19 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit betreffende de inschrijving van voertuigen

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat we U ter handtekening voorleggen, heeft als doel het koninklijk besluit van 20 juli 2001 te wijzigen om de toepassing mogelijk te maken van artikel 1, tweede en derde lid van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, onlangs gewijzigd bij de programmawet van 5 augustus 2003 en de wet van 20 juli 2005.

Het tweede lid van voornoemd artikel bepaalt dat wat betreft de inschrijving van voertuigen enkel de kosten met betrekking tot het reserveren van een gepersonaliseerd opschrift aanleiding kunnen geven tot een retributie, terwijl het derde lid van hetzelfde artikel stelt dat de Koning het bedrag van die retributies bepaalt op voorstel van de minister tot wiens bevoegdheid het wegverkeer behoort.

Daartoe dienen de volgende artikelen van voornoemd besluit te worden aangepast : a) artikel 23 aangaande de reservering van een inschrijvingsnummer : het laatste lid dat handelt over de gewone retributie voor de inschrijving van een voertuig onder een gepersonaliseerd opschrift wordt afgeschaft;b) artikel 26 aangaande het bedrag van de retributies : enkel de punten 1° en 2° betreffende de reservering van gepersonaliseerde opschriften blijven behouden, de overige worden afgeschaft;c) artikel 27 aangaande de kwijting van de retributies : enkel punt 1° betreffende de gepersonaliseerde opschriften blijft behouden;d) artikel 28 aangaande de vrijstellingen van retributies : afschaffing van dit artikel aangezien de noodzaak tot vrijstelling vervalt. De dringende noodzakelijkheid wordt gemotiveerd door het feit dat artikel 35 van voornoemde programmawet uitdrukkelijk bepaalt dat wat betreft de inschrijving van voertuigen, de retributies, behalve de retributies betreffende het reserveren van een gepersonaliseerd opschrift, vanaf het jaar 2006 zullen worden afgeschaft.

Omdat dit wijzigingsbesluit uitsluitend een strikte toepassing inhoudt van de bepalingen van artikel 35 van de programmawet van 5 augustus 2003, werd het advies van de Raad van State niet gevraagd.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer trouwe dienaars, De Ministers van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

19 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de gecoördineerde wetten op de politie van het wegverkeer van 16 maart 1968, in het bijzonder artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985, 20 juli 1991, 5 augustus 2003 en 20 juli 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 april 2002, 18 maart 2003, 22 december 2003 en 23 februari 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 juni 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 15 december 2005;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, Overwegende dat artikel 35 van de programmawet van 5 augustus 2003 de afschaffing van de retributies betreffende de inschrijving van de voertuigen, met uitzondering van de retributies voor de reservering van een gepersonaliseerd opschrift, voorziet vanaf 2006;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 23 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, wordt het laatste lid opgeheven.

Art. 2.In artikel 26 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 april 2002, 22 december 2003 en 23 februari 2005, worden de punten 3° tot 11° opgeheven.

Art. 3.Artikel 27 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 maart 2003, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 27.De krachtens artikel 26 verschuldigde bedragen worden gekweten door middel van een overschrijving of een storting op een rekeningnummer geopend op naam van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid - Ontvangsten, volgens de onderrichtingen van de leidend ambtenaar. »

Art. 4.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Art. 6.Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Mobiliteit zijn ieder wet hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT