoord van de werkgever en werknemer om de arbeidsovereenkomst te beëindigen;g) wanneer hij van zijn mandaat wordt ontheven door de representatieve werknemersorganisatie die hem heeft aangesteld.

Art. 20.Het mandaat van syndicaal afgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel noch tot speciale voordelen voor degene die het uitoefent.

De syndicale afgevaardigden genieten de normale promoties en bevorderingen van de categorie werknemers waartoe zij behoren.

Art. 21.De leden van de syndicale afvaardiging mogen niet worden afgedankt om redenen die verband houden met de normale uitoefening van hun mandaat en die stroken met deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De syndicale afgevaardigden genieten dezelfde bescherming als de leden van de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk.

De werkgever die overweegt een syndicale afgevaardigde af te danken, dringende reden uitgezonderd, moet hiervan de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk in kennis stellen, evenals de representatieve werknemersorganisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft ingediend.

Deze kennisgeving moet worden betekend per aangetekend schrijven en wordt van kracht op de derde dag na haar verzending.

De betrokken representatieve werknemersorganisatie beschikt over een termijn van 7 dagen om zijn gemotiveerde weigering voor de erkenning van de geldigheid van het voorgenomen ontslag te betekenen. Deze betekening gebeurt bij een ter post aangetekend schrijven; de periode van 7 dagen neemt een aanvang de dag dat het schrijven toegezonden door de werkgever van kracht wordt.

Het uitblijven van reactie vanwege de betrokken representatieve werknemersorganisatie wordt beschouwd als een erkenning van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.

Indien de betrokken representatieve werknemersorganisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te erkennen, staat het meest gerede partij vrij het geval voor te leggen aan de beoordeling van het verzoeningscomité van het paritair comité; de uitvoering van de afdankingsmaatregel mag tijdens de duur van de procedure niet worden getroffen.

Indien het verzoeningscomité niet tot een eenparige beslissing is kunnen komen binnen de 30 dagen van het verzoek tot tussenkomst, kan het geschil inzake de geldigheid van redenen, door de werkgever ingeroepen om de afdanking te rechtvaardigen, eventueel aan de arbeidsrechtbank worden voorgelegd.

Art. 22.In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens dringende reden, moet de betrokken representatieve werknemersorganisatie hiervan onmiddellijk op de hoogte worden gebracht.

Art. 22bis . De duurtijd van de bescherming is beperkt tot de duurtijd van het mandaat van de leden van de syndicale afvaardiging zoals bepaald in artikel 18 van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 23.De werkgever is een forfaitaire vergoeding verschuldigd in de volgende gevallen : 1. indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt zonder de procedure te eerbiedigen voorzien in artikel 21;2. indien, bij het einde van deze procedure, de geldigheid van de ontslagredenen, ten opzichte van de bepaling van artikel 21, eerste alinea, door het verzoeningscomité of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3. indien de werkgever de afgevaardigde ontslagen heeft uit hoofde van dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag als ongegrond heeft verklaard;4. indien de arbeidsovereenkomst een einde heeft genomen uit hoofde van een ernstige fout van de werkgever, die voor de afgevaardigde een reden vormt voor onmiddellijke verbreking van de overeenkomst. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het brutoloon van één jaar, onverminderd de toepassing van de wettelijke beschikkingen terzake.

De vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding geniet voorzien in de artikelen 16, 17 en 18 van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor preventie en bescherming op het werk alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. HOOFDSTUK VI. Uitoefeningsvoorwaarden van het mandaat van syndicaal afgevaardigde

Art. 24.De syndicale afvaardiging kan, na de directie geraadpleegd te hebben en zonder hierdoor de organisatie van het werk te storen, mondeling of schriftelijk overgaan tot alle mededelingen die nuttig zijn voor het personeel.

Deze mededelingen moeten van professionele of van syndicale aard zijn en verband houden met de onderneming. Indien zij schriftelijk gebeuren moeten zij voorafgaandelijk ter kennis worden gebracht van het ondernemingshoofd.

Mits gemeenschappelijk akkoord tussen de directie en de syndicale afvaardiging, mogen er in de onderneming personeelsvergaderingen plaats hebben. Dag, uur en duur van deze vergaderingen worden bepaald, hetzij na de arbeidsdag, hetzij tijdens de rusttijden.

Het organiseren van deze vergaderingen mag in geen geval de werking van de dienst belemmeren. De vergaderingen moeten betrekking hebben op goed omschreven onderwerpen en zich beperken tot het betrokken personeel.

Art. 25.Met het oog op de vergaderingen met de directie, mag de syndicale afvaardiging tijdens de diensturen vergaderen volgens de tussen de directie en de syndicale afvaardiging in gemeenschappelijk overleg bepaalde modaliteiten. De syndicale afvaardiging beschikt over een krediet van twee uren per maand voor deze voorbereidende vergadering.

De onderneming stelt een lokaal ter beschikking van de syndicale afvaardiging - hetzij permanent, hetzij tijdelijk - teneinde in staat te stellen haar taak behoorlijk te vervullen.

Art. 26.De directie van een onderneming raadpleegt de syndicale afvaardiging indien belangrijke wijzigingen worden overwogen die rechtstreeks de personeelskwesties beïnvloeden.

De directie en de syndicale afvaardiging verbinden zich ertoe samen overleg te plegen telkens één van beide partijen om een onderhoud verzoekt. Dit onderhoud moet binnen de acht dagen, volgend op het verzoek, plaats hebben.

De uren, die aan deze vergaderingen worden besteed, worden beschouwd als normale werkuren. Er wordt evenwel geen overloon betaald indien de vergadering de normale arbeidsuren overschrijdt. HOOFDSTUK VII. - Regeling van een geschil

Art. 27.Wanneer er in de onderneming een geschil ontstaat, wenden de syndicale afvaardiging en de directie alle mogelijke middelen aan teneinde het geschil door onderhandeling te regelen.

Wanneer de tussenkomst van de syndicale afvaardiging niet tot een vergelijk heeft geleid voor het regelen van een geschil, kunnen de afgevaardigden beroep doen op de vrijgestelden van hun representatieve werknemersorganisaties teneinde het verzoek van hun zaak voort te zetten. De werkgever mag zich laten bijstaan door vertegenwoordigers van zijn beroepsvereniging.

Nadat alle middelen tot onderhandeling zijn uitgeput, mag de syndicale afvaardiging het geschil voorleggen aan het verzoeningsbureau van het paritair comité.

Ieder beroep op het verzoeningsbureau moet gebeuren door bemiddeling van één van de ondertekenende representatieve organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Een stakingsaanzegging mag slechts schriftelijk gebeuren en, voor de ondernemingen die zijn aangesloten bij de verenigingen die door deze collectieve arbeidsovereenkomst hebben ondertekend, nadat het verzoeningsbureau zich heeft uitgesproken.

De stakingsaanzegging bedraagt minstens acht dagen en gaat in op de dag die volgt op de betekening. Tijdens deze periode moet het personeel normaal doorwerken. HOOFDSTUK VIII. - Rol van de syndicale afvaardiging bij ontstentenis van een ondernemingsraad

Art. 28.Bij ontstentenis van een ondernemingsraad, kan de sydicale afvaardiging de taken, rechten en opdrachten vervullen en in het bijzonder wat betreft de voorlichting en de raadpleging van de ondernemingsraden omtrent de algemene vooruitzichten en de tewerkstellingsproblemen in de onderneming, die aan deze raad worden toegekend in hoofdstuk II, afdeling I, artikelen 4 tot 7 en 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 9 maart 1972 in de Nationale Arbeidsraad, tot coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve overeenkomsten betreffende de ondernemingsraden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 25 november 1972. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 29.Elk geschil in verband met de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door de meest gerede partij aan het verzoeningsbureau van het paritair comité worden voorgelegd.

Art. 30.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomsten, met inbegrip van de duur van de opzegtermijn, verbinden de partijen er zich toe niet in staking of tot een lock-out over te gaan zonder te hebben gebruik gemaakt van de procedures voorzien in hoofdstuk VII. De stakingen of lock-out's die werden uitgeroepen in tegenspraak met dit artikel worden niet gesteund.

Art. 31.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 1973, gesloten in het Nationaal Paritair Comité voor het hotelbedrijf, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 mei 1974, en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 februari 1996 en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 mei 1999.

Art. 32.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2001.

Zij is gesloten voor een onbepaalde tijd. Ze kan worden opgezegd door elk van de partijen, met een opzegtermijn van zes maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het hotelbedrijf en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.

De representatieve organisatie die het initiatief van de opzegging neemt, verbindt er zich toe de redenen aan te geven en gelijktijdig voorstellen tot wijziging in te dienen, waartoe de andere ondertekenende representatieve organisaties zich verbinden deze binnen de termijn van een maand na hun ontvangst in het paritair comité te bespreken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^