Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 december 1997
gepubliceerd op 30 december 1997

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 betreffende gevaarlijke stoffen en preparaten en bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022958
pub.
30/12/1997
prom.
19/12/1997
ELI
eli/besluit/1997/12/19/1997022958/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 betreffende gevaarlijke stoffen en preparaten en bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 57, §§ 2 en 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 juni 1995 betreffende gevaarlijke stoffen en preparaten en bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 maart 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 18 april 1997;

Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad op 13 juni 1997 betreffende de adviesaanvraag binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 september 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit avn 23 juni 1995 betreffende gevaarlijke stoffen en preparaten en bestrijdingsmiddelen voor niet-landbouwkundig gebruik wordt een derde paragraaf toegevoegd, luidend als volgt : « § 3. Als de aangifte betrekking heeft op het jaar waarin de toelating werd verleend of waarin de toelating afliep, is in afwijking van § 2 slechts een retributie verschuldigd ten belope van één twaalfde van het in § 2 bedoelde bedrag, vermenigvuldigd met het aantal maanden gedurende welke de toelating geldig was. Het aldus verkegen bedrag wordt per honderd frank naar boven afgerond. »

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door volgende bepalingen : «

Art. 3.§ 1. Tegelijk met de aangiftes van een gevaarlijk preparaat aan het « Nationaal centrum ter voorkoming en behandeling van intoxicaties » en aan het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, in de zin van artikel 13 van het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot reglementering van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan, zoals gewijzigd door dit besluit, dient door de verantwoordelijke voor het op de markt brengen van dit gevaarlijk preparaat, in de zin van artikel 9, § 1, b) van voornoemd koninklijk besluit van 13 januari 1993, een éénmalige retributie te worden betaald van 5 000 frank. § 2. In geval van wijziging van de aard of hoeveelheid van een gevaarlijk component in de samenstelling van een gevaarlijk preparaat dient overeenkomstig § 1 eveneens een retributie van 5 000 frank te worden betaald door de verantwoordelijke voor het op de markt brengen van dat gevaarlijk preparaat.

Ingeval enkel de benaming wijzigt of ingeval een gevaarlijk preparaat wordt toegevoegd aan een « gelijke groep », zoals gedefineerd onder § 5 van dit artikel, dient een retributie van 1 000 frank te worden betaald door de verantwoordelijke voor het op de markt brengen van dat gevaarlijk preparaat. § 3. In afwijking van het bepaalde in de §§ 1 en 2 van dit artikel zijn geen retributies verschuldigd voor : - gevaarlijke preparaten die in hoeveelheden van minder dan 10 kg per jaar per persoon die ze op de markt brengt op de markt worden gebracht; - gevaarlijke preparaten die in hoeveelheden van minder dan 100 kg per jaar per persoon die ze op de markt brengt op de markt worden gebracht en uitsluitend bestemd zijn voor wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling in gecontroleerde omstandigheden; de persoon die dergelijke preparaten op de markt brengt houdt de namen van de afnemers ter beschikking van de overheid; - gevaarlijke preparaten die op de markt worden gebracht voor produktiegericht onderzoek en ontwikkeling en die met dit doel in beperkte hoeveelheden aan een beperkt aantal geregistreerde afnemers worden geleverd voor een periode van één jaar; de persoon die dergelijke preparaten op de markt brengt houdt de namen van de afnemers ter beschikking van de overheid; - in vitro diagnostica; - analytische standaarden; - reagentia op de markt gebracht voor gebruik in laboratoria, inbegrepen de chemielokalen van onderwijsinstellingen. § 4. In afwijking van het bepaalde in de §§ 1 en 2 van dit artikel is een retributie verschuldigd van 1 000 frank per jaar per gevaarlijke gasvormige stof die de verantwoordelijke voor het op de markt brengen in de loop van het jaar onder vorm van een gevaarlijk gasmengsel op de markt heeft gebracht. § 5. In afwijking van het bepaalde in § 1 van dit artikel is een retributie verschuldigd van 5 000 frank door de verantwoordelijke voor het op de markt brengen per « gelijke groep » van gevaarlijke preparaten : dit zijn gevaarlijke preparaten van hetzelfde merk, die door eenzelfde persoon op de markt worden gebracht en die gelijk zijn wat betreft de componenten die tot de gevaarsindeling en -etikettering hebben geleid en waarbij de hoeveelheden van deze componenten mogen variëren voor zover dezelfde gevaarsindeling en -etikettering behouden blijft. »

Art. 3.§ 1. Artikel 13, eerste lid van het hoger vernoemde koninklijk besluit van 11 januari 1993 wordt vervangen door : « Ten laatste achtenveertig uren voor hij een gevaarlijk preparaat op de markt brengt, maakt de verantwoordelijke voor het op de markt brengen in de zin van artikel 9, § 1, b) van dit besluit aan het « Nationaal centrum ter voorkoming en behandeling van intoxicaties », bedoeld in het koninklijk besluit van 25 november 1983 betreffende Rijkstegemoetkoming aan het Nationaal centrum ter voorkoming en behandeling van intoxicaties, de volgende gegevens over : 1° de scheikundige samenstelling van het preparaat en alle informatie die nodig is voor de uitvoering van de taak van voornoemd centrum ;2° een apart formulier met volgende gegevens : - de gegevens die voorkomen op het etiket, in de zin van artikel 9, § 1, b) van dit besluit in de taal of talen van het taalgebied waar het preparaat op de markt wordt gebracht;in de plaats hiervan mag ook een exemplaar of een copie van het (de) etiket(ten) worden meegedeeld; - naam en volledig adres, inclusief telefoonnummer van de persoon die, in de zin van artikel 7 van dit besluit, het volledig dossier van het gevaarlijk preparaat ter beschikking houdt; - de datum van de laatste versie van het veiligheidsinformatieblad in de zin van artikel 12 van dit besluit; - de datum van de laatste notificatie betreffende het gevaarlijk preparaat aan het « Nationaal centrum ter voorkoming en behandeling van intoxicaties »; - het bewijs van de betaling van de retributie. § 2. Het hogergenoemde « Nationaal centrum ter voorkoming en behandeling van intoxicaties » stuurt het onder 2° van vorige paragraaf bedoelde formulier onmiddellijk door aan het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Dienst voor het Leefmilieu, Dienst Risicobeheersing. § 3. Het « Nationaal centrum ter voorkoming en behandeling van intoxicaties » en de « Dienst Risicobeheersing » sluiten een samenwerkingsakkoord af waarin de praktische modaliteiten worden opgenomen inzake het toezicht op en de uitwisseling van gegevens met betrekking tot de aangifte van gevaarlijke preparaten. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.

Art. 5.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 december 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Staatssecretaris voor Leefmilieu, J. PEETERS

^