19 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot hernieuwing van mandaten en benoeming van leden van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 21;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 10;

Gelet op de voordracht van kandidaten door de verzekeringsinstellingen, door de beroepsorganisaties van de zorgverstrekkers, door de representatieve organisaties van de werkgevers, van de werknemers, en van de zelfstandigen;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Worden hernieuwd voor een termijn van zes jaar ingaande op 1 mei 1999, als leden van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering : 1° als vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen : de heer Adriaensen, A.; de heer Carsauw, L.;

Mevr. Ceron, A.; de heer Close, J.-M.;

Mevr. Colle, M.-H.; de heer De Backer, B.;

Mevr. De Paepe, R.; de heer Descampe, E.; de heer Goldman, P.; de heer Hermesse, J.; de heer Justaert, M.; de heer Loix, M.; de heer Messiaen, G.; de heer Sauer, D.; de heer Thirion, A.; de heer Van den Oever, R.; de heer Van Oycke, G.; de heer Verertbruggen, P.; de heer Wauters, E., in de hoedanigheid van werkende leden, en de heer Boydens, J.; de heer Bronckaers, J.-P.; de heer Callewaert, P.; de heer Cools, P.; de heer Devillers, J.; de heer Leonard, Ch.; de heer Mayne, Ph.; de heer Mertens, P.; de heer Michiels, M.;

Mevr. Peeters, A.; de heer Peeters, G.; de heer Proesmans, H.; de heer Sumkay, F.; de heer Van der Meeren, I.;

Mevr. Van Gestel, K.; de heer Van Houte, Y., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden; 2° als vertegenwoordigers van de representatieve beroepsorganisaties van de officina-apothekers, de ziekenhuisapothekers en de apothekers-biologen : de heer Broeckx, D.; de heer Cornely, M.-H., in de hoedanigheid van werkende leden, en Mevr. Even-Adin, D.; de heer Raes, H., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden; 3° als vertegenwoordigers van de paramedische medewerkers : de heer Carlier, Ph.; de heer Geys, L.; de heer Vermeeren, L.; de heer Weyn, E., in de hoedanigheid van werkende leden, en Mevr. Bronée, B.;

Mevr. Denis, B.; de heer Teulingkx, P.; de heer Ureel, J.-P., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden; 4° als vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de werkgevers, van de werknemers en van de zelfstandigen : de heer Claessens, P.; de heer Maes, J.; de heer Palsterman, P.; de heer Van Lancker, H.;

Mevr. Vanderstappen, A., in de hoedanigheid van werkende leden, en de heer Muschart, J.-M.; de heer De Swert, G.; de heer De Vos, L.; de heer Van Daele, D., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden.

Art. 2.Worden benoemd tot leden van voornoemd comité, de dag van de bekendmaking van hun benoeming in het Belgisch Staatsblad, voor een termijn verstrijkend op 30 april 2005 : 1° als vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen : de heer Kesenne, J.; de heer Drabs, Ph., in de hoedanigheid van werkende leden, en de heer Debbaut, B; de heer Hutsebaut, L.; de heer Mertens, G.; de heer Soete, R.; de heer Wautot, A., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden; 2° als vertegenwoordigers van de paramedische medewerkers : de heer Heylen, L.; de heer Willems, L., in de hoedanigheid van werkende leden, en Mevr. Denis, M.-A.; de heer Vermeiren, L., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden; 3° als vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van de werkgevers, van de werknemers en van de zelfstandigen : Mevr.Adnet, B., in de hoedanigheid van werkend lid, en de heer Heusschen, M.; de heer Van Damme, I., in de hoedanigheid van plaatsvervangende leden.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN