gepubliceerd op 22 september 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999 betreffende de arbeidsduur en werkregeling
4 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999 betreffende de arbeidsduur en werkregeling (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen betreffende de arbeidsduur en werkregeling, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 september 2001;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999 betreffende de arbeidsduur en werkregeling.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 18 september 2001, Belgisch Staatsblad van 11 december 2001.
Bijlage Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2003 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999 betreffende de arbeidsduur en werkregeling (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67740/CO/127.02)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen.
Worden als "arbeiders" beschouwd : de werklieden en werksters.
Art. 2.Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de handel in brandstoffen van Oost-Vlaanderen, betreffende de arbeidsduur en werkregeling geregistreerd onder het nummer 54565/CO/127.02 wordt vervangen door de volgende bepaling : "
Art. 2.Onverminderd de toepassing van artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971), gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978, blijft de wekelijkse arbeidsduur op 40 uur per week vastgesteld, met aaneensluitende dagprestaties volgens de mogelijke arbeidsregelingen, voorzien in artikel 4.
Vanaf 1 januari 2003 bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 38 uren per week. De gemiddelde arbeidsduur wordt bereikt door het toekennen van compensatiedagen."
Art. 3.Artikel 11 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door de volgende bepaling : "
Art. 11.De raad van bestuur van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen van handel in brandstoffen" bepaalt de modaliteiten van toekenning en betaling van de compensatiedagen. Ongeacht de arbeidsregeling waarin de arbeider is tewerkgesteld, zal hij recht hebben op 1 compensatiedag per schijf van 146 uren effectieve prestaties met een maximum van 12 dagen per jaar."
Art. 4.Het referentiejaar is de periode waarin de compensatiedagen worden verworven en opgenomen.
Deze periode vangt aan op 1 oktober en verstrijkt op 30 september van het volgend jaar.
Uitzonderlijk zal de eerste referentieperiode aanvangen op 1 januari 2003 en eindigen op 30 september 2003.
Er mag slechts één compensatiedag worden overgedragen naar het trimester volgend op de referentieperiode.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en heeft dezelfde geldigheid als deze die ze wijzigt.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2002 betreffende de arbeidsduur en werkregeling wordt ingetrokken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE