Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 september 2001
gepubliceerd op 11 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, betreffende arbeidsduur en werkregeling

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012900
pub.
11/12/2001
prom.
18/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/18/2001012900/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, betreffende arbeidsduur en werkregeling (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, betreffende arbeidsduur en werkregeling.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999 Arbeidsduur en werkregeling (Overeenkomst geregistreerd op 5 april 2000 onder het nummer 54565/CO/127.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.

Worden als "arbeiders" beschouwd de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Werkregeling

Art. 2.Onverminderd de toepassing van artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd door de wet van 20 juli 1978, blijft de wekelijkse arbeidsduur op 39 uur per week vastgesteld, met aaneensluitende dagprestaties volgens de mogelijke arbeidsregelingen, voorzien in artikel 4.

De gemiddelde arbeidsduur bedraagt echter 38 uren en 50 minuten per week. De gemiddelde arbeidsduur wordt bereikt door het toekennen van compensatiedagen.

Art. 3.Zaterdagwerk.

Er mag op zaterdag gewerkt worden op voorwaarde dat : - de grens van de 39 uren per week niet overschreden wordt; - er niet wordt gewerkt op meer dan 5 dagen per week.

Art. 4.Mogelijke arbeidsregelingen.

Elke werkgever kan kiezen tussen 3 arbeidsregelingen : § 1. Dagelijkse aanwervingen per dagprestatie van 8 uren of een halve dagprestatie van 4 uren.

De arbeider kan tewerkgesteld worden in een aaneensluitende prestatie van 8 uren tussen 6 uur en 23 uur, met een rusttijd van 30 minuten.

Voor een halve dagprestatie vervalt de rusttijd van 30 minuten. § 2. Dagelijkse aanwervingen per dagprestatie van 10 uren.

De arbeider kan tewerkgesteld worden in een aaneensluitende dagprestatie van 10 uren tussen 6 uur en 23 uur, met 2 rusttijden van 30 minuten. § 3. Dagelijkse aanwerving per dagprestatie van 8 uren in een 2-ploegensysteem : - 1e ploeg : van 6 uur tot 14.30 uur; - 2e ploeg : van 14.30 uur tot 23 uur.

De arbeider kan tewerkgesteld worden in aaneensluitende dagprestatie van 8 uren, met een rusttijd van 30 minuten.

Art. 5.Rusttijden.

De rusttijden worden niet als arbeidstijd beschouwd.

Art. 6.Veranderen van arbeidsregeling.

Vooraleer een werkgever een arbeidsregeling kan veranderen, moet hij dit minimaal 10 kalenderdagen vooraf melden op het secretariaat van het « Kompensatiefonds voor de arbeiders uit de brandstoffenhandel van de provincie Oost-Vlaanderen, (K.A.B.O.V.) », Hoogstraat 15, 9000 Gent.

Indien er geen melding is van de werkgever, wordt deze geacht te werken onder de arbeidsregeling genoemd in artikel 4, § 1.

Art. 7.Werkaanbod.

Elk werkaanbod van de werkgever moet duidelijk vermelden onder welke arbeidsregeling de aanwerving gebeurt. HOOFDSTUK III. - Compensatiedagen

Art. 8.Er wordt een arbeidsduurverkorting doorgevoerd onder de vorm van compensatiedagen.

Art. 9.De compensatiedagen worden vergoed door het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen van handel in brandstoffen".

Art. 10.De compensatiedagen worden betaald door storting van een werkgeversbijdrage aan het in artikel 9 genoemd fonds.

Deze werkgeversbijdrage wordt bepaald per collectieve arbeidsovereenkomst in het Paritair Comité voor handel in brandstoffen.

Art. 11.De raad van bestuur van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen van handel in brandstoffen" bepaalt de modaliteiten van toekenning en betaling van de compensatiedagen.

Ongeacht de arbeidsregeling waarin de arbeider is tewerkgesteld zal hij recht hebben op 1 compensatiedag per schijf van 264 uur werkelijke arbeid met een maximum van 7 dagen per jaar.

Art. 12.De compensatiedagen worden individueel genomen, rekening houdend met de noodwendigheden van de arbeidsorganisatie en volgens de gebruikelijke procedure in de onderneming. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2000 en is gesloten voor onbepaalde duur. Ze vervangt de bepalingen van artikelen 7 en 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 juni 1998 (Belgisch Staatsblad van 27 augustus 1998).

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits naleving van een opzegtermijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de verzending van de opzegging. Deze opzegging geschiedt bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^