gepubliceerd op 31 december 1997
Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie der gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten
19 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie der gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 april 1919 tot instelling van gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten, gewijzigd bij de wetten van 21 augustus 1948, 27 maart 1969, 2 december 1982, 18 juli 1991, bij het koninklijk besluit van 5 augustus 1991 en bij de wet van 5 augustus 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten;
Gelet op het protocol nr. 97 van 27 maart 1995 van het Sectorcomité III - Justitie;
Gelet op het advies van de Raad van Overleg van de gerechtelijke politie, gegeven op 8 mei 1996;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 mei 1996;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 mei 1996;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 23 mei 1996;
Gelet op het gemotiveerd advies van het Hoog Overlegcomité, sector III - Justitie, gegeven op 30 mei 1996;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De personeelsformatie van de gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten wordt als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Het koninklijk besluit van 18 november 1985 tot vaststelling van de personeelsformatie der gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 juli 1991, 25 september 1991, 6 december 1991, 18 oktober 1994 en 10 april 1995 en het koninklijk besluit van 6 oktober 1992 tot vaststelling van de personeelsformatie van de officieren en operateurs van de laboratoria voor wetenschappelijke politie bij de parketten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 juni 1994 en 23 juni 1995 worden opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 december 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY