gepubliceerd op 25 januari 2005
Koninklijk besluit tot vaststelling van de door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voor sommige geneesheren te storten jaarlijkse bijdrage voor het jaar 2004 en tot aanpassing van de basisbedragen van de rust- en overlevingspensioenen, bedoeld in het koninklijk besluit van 31 maart 1983 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren
19 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voor sommige geneesheren te storten jaarlijkse bijdrage voor het jaar 2004 en tot aanpassing van de basisbedragen van de rust- en overlevingspensioenen, bedoeld in het koninklijk besluit van 31 maart 1983 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 54, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994, 20 december 1995, 29 april 1996, 22 februari 1998, 24 december 1999 en 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 maart 1983 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren, inzonderheid op de artikelen 2, 6 en 7, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 juni 1998;
Gelet op het advies van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen, gegeven op 28 juni 2004;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 19 juli 2004;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 20 juli 2004;
Gelet op het Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen, gesloten op 15 december 2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 september 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 7 januari 2005;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de goede uitvoering van het Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 15 december 2003 inhoudt dat, in het belang van de geneesheren en de patiënten, de tariefzekerheid gerespecteerd wordt; dat het sociaal statuut de tariefzekerheid bevordert en de handhaving van de aantrekkingskracht van de toetreding tot het akkoord voor de geneesheren stimuleert zodat het, in het belang van de betrokken rechthebbenden en in het belang van een goed beheer van de ziekteverzekering, noodzakelijk is dat onderhavig besluit tot vaststelling van de door de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voor sommige geneesheren te storten jaarlijkse bijdrage voor het jaar 2004 en tot aanpassing van de basisbedragen van de rust- en overlevingspensioenen, bedoeld in het koninklijk besluit van 31 maart 1983 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren, zo vlug mogelijk aangenomen en bekendgemaakt wordt;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De jaarlijkse bijdrage, bedoeld in artikel 2, § 1, a), van het koninklijk besluit van 31 maart 1983 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren, wordt, voor het jaar 2004, respectievelijk vastgesteld : 1° op 3.046,80 euro, enerzijds, ten gunste van de geneesheren die van rechtswege geacht worden tot het Nationaal akkoord geneesheren-ziekenfondsen van 15 december 2003 te zijn toegetreden voor hun volledige beroepsactiviteit; 2° op 1.803,81 euro, anderzijds, ten gunste van de geneesheren die binnen de dertig dagen na de bekendmaking van voornoemd akkoord in het Belgisch Staatsblad aan de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen de voorwaarden inzake tijd en plaats hebben meegedeeld waaronder zij overeenkomstig de bedingen van dit akkoord de daarin vastgestelde honorariumbedragen respectievelijk wel en niet zullen toepassen, en waarbij de beroepsactiviteit uitgeoefend overeenkomstig de bedingen van het akkoord aan de volgende minima beantwoordt : ? voor de huisartsen : - ofwel raadplegingen in de spreekkamer die ten minste tien uren per week omvatten, verdeeld over ten minste drie dagen; - ofwel raadplegingen in de spreekkamer die ten minste drie vierde van de wekelijkse beroepsactiviteit omvatten; ? voor de geneesheren-specialisten die hun beroepsactiviteit geheel of gedeeltelijk uitoefenen in een verplegingsinrichting : - ofwel ten minste vijfentwintig uren per week; - ofwel ten minste drie vierde van de beroepsactiviteit; ? voor de geneesheren-specialisten die hun beroepsactiviteit uitsluitend buiten een verplegingsinrichting uitoefenen : - ofwel raadplegingen in de spreekkamer die ten minste twintig uren per week omvatten; - ofwel raadplegingen in de spreekkamer die ten minste drie vierde van de beroepsactiviteit omvatten.
Art. 2.Het bedrag bedoeld in artikel 1, 1°, van onderhavig besluit, wordt toegekend aan de geneesheren die voor het volledige jaar voor hun volledige activiteit verbonden zijn.
Art. 3.De basisbedragen van, enerzijds, het rustpensioen bedoeld in artikel 6 en, anderzijds, het overlevingspensioen bedoeld in artikel 7 van hetzelfde besluit, worden vanaf 1 januari 2004, vastgesteld op respectievelijk 4.499,47 euro en 3.749,66 euro per jaar.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 januari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE