gepubliceerd op 14 augustus 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, betreffende het nationaal akkoord
19 JULI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, betreffende het nationaal akkoord (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, betreffende het nationaal akkoord.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 juli 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 2023 Nationaal akkoord (Overeenkomst geregistreerd op 20 november 2023 onder het nummer 183911/CO/120)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied van de overeenkomst
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textielondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en op de arbeiders die zij tewerkstellen, met uitzondering van de Celanese Production Belgium BV en Celanese BV waarvoor hoofdstuk VI, VIII en IX evenwel van toepassing zijn en met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers (PSC 120.01) en het Paritair Subcomité voor het vervaardigen en de handel van zakken in jute of in vervangingsmaterialen (PSC 120.03).
Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.
HOOFDSTUK II. - Koopkrachtpremie
Art. 2.In toepassing van artikel 19quinquies, § 5 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en van de wet van 24 mei 2023 houdende maatregelen inzake het loonoverleg voor de periode 2023-2024, worden de volgende afspraken gemaakt omtrent een sectorale regeling voor de toekenning van een koopkrachtpremie aan de arbeiders.
Art. 3.Aan de arbeiders wordt een sectorale koopkrachtpremie toegekend volgens de onderstaande modaliteiten : - In de ondernemingen met een ROA in 2022 van minstens 5 pct. : koopkrachtpremie van 100 EUR; - In de ondernemingen met een ROA in 2022 die minstens 5 pct. hoger is dan de gemiddelde ROA's over de jaren 2017-2021 (5 boekjaren) : koopkrachtpremie van 300 EUR; - In de ondernemingen met een ROA in 2022 die minstens 30 pct. hoger is dan de gemiddelde ROA's over de jaren 2017-2021 (5 boekjaren) : koopkrachtpremie van 500 EUR. Onder "ROA" wordt verstaan : de Return on Assets, zijnde de bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) gedeeld door het balanstotaal (code 10/49 of code 20/58).
Het vervullen van de voorwaarde voor hoge of uitzonderlijk hoge winst wordt beoordeeld op het niveau van de juridische entiteit.
In de berekening van het gemiddelde wordt in de teller een bedrijfsverlies (code 9901) in een bepaald jaar gelijkgesteld aan nul en wordt als jaar meegeteld in de noemer.
Bedrijven met een overgedragen verlies in 2022 worden uitgesloten.
Het resultaat moet op autonome wijze behaald zijn en niet door bijzondere gebeurtenissen zoals bijvoorbeeld een fusie of een overname.
De totale kost (koopkrachtpremie + patronale last) voor alle werknemers samen mag niet meer dan 25 pct. van de winst (code 9901) bedragen, zoniet pro rata herberekening van de premie in functie van de beschikbare enveloppe.
Een koopkrachtpremie die reeds werd toegekend op ondernemingsniveau, wordt in mindering gebracht van de sectorale koopkrachtpremie.
Een door de onderneming toegekende winstpremie voor het boekjaar 2022, wordt in mindering gebracht van de sectorale koopkrachtpremie.
Indien het boekjaar afsluit op 31 maart, wordt rekening gehouden met het boekjaar van 1 april 2022 tot en met 31 maart 2023.
Indien het boekjaar afsluit op 30 september, wordt rekening gehouden met het boekjaar van 1 oktober 2021 tot en met 30 september 2022.
Indien het boekjaar start op 1 juli, wordt rekening gehouden met het boekjaar van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022.
De toekenning van de koopkrachtpremie gebeurt uiterlijk op 31 december 2023 onder de vorm van elektronische consumptiecheques en op basis van de volgende modaliteiten : - in dienst op 31 oktober 2023, met minimum 1 maand anciënniteit; - pro rata de effectieve tewerkstelling in de referteperiode van 1 november 2022 tot en met 31 oktober 2023; - met effectieve tewerkstelling worden gelijkgesteld : schorsingen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, met uitzondering van voltijds tijdskrediet of voltijds themaverlof en arbeidsongeschiktheid van meer dan 3 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van het gewaarborgd loon; - pro rata voor deeltijdsen en nieuwe indiensttredingen; - aan werknemers ontslagen om dringende reden wordt geen koopkrachtpremie toegekend.
HOOFDSTUK III. - Tewerkstellingsverbintenissen
Art. 4.De tewerkstellingsverbintenissen, zoals bedoeld in artikel 10 en 11 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 en laatst verlengd door de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2021 worden opnieuw verlengd voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024.
HOOFDSTUK IV. - Mobiliteit
Art. 5.Met ingang van 1 januari 2024 wordt de fietsvergoeding, ingevoerd door de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019 en laatst gewijzigd door de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2021, op 0,27 EUR per kilometer, met een maximum van 40 km per dag (heen en terug), vastgesteld.
Art. 6.Artikel 8 van de nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 23 oktober 2019 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de arbeiders in de textielnijverheid, wordt aangevuld met onderstaande alinea. "Gelet op de fors gestegen prijs van de treinkaart sinds de inwerkingtreding van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, wordt de werkgeverstussenkomst in het woon-werkverkeer voor privévervoer, vanaf 1 februari 2024, verhoogd tot 57 pct. van de prijs van de treinkaart.
De laatst gepubliceerde tarieven van de NMBS op 1 februari van elk jaar gelden als uitgangspunt voor de berekening.".
HOOFDSTUK V. - Waarborg- en sociaal fonds
Art. 7.De bepalingen van artikel 14 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2011, zoals laatst verlengd door de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2021, worden opnieuw verlengd voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024.
Art. 8.§ 1. Met ingang van 1 januari 2024 wordt het supplement van 3,00 EUR per dag (vijfdagenweek) tijdelijke werkloosheid bedoeld in artikel 51, § 8 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, verhoogd met 0,60 EUR naar 3,60 EUR per dag (vijfdagenweek).
Voor de arbeiders, tewerkgesteld in de (halve) overbruggingsploegen wordt het bedrag van 3,60 EUR per dag (vijfdagenweek) omgezet naar 8,00 EUR per dag in de overbruggingsploegen. § 2. Met ingang van 1 januari 2024 wordt de aanvullende sociale toelage, bedoeld in artikel 6 van de gecoördineerde statuten van het waarborg- en sociaal fonds, zoals ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022 tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds der textielnijverheid", gewijzigd op basis van volgende principes : - van de 1ste tot en met de 60ste dag (zesdagenweek) : 6,62 EUR per dag (zesdagenweek) ten laste van het waarborg- en sociaal fonds; - van de 61ste tot en met de 86ste dag (zesdagenweek) : 6,62 EUR per dag (zesdagenweek) ten laste van de werkgever; - het supplement van 3,60 EUR per dag (vijfdagenweek) (of 8,00 EUR per dag in de overbruggingsploegen) tijdelijke werkloosheid bedoeld in § 1 hiervoor, zit inbegrepen in voormelde toeslag wat betreft de voormelde periodes; - het waarborg- en sociaal fonds betaalt voor het einde van het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de tijdelijke werkloosheid zich situeert aan de arbeider een supplement van 3,62 EUR voor elke dag tijdelijke werkloosheid om economische redenen (zesdagenweek); - na afloop van de referteperiode doet het waarborg- en sociaal fonds een afrekening ter attentie van de werkgever.
Art. 9.Bij inwerkingtreding van de door de federale regering aangekondigde verlaging van de werkloosheidsuitkeringen bij tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen (berekening van de werkloosheidsuitkeringen op 60 pct. in plaats van 65 pct. van het geplafonneerd loon) en de verplichte compensatie van het inkomensverlies door de werkgevers, zal de compensatie ten laste genomen worden door het waarborg- en sociaal fonds.
De raad van beheer van het waarborg- en sociaal fonds wordt belast met de uitwerking van de praktische modaliteiten.
Art. 10.Het waarborg- en sociaal fonds betaalt aan de arbeider een sectorale tegemoetkoming in de kinderopvang vanaf 1 januari 2024 van 1 EUR per dag met een maximum van 150 EUR per jaar en per kind tot de leeftijd van 3 jaar.
Deze sectorale tegemoetkoming geldt alleen voor kinderopvang in een gezins- of groepsopvang die wordt erkend door Kind & Gezin of l'Office de la naissance et de l'enfance.
De terugbetaling gebeurt door het waarborg- en sociaal fonds op basis van het door de opvang uitgereikte fiscaal attest waarop het dagbedrag en het aantal dagen opvang wordt vermeld voor het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het attest werd uitgereikt. Het jaar 2024 is het eerste jaar waarvoor een fiscaal attest (afgeleverd in 2025) het recht op de sectorale tegemoetkoming kan openen.
De sectorale tegemoetkoming geldt voor de periode van tewerkstelling in de textielsector. In geval van onvolledige tewerkstelling (bijvoorbeeld door indiensttreding of uitdiensttreding in de loop van het jaar) wordt het plafond van de tegemoetkoming pro rata beperkt.
De raad van beheer van het waarborg- en sociaal fonds wordt belast met de praktische uitwerking van de aanvraagprocedure en de betalingsmodaliteiten.
Art. 11.De statuten van het waarborg- en sociaal fonds worden aangepast met hetgeen in de artikelen 7, 8, 9 en 10 overeengekomen werd.
HOOFDSTUK VI. - Fonds voor bestaanszekerheid
Art. 12.De regeling voorzien in artikel 24 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019 met betrekking tot de 3 buitenwettelijke vakantietoelagen, ten laste van het fonds, wordt verlengd voor de arbeiders die in 2023 of 2024 in SWT gaan.
Art. 13.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid worden aangepast met hetgeen in artikel 12 overeengekomen werd.
HOOFDSTUK VII. - Getrouwheid aan de sector
Art. 14.De ondernemingsanciënniteit vereist om het recht op de tweede bezoldigde afwezigheidsdag bedoeld in artikel 31 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 2001 te openen, wordt met ingang van 1 januari 2024 teruggebracht van 25 jaar naar 20 jaar.
HOOFDSTUK VIII. - Landingsbanen
Art. 15.Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten met betrekking tot de landingsbanen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal voorzien in de verlenging tot en met 30 juni 2025 van de bepalingen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2023 betreffende de landingsbanen en rekening houdende met het reglementaire kader. Daarnaast zal deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 170 gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 30 mei 2023.
HOOFDSTUK IX. - Stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag
Art. 16.§ 1. Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de nodige afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten met betrekking tot de verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zullen voorzien in de verlenging van deze verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag tijdens de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025 en met inbegrip van de voorwaarden voor de toekenning van de vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid tot en met 31 december 2026 voor oudere werknemers die worden ontslagen in het raam van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Deze collectieve arbeidsovereenkomsten zullen verwijzen naar en rekening houden met de verschillende collectieve arbeidsovereenkomsten die dienaangaande op 30 mei 2023 in de Nationale Arbeidsraad werden gesloten. § 2. Het kliksysteem, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 107 van 28 maart 2013 betreffende het kliksysteem voor het behoud van de aanvullende vergoeding in het kader van bepaalde stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, zal ook van toepassing zijn op de terugbetaling aan de werkgevers van de aanvullende vergoeding en de capitatieve bijdragen voor de betrokken stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag.
HOOFDSTUK X. - Tijdelijke werkloosheid
Art. 17.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om tijdens de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024, in het Paritair Comité voor de textielnijverheid, in het kader van de toepassing van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, de nodige eenparige positieve adviezen uit te brengen, met het oog op het bekomen van de verlenging van de vier bestaande afwijkingsbesluiten inzake tijdelijke werkloosheid om economische redenen.
HOOFDSTUK XI. - Zachte landingsbanen
Art. 18.De regeling inzake de sectorale omkadering met betrekking tot de zachte landingsbanen zoals voorzien door artikel 29 van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019 en verlengd en gewijzigd door de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2021 wordt verlengd tot en met 31 december 2024.
HOOFDSTUK XII. - Statuut van de syndicale afvaardiging
Art. 19.In artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1972 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het werkliedenpersoneel der ondernemingen in de textiel- en breigoednijverheid, wordt, met ingang van 1 januari 2024, de voorwaarde onder punt c : "sedert ten minste drie jaar tewerkgesteld zijn in de textiel- of breigoednijverheid" geschrapt.
HOOFDSTUK XIII. - Arbeiders/bedienden
Art. 20.Een gemengde paritaire werkgroep (Paritair Comité voor de textielnijverheid en Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid) zal de sectorale verschillen inzake loon- en arbeidsvoorwaarden tussen arbeiders en bedienden in de textielsector inventariseren.
HOOFDSTUK XIV. - Actualisatie bepaalde collectieve arbeidsovereenkomsten
Art. 21.Een paritaire werkgroep (Paritair Comité voor de textielnijverheid) zal de actualisatie van bepaalde collectieve arbeidsovereenkomsten onderzoeken.
HOOFDSTUK XV. - Positief imago van de textielsector
Art. 22.De sociale partners zullen in de Permanente Beleidsgroep Opleiding overleggen hoe zij kunnen werken aan een verbetering van het imago van de sector met het oog op een betere instroom van jongeren en een verankering van de huidige werknemers.
Art. 23.De sociale partners zullen gezamenlijk lobbyen in dossiers die van belang zijn voor de textielsector en voor zover er geen conflict is met de vakbonds- of werkgeversstandpunten.
HOOFDSTUK XVI. - Waardig werk
Art. 24.De sociale partners in de textielsector onderschrijven het belang van due diligence ofwel ketenzorg en bevelen de bedrijven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen voor het respecteren van de mensenrechten in de gehele toeleveringsketen. In het bijzonder wordt opgeroepen aandacht te besteden aan waardige arbeidsomstandigheden en eerlijke loon- en arbeidsvoorwaarden.
HOOFDSTUK XVII. - Groene en digitale transitie
Art. 25.De sociale partners zullen in een paritaire werkgroep de sociale dialoog over de groene en digitale transitie opstarten met het oog op het verwerven van kennis teneinde de impact ervan op de textielsector te kunnen inschatten.
HOOFDSTUK XVIII. - Sociale vrede
Art. 26.Een paritaire werkgroep zal de bepalingen inzake conflictbeheersing en sociale vrede harmoniseren en moderniseren.
Art. 27.De contracterende partijen waarborgen gedurende de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 de inachtneming van de aangegane verbintenissen met betrekking tot de sociale vrede en de opvoering van de productiviteit hetgeen het volgende inhoudt : a) tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen de syndicale en patronale organisaties de sociale vrede in de ondernemingen waarborgen, alsmede de effectieve medewerking verzekeren van het personeel bij de uitvoering van de maatregelen welke getroffen worden door toepassing van de paritair aanvaarde schikkingen met het oog op de opvoering van de productiviteit, zowel voor wat betreft het gebruik van nieuwe werktuigen en productiemachines, als voor wat betreft de wijzigingen aan de arbeidsmethodes;b) het geheel der schikkingen in verband met de arbeidsvoorwaarden zal stipt worden toegepast en kan in geen enkel geval terug in betwisting worden gebracht door de syndicale organisaties, de werknemers, de werkgeversorganisatie of de werkgevers;c) de syndicale organisaties en de werknemers verbinden er zich toe geen enkele eis te stellen noch op nationaal, noch op gewestelijk, noch op ondernemingsvlak, en geen enkel conflict uit te lokken of te doen uitbreken om welke reden het ook moge wezen;d) wanneer zich op sectoraal of ondernemingsvlak moeilijkheden zouden voordoen inzake het sociaaloverleg, is het een goede praktijk om paritaire verzoening te bevoordelen en zo nodig het vraagstuk formeel aanhangig te maken bij het verzoeningsbureau van het paritair comité.
Art. 28.De hierboven vermelde verbintenissen inzake sociale vrede vallen onder toepassing van de bepalingen die door ondertekenende partijen in het nationaal protocol van 26 juni 1969 dienaangaande werden vastgesteld.
HOOFDSTUK XIX. - Algemeen verbindend verklaring
Art. 29.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.
HOOFDSTUK XX. - Duur van de overeenkomst
Art. 30.Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024, met uitzondering van de artikelen 15 en 16 die van toepassing zijn van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2025, de artikelen 27 en 28 die van toepassing zijn van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025, en de artikelen 1, 5, 6, 8, 9, 10, 14, 19 en 30 die gelden voor onbepaalde duur.
De bepalingen welke voor onbepaalde duur gelden kunnen opgezegd worden door elk van de ondertekenende partijen mits inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en aan de ondertekenende partijen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE