Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2006
gepubliceerd op 24 mei 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201260
pub.
24/05/2006
prom.
19/04/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 april 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 december 1993.

Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 1999 Instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51340/CO/328.01) Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993;

Gelet op artikel 112 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;

Artikel 1.Voor het personeel van de "Vlaamse Vervoermaatschappij (V.V.M.)" wordt bij halvering van de arbeidsprestaties, vanaf de leeftijd van 55 jaar, geldend gedurende de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000, op voorwaarde dat zij 25 jaar bezoldigde of geassimileerde dagen hebben op het ogenblik dat de halvering van de arbeidsprestaties een aanvang neemt en dat zij tijdens de twaalf maanden - te rekenen van datum tot datum - die onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van hun arbeidsprestaties, bij de "V.V.M." hebben gewerkt in een voltijdse arbeidsregeling, een aanvullende vergoeding toegekend zoals voorzien bij voormeld koninklijk besluit van 17 november 1993. De berekening van het bruto-referteloon zal op dezelfde wijze geschieden als de berekening van het bruto-referteloon bij voltijds brugpensioen.

Art. 2.De jaren, doorgebracht in het stelsel van deeltijds brugpensioen, worden voltijds in aanmerking genomen bij de bepaling van de baremische anciënniteit en de dienstanciënniteit wat de overgang naar een ander barema betreft. Deze jaren worden eveneens, tot de leeftijd van 58 jaar, voltijds in aanmerking genomen ter berekening van de aanvullende toelage aan het wettelijk pensioen.

Art. 3.De arbeidstijdregeling zal in overleg met de entiteiten en binnen de bestaande reglementering worden bepaald.

Compenserende aanwerving ter vervanging is verplicht.

Art. 4.Overwegende dat het stads- en streekvervoer van de gewestelijke bevoegdheden deel uitmaakt en dat gewestelijke paritaire subcomités zijn opgericht, dat die elementen het sluiten van een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de "V.V.M." verantwoorden.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^