Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juli 2001
gepubliceerd op 18 augustus 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encephalopathies bij herkauwers

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
2001016260
pub.
18/08/2001
prom.
19/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/19/2001016260/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encephalopathies bij herkauwers


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995, 23 maart 1998 en 5 februari 1999, inzonderheid op artikel 9, lid 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encephalopathies bij herkauwers, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 18 december 2000 en 19 januari 2001;

Gelet op de Verordening EG 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encephalopathies en meer bepaald bijlagen III en VII;

Gelet op de Verordening EG 1248/2001 van de Commissie van 22 juni 2001, tot wijziging van de bijlagen III, X en XI van Verordening EG 999/2001, wat betreft epizoötiebewaking en tests op overdraagbare spongiforme encephalopathies;

Gelet op de Verordening EG 1326/2001 van de Commissie van 29 juni 2001 tot vaststelling van overgangsmaatregelen met het oog op de overgang op Verordening EG 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encephalopaties, en tot wijziging van bijlagen VII en XI bij die Verordening;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het nodig is door het aantal in het vilbeluik uit te voeren onderzoeken, een laboratorium te erkennen dat de snelle opsporingstests op krengen van herkauwers zal uitvoeren;

Overwegende dat het aangewezen is de bepalingen inzake de uitroeiing van OSE te wijzigen door de afmaking van de cohorte en de afstammelingen, embryos en eicellen van een aangetaste herkauwer te verplichten en door de afmaking van alle andere herkauwers op het veebeslag waarbij de ziekte was bevestigd afhankelijk te maken van de epizoötiologische situatie en de traceerbaarheid van de dieren van dat veebeslag;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 maart 1997 houdende organisatie van het epidemiologisch toezicht op overdraagbare spongiforme encephalopathies bij herkauwers, gewijzigd bij koninklijke besluitvan van 18 december 2000 en 19 januari 2001, wordt een punt 14 toegevoegd, luidende als volgt : « 14° Cohort : een groep dieren die alle runderen omvat die in de twaalf maanden voor of na de geboorte van een ziek rund geboren zijn in het beslag waarin het zieke rund geboren is of op een bepaald moment in de eerste twaalf maanden van hun leven samen met een ziek rund opgefokt zijn en wellicht hetzelfde voeder heeft gehad als het zieke rund in zijn eerste levensjaar. »

Art. 2.In artikel 3bis, § 1, van hetzelfde koninklijk besluit worden de woorden « geslachte en dode » geschrapt.

Art. 3.Artikel 3bis, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. De opsporingstest op de krengen van herkauwers in het vilbeluik wordt uitgevoerd door het Centrum voor preventie en veterinaire begeleiding in Oost-Vlaanderen te Drongen, volgens de instructies van de Dienst.

De Overheid betoelaagt de uitvoering binnen de grenzen van het begrotingskrediet. »

Art. 4.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 5.§ 1. Van zodra er verdenking is dient de inspecteur-dierenarts : 1° de verantwoordelijke, de bedrijfsdierenarts, de burgemeester en het C.O.D.A. te verwittigen; 2° het veebeslag van oorsprong van de verdachte herkauwer onder toezicht te plaatsen, evenals het (de) veebeslag(en) waar de verdachte herkauwer(s) sinds de geboorte heeft (hebben) verbleven;3° de afmaking van de verdachte herkauwer bevelen; 4° de verdachte herkauwer zo vlug mogelijk te laten overbrengen naar het C.O.D.A. te Machelen, vergezeld van de informatie betreffende de reden van verdenking. Het C.O.D.A. moet de onderzoeken vermeld in artikel 2, 3°, uitvoeren. § 2. De Dienst bepaalt de modaliteiten voor het afmaken, voor het decapiteren en voor het vervoer van de kop. § 3. Alle delen van het karkas van de verdachte herkauwer, met inbegrip van de huid, worden onder officieel toezicht bewaard tot dat er een negatieve diagnose gesteld is of worden vernietigd door verbranding. »

Art. 5.Artikel 10, 1° van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : « 1° de afmaking van alle herkauwers van de cohorte voor destructie of verbranding; de Minister kan beslissen niet alle andere herkauwers van het veebeslag af te laten maken afhankelijk van de epizoötiologische situatie en de traceerbaarheid van de dieren van dat veebeslag. »

Art. 6.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : «

Artikel 12.Afhankelijk van de epizoötiologische situatie en de traceerbaarheid van de dieren van het veebeslag waar de aangetaste herkauwer geboren is, kan de Minister beslissen niet alle herkauwers afkomstig uit het veebeslag, die zich in een ander veebeslag bevinden, af te laten maken. »

Art. 7.1° In artikel 13, § 1 van hetzelfde besluit, worden de woorden « geboren binnen de zes maanden vóór het verschijnen van de klinische symptomen » geschrapt; 2° In artikel 13, § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden « en gepreleveerd binnen de zes maanden voor het verschijnen van de klinische symptomen » geschrapt.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 9.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^