gepubliceerd op 26 april 2005
Koninklijk besluit tot aanwijzing voor de betrekking van gerechtelijk directeur bij de federale politie
19 APRIL 2005. - Koninklijk besluit tot aanwijzing voor de betrekking van gerechtelijk directeur bij de federale politie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op de artikelen 121 en 247;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1999 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige artikelen van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 oktober 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de eerste aanstelling in bepaalde betrekkingen van de federale politie en van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, inzonderheid op de artikelen 8, § 6, eerste lid, en 11, §§ 3 en 4;
Gelet op het advies van de commissie bedoeld in artikel 8, § 4, van datzelfde besluit, luidend als volgt : De heer HEZEL, Jürgen, is kandidaat voor de betrekking van gerechtelijk directeur te Eupen;
De heer HEZEL, Jürgen, kent zeer goed het activiteitenveld en kent de verschillende culturen van de twee diensten dankzij zijn voorgaande (bij de rijkswacht en bij de gerechtelijke politie) activiteiten. Hij is een bezieler van de integratie;
Hij heeft een goede theoretische en praktische kennis;
Hij kan zijn overtuiging mededelen en op een geestdriftige manier overbrengen;
Hij heeft een goede zin voor synthese;
Besluit : de commissie is van oordeel dat de heer HEZEL zeer geschikt is voor de betrekking van gerechtelijk directeur;
Gelet op het arrest nr. 96.350 van de Raad van State, uitgesproken op 15 juni 2001, dat de tenuitvoerlegging schorst van het uitvoeringsbesluit van 26 januari 2001 waarbij de heer J. HEZEL benoemd wordt tot gerechtelijk directeur voor het arrondissement Eupen;
Gelet op het arrest nr. 100.542 van de Raad van State, uitgesproken op 6 november 2001, dat de tenuitvoerlegging schorst van het ministerieel besluit van 9 juli 2001;
Gelet op het arrest nr. 118.950 van de Raad van State, uitgesproken op 30 april 2003, dat de nietigverklaring bevestigt van het koninklijk besluit van 26 januari 2001;
Antwoordend op de arresten van de Raad van State heeft de Minister van Justitie het advies gevraagd van een commissie, zoals die bedoeld in artikel 107 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus; deze commissie is samengesteld in overeenstemming met het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van de politiediensten, met name de artikelen VI.II. 55, 56 en 58; teneinde de schriftelijke taalbeheersing van de heer Jürgen HEZEL na te gaan;
Gelet op het advies van voornoemde commissie, verstrekt op 25 oktober 2004, luidende als volgt : De heer HEZEL heeft in het kader van zijn functie van gerechtelijk directeur het bewijs geleverd van een goede schriftelijke beheersing van de Duitse taal;
Gelet op het gemotiveerd advies van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 4 februari 2005;
Gelet op het gemotiveerd advies van de procureur-generaal bij het hof van beroep van Luik, d.d. 13 december 2004;
Gelet op het gemotiveerd advies van de procureur des Konings bij het gerechtelijk arrondissement van Eupen, d.d. 7 december 2004;
Overwegende dat hij op dit ogenblik feitelijk de functie uitoefent van gerechtelijk directeur te Eupen en dit tot tevredenheid van zijn oversten;
Overwegende dat hij omwille van de hiervoor vermelde gunstige adviezen en vaststellingen de meest geschikte kandidaat is om te worden aangewezen voor de betrekking van gerechtelijk directeur te Eupen;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De heer HEZEL, Jürgen, wordt aangewezen voor de betrekking van gerechtelijk directeur bij de federale politie voor het gerechtelijk arrondissement Eupen, voor een éénmaal hernieuwbare termijn van vijf jaar, met ingang van 1 februari 2001.
Art. 2.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX