gepubliceerd op 30 december 1997
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel
19 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, gewijzigd door de wetten van 22 maart 1971, 22 december 1977 en 22 februari 1994, inzonderheid op de artikelen 1 en 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel, inzonderheid op het artikel 3, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1995 houdende vaststelling van bepaalde ministeriële bevoegdheden met betrekking tot het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 december 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 17 december 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op het artikel 3, §1, vervangen door de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd bij de wetten van 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de oproepcentra van Mechelen, Kortrijk en van Marche-en-Famenne vanaf 1 januari 1998 afgeschaft moeten worden; dat de dringende geneeskundige hulpverlening onmiddellijk gereorganiseerd moet worden;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en van de Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 3.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de hierna vermelde Intercommunale en gemeenten worden aangewezen als centra van het eenvormig oproepstelsel : Antwerpen;
Aarlen;
Brugge;
Charleroi;
Gent;
Hasselt;
Intercommunale d'Incendie de Liège et Environs;
Bergen;
Namen;
Doornik.
De centra van het eenvormig oproepstelsel worden zodanig georganiseerd dat zij kunnen instaan voor de tenlasteneming van de oproepen van heel het grondgebied.
De bevoegde overheden die worden bedoeld in het eerste lid van dit artikel nemen alle maatregelen die nuttig zijn om zonder onderbreking de werking te waarborgen van de centra van het eenvormig oproepstelsel. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1998.
Art. 3.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en de Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 december 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS