Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juli 2024
gepubliceerd op 20 september 2024

Koninklijk besluit tot oprichting van de interdepartementale structuur voor noodhulp B-FAST

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2024008013
pub.
20/09/2024
prom.
19/07/2024
ELI
eli/besluit/2024/07/19/2024008013/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JULI 2024. - Koninklijk besluit tot oprichting van de interdepartementale structuur voor noodhulp B-FAST (Belgian First Aid and Support Team)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 167, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/02/2003 pub. 24/07/2003 numac 2003015094 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot oprichting van een coördinatieraad voor noodbijstand in het buitenland bij catastrofe of calamiteit en van een ondersteunende permanente dienst B-F.A.S.T. sluiten tot oprichting van een coördinatieraad voor noodbijstand in het buitenland bij catastrofe of calamiteit en van een ondersteunende permanente dienst B-F.A.S.T (Belgian First Aid and Support Team);

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 april 2024;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 7 mei 2024 ;

Gelet op het advies 76.571/4 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de noodzaak om over een structuur te beschikken die de Regering in staat stelt snel en door middel van gecoördineerde acties een eerste, adequate noodbijstand te kunnen verstrekken bij catastrofe of crisis in het buitenland;

Overwegende de veranderingen in de internationale context sinds de oprichting van B-FAST in 2003 en de noodzaak om met deze veranderingen rekening te houden in het antwoord van België;

Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Volksgezondheid, de Minister van Defensie, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris voor Begroting, en na het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK 1. - Definities en missies van B-FAST

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder: 1° Catastrofe: Elke gebeurtenis veroorzaakt door de mens en/of elk natuurfenomeen, van een dergelijke omvang of aard dat de hulpdiensten van het getroffen land niet meer in staat zijn de nodige bijstand te verlenen en die het leven of de gezondheid van de bevolking in gevaar brengt;2° Crisis: Elke gebeurtenis met een aanzienlijke en wijdverspreide impact die een dringend antwoord vereist;3° Noodhulp: Elke actie in antwoord op een verzoek om bijstand van een land dat getroffen is door een catastrofe of crisis, of in antwoord op een verzoek van een internationale structuur die noodhulp coördineert;4° Module: Een interventiecapaciteit bestaande uit materiaal en personeel om gestandaardiseerde noodhulp te bieden in geval van crisis of catastrofe;5° Zone met een veiligheidsrisico: Geografische zone waarvoor de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het reizen afraadt (Reisadviezen);6° UCPM: Mechanisme voor Civiele Bescherming van de Europese Unie gecreëerd in oktober 2001 door een besluit van de Europese Raad (Besluit 1313/2013/EU), die tot doel de samenwerking op vlak van Civiele Bescherming tussen de lidstaten van de EU en 10 andere Staten die deelnemen aan het mechanisme te versterken heeft, met het oog op een betere preventie van, paraatheid voor en reactie op catastrofes;7° rescEU: Gestandaardiseerde reservecapaciteit van het UCPM dat toelaat om te reageren op verschillende missies, zoals brandbestrijding, medische bijstand of medisch onderzoek;8° ECPP: Europese reserve voor Civiele Bescherming, ingesteld in het kader van het UCPM en bestaande uit gestandaardiseerde responscapaciteiten die vooraf door de lidstaten zijn vastgelegd, inclusief rescEU-capaciteiten;9° ERCC: Europees Coördinatiecentrum voor noodinterventies in het hart van het UCPM, dat de hulpverlening aan door catastrofen getroffen landen coördineert;10° NCCN : Nationaal Crisiscentrum. De noodhulp bedoeld in lid 1, 3° is te onderscheiden van humanitaire hulp, zoals gedefinieerd in de wet van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2013 pub. 12/04/2013 numac 2013015084 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking sluiten betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.

Art. 2.Er wordt een interdepartementale structuur opgericht met als taak het coördineren en organiseren van de Belgische noodhulp in geval van een catastrofe of crisis in het buitenland of voorafgaand aan een crisis in het buitenland, hierna B-FAST (Belgian First Aid and Support Team) genoemd.

Art. 3.§ 1. Om zijn missie uit te voeren, is B-FAST belast met: 1° het vaststellen van het strategisch, operationeel, financieel en administratief kader van de Belgische noodhulp;2° het faciliteren van de noodzakelijke interministeriële samenwerking;3° het faciliteren van de communicatie tussen de verschillende betrokken federale overheidsdiensten. De verschillende betrokken federale overheidsdiensten zijn: 1° de FOD Kanselarij van de Eerste Minister;2° de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;3° het ministerie van Defensie;4° de FOD Binnenlandse Zaken;5° de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;6° de FOD Beleid en Ondersteuning. § 2. B-FAST is het bevoorrecht kanaal voor het verlenen van Belgische interdepartementale noodhulp in het buitenland.

HOOFDSTUK 2. - Organen van B-FAST

Art. 4.B-FAST bestaat uit drie organen: 1° de Coördinatieraad;2° het Planningscomité;3° het B-FAST Secretariaat.

Art. 5.§ 1. De Coördinatieraad is belast met het goedkeuren van: 1° de strategie van B-FAST;2° de operationele plannen opgesteld door het Planningscomité;3° het vooraf vastleggen van capaciteiten in de ECPP en in rescEU; § 2. De Coördinatieraad wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken. § 3. Naast de voorzitter bestaat de Coördinatieraad uit een vertegenwoordiger van de: 1° Eerste Minister;2° minister bevoegd voor Volksgezondheid;3° minister bevoegd voor Defensie;4° minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken;5° minister bevoegd voor Ontwikkelingssamenwerking;6° minister bevoegd voor Begroting. § 4. Het secretariaat van de Coördinatieraad wordt op permanente basis verzekerd door de directeur van het B-FAST Secretariaat.

Daartoe neemt deze zonder stemrecht deel aan de vergaderingen van de Coördinatieraad. § 5 De Coördinatieraad komt minstens tweemaal per jaar samen en telkens wanneer de omstandigheden dit vereisen.

Indien nodig komt de Coördinatieraad samen met het Planningscomité.

Art. 6.§ 1. Het Planningscomité is belast met de strategische en operationele ondersteuning van B-FAST. Daartoe heeft het als taak: 1° de beslissingen van de Coördinatieraad voor te bereiden en uit te voeren;2° operationele beslissingen te nemen met betrekking tot begrotingsuitgaven en prioriteiten voor opleiding en oefening;3° het adviseren van de Coördinatieraad in geval van een verzoek om bijstand;4° het opvolgen van de inzet van de noodhulp, met inbegrip van de evaluatie ervan. § 2. Het Planningscomité wordt in alle neutraliteit en zonder stemrecht voorgezeten door de directeur van het B-FAST Secretariaat. § 3. Naast de voorzitter bestaat het Planningscomité uit vertegenwoordigers: 1° van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, waaronder één voor Buitenlandse Zaken en één voor Ontwikkelingssamenwerking;2° van de FOD Binnenlandse Zaken - Algemene Directie civiele veiligheid;3° van het ministerie van Defensie;4° van de FOD Beleid en Ondersteuning;5° van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. § 4. De federale overheidsdiensten die in het Planningscomité vertegenwoordigd zijn, stellen hun expertise, capaciteiten en vaardigheden ter beschikking van B-FAST, voor zover hun nationale opdrachten dat toelaten.

Art. 7.§ 1. In het kader van de noodhulp tijdens een catastrofe of crisis is het secretariaat van B-FAST met name belast met: 1° de coördinatie van de partnerdepartementen;2° de voorbereiding van de operationele plannen die aan de Coördinatieraad worden voorgelegd;3° de uitvoering en de opvolging van de maatregelen genomen door het Planningscomité of de Coördinatieraad. In het kader van de dagelijkse werking van B-FAST is het B-FAST Secretariaat met name belast met: 1° het beheren van de begroting;2° het uitvoeren van aankopen waartoe het Planningscomité heeft besloten;3° het aanvragen van internationale financiering voor internationale projecten;4° het ondersteunen en faciliteren van de uitwisseling van informatie tussen de betrokken federale overheidsdiensten en de verschillende organen van B-FAST. § 2. Het B-FAST Secretariaat bestaat uit tenminste vier voltijds equivalente personeelsleden van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De functie van directeur van het B-FAST Secretariaat wordt uitgeoefend door één van de in lid 1 vermelde personeelsleden. § 3. Het B-FAST Secretariaat is opgericht binnen de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. § 4. Het B-FAST Secretariaat valt onder het gezag van de voorzitter van de Coördinatieraad.

Art. 8.In functie van de behoeften kunnen één of meer interdepartementale operationele cellen worden opgericht om het B-FAST Secretariaat bij specifieke kwesties te ondersteunen.

HOOFDSTUK 3. - B-FAST operaties

Art. 9.§ 1. De noodhulpoperaties van B-FAST bestaan onder meer uit: 1° het inzetten van experten en modules in het buitenland;2° het zenden van noodhulpmateriaal naar het buitenland;3° het inzetten van een team van experts voorafgaand aan een crisis of een catastrofe;4° het uitvoeren van medische evacuaties naar België. § 2. Afhankelijk van de behoeften van de noodhulpoperatie van B-FAST kan een multidisciplinair verkenningsteam vanaf het begin van een catastrofe of crisis worden uitgezonden om de uitvoering van de operatie te vergemakkelijken. § 3. Behoudens een andere beslissing van de Ministerraad, bedraagt de maximale duur van een noodhulpoperatie van B-FAST 3 maanden.

Om de duur van een noodhulpoperatie van B-FAST te bepalen, wordt rekening gehouden met de operationele capaciteiten van de federale overheidsdiensten die aan de operatie deelnemen.

Art. 10.§ 1. Het Planningscomité beoordeelt de relevantie en de modaliteiten van een mogelijke noodhulpoperatie van B-FAST en legt een advies voor aan de Coördinatieraad, in geval van een bijstandsaanvraag van: 1° een door een catastrofe of crisis getroffen land;2° een internationale structuur die noodhulp coördineert. § 2. Voor de uitvoering van de eerste paragraaf worden verschillende criteria beoordeeld, waaronder: 1° de omvang van de catastrofe of crisis;2° de capaciteiten van het getroffen land om de catastrofe of crisis het hoofd te bieden;3° de veiligheidssituatie in de getroffen zone;4° de budgettaire middelen;5° de Belgische responscapaciteit;6° de capaciteiten ingezet door andere internationale actoren. § 3. Deze criteria worden zowel collectief beoordeeld in het Planningscomité als individueel door elk van de federale overheidsdiensten bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid, die gevraagd worden bij te dragen aan de betrokken noodhulpoperatie van B-FAST met noodhulp. § 4. Voorafgaand aan elke interventie in een zone met een veiligheidsrisico wordt een veiligheidsanalyse uitgevoerd. § 5. Op basis van het advies van het Planningscomité nodigt de Voorzitter van de Coördinatieraad zijn leden uit om de relevantie en modaliteiten van een mogelijke noodhulpoperatie van B-FAST te bespreken.

De voorzitter van de Coördinatieraad legt vervolgens een voorstel tot beslissing voor aan de Ministerraad.

In dringende gevallen kan de Coördinatieraad het voorstel tot beslissing aan de Ministerraad voorleggen na de aanvang van de noodhulpoperatie van B-FAST. Indien nodig wordt er zo snel mogelijk een regularisatiedossier ingediend bij de Ministerraad.

De toepassing van het derde lid is niet mogelijk in het geval van missies waarvoor een veiligheidsrisico is vastgesteld.

Art. 11.De voorzitter van de Coördinatieraad duidt de persoon aan die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de noodhulpoperatie van B-FAST in de getroffen zone. Wanneer een module wordt ingezet, is de persoon die verantwoordelijk is voor de coördinatie afkomstig van het departement die de module in kwestie aanlevert.

Art. 12.Wanneer het ERCC officieel de vooraf vastgelegde Belgische capaciteiten binnen het ECPP of binnen rescEU verzoekt, brengt de Coördinatieraad een advies van geen bezwaar tegen het verzoek uit, op voorwaarde dat de capaciteiten van B-FAST niet vereist zijn om te antwoorden op nationale behoeften en dat de inzet gebeurt in een zone zonder veiligheidsrisico.

In het geval dat het verzoek een inzet van de capaciteiten in een zone met een veiligheidsrisico betreft, is het voorafgaand akkoord van de Ministerraad vereist.

Art. 13.§ 1. In het kader van de noodhulp, verbinden de federale overheidsdiensten bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid zich ertoe hun operationele capaciteiten te ontwikkelen in overeenstemming met de internationale normen.

Daartoe voorziet het B-FAST Secretariaat de federale overheidsdiensten bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid, van voldoende opleidingen, oefeningen en uitrustingen opdat zij de nodige kennis en expertise kunnen verwerven en behouden en een kwalitatief hoogstaande inzet in het buitenland kunnen garanderen. § 2. In de mate van het mogelijke worden de modules onderworpen aan een certificeringsproces op Europees niveau of op het niveau van de Verenigde Naties.

Art. 14.§ 1. Het B-FAST Secretariaat kan het NCCN uitnodigen om deel te nemen aan zijn werkzaamheden of aan die van het Planningscomité. § 2. In het in paragraaf 1 bedoelde geval en indien B-FAST noodhulp verleent, wordt het NCCN op de hoogte gebracht via de bestaande informatiekanalen van het UCPM waartoe het NCCN toegang heeft of via de vertegenwoordiger van de FOD Binnenlandse Zaken in het Planningscomité. § 3. Het NCCN informeert het B-FAST Secretariaat, via de vertegenwoordiger van de FOD Binnenlandse Zaken in het Planningscomité, van de nationale noodsituaties die vereisen dat de middelen van de federale overheidsdiensten bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid beschikbaar blijven voor de nationale behoeften. § 4. B-FAST vervult zijn opdrachten zonder afbreuk te doen aan de opdrachten die aan het NCCN zijn toegewezen krachtens het koninklijk besluit van 18 april 1988 tot oprichting van het Coördinatie- en Crisiscentrum van de Regering.

Art. 15.In zijn activiteiten streeft B-FAST ernaar de ontwikkeling van de interventiecapaciteiten die het ondersteunt, hun terbeschikkingstelling en hun inzet zoveel mogelijk te integreren in de internationale structuren voor de coördinatie van bijstand bij catastrofes, en in het bijzonder die van de Europese Unie en de Verenigde Naties.

B-FAST blijft de ontwikkelingen op dit gebied op het niveau van de Europese Unie nauwlettend volgen en streeft naar synergieën met andere partners.

Art. 16.Elke van de Europese Unie ontvangen terugbetaling voor door B-FAST gemaakte kosten in antwoord op een verzoek dat is opgenomen in het UCPM wordt beschouwd als inkomst voor de financiering van nieuwe operaties van B-FAST, op voorwaarde dat de extra uitgaven ten laste komen van hetzelfde begrotingsjaar als dat waarin de vergoeding wordt ontvangen.

Art. 17.Het besluit van 28 februari 2003 tot oprichting van een Coördinatieraad voor noodbijstand in het buitenland bij catastrofe of calamiteit en van een ondersteunende permanente dienst B-F.A.S.T. (Belgian First Aid and Support Team) wordt opgeheven.

Art. 18.De minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2024.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister A. DE CROO De Minister van Volksgezondheid F. VANDENBROUCKE De Minister van Defensie L. DEDONDER De Minister van Binnenlandse Zaken A. VERLINDEN De Minister van Buitenlandse Zaken H. LAHBIB De Minister van Ontwikkelingssamenwerking C. GENNEZ De Staatssecretaris voor Begroting A. BERTRAND


^