Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 september 2001
gepubliceerd op 23 januari 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het klein verlet

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012899
pub.
23/01/2002
prom.
18/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/18/2001012899/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het klein verlet (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het klein verlet.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1999 Klein verlet (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51028/CO/111.01.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren. HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in toepassing van : 1. het koninklijk besluit betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke plichten of van burgerlijke opdrachten van 28 augustus 1963 (Belgisch Staatsblad van 11 september 1963) en alle latere wijzigingen;2. het koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende het behoud van het normale loon van de werknemers voor de afwezigheidsdagen ter gelegenheid van bepaalde gebeurtenissen van 3 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 23 januari 1975);3. de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, van 10 februari 1999, betreffende het behoud van het normaal loon van de werknemers voor de afwezigheidsdagen ter gelegenheid van het overlijden van overgrootouders en achterkleinkinderen. HOOFDSTUK III. - Vervanging van collectieve arbeidsovereenkomsten

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 augustus 1960, de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 januari 1962 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 1973. HOOFDSTUK IV. - Regels inzake klein verlet

Art. 4.Het normaal loon, berekend op dezelfde wijze als voor de feestdagen, wordt uitbetaald voor de dagen waarop het werk verzuimd wordt om één van de volgende redenen, en wel ten belope van : 1. drie dagen voor het huwelijk van de arbeider(ster), door deze te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaats heeft of tijdens de daaropvolgende week;2. één dag, deze van het huwelijk van : - de vader of de moeder, een grootvader of een grootmoeder, de schoonvader of de schoonmoeder, de stiefvader of de stiefmoeder van de arbeider(ster); - een kind van de arbeider(ster) of van zijn (haar) echtgenote(oot); - een kleinkind van de arbeider(ster); - een broer of zuster, een schoonbroer of schoonzuster van de arbeider(ster); - gelijk welk ander familielid wonend onder hetzelfde dak als dat van de arbeider(ster). 3. drie dagen voor de arbeider te kiezen tijdens de twaalf dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling bij de geboorte van een kind van de arbeider zo de afstamming van dit kind langs vaderszijde vaststaat;4. drie dagen, te kiezen door de arbeider(ster) vanaf de dag die het overlijden voorafgaat tot en met de dag die op de begrafenis volgt, bij het afsterven van : - de echtgenoot(ote) van de arbeider(ster); - de ouders van de arbeider(ster) (vader, moeder, tweede echtgenoot(ote) van moeder of vader); - een kind van de arbeider(ster) of van zijn (haar) echtgenote(oot); - de vader of de moeder van de echtgenoot(ote) van de arbeider (ster); 5. twee dagen, te kiezen door de arbeider(ster) vanaf de dag van het overlijden tot en met de dag der begrafenis bij het afsterven der volgende bij de arbeider(ster) inwonende bloedverwanten : - een broer of zuster van de arbeider(ster); - een schoonzoon of schoondochter van de arbeider(ster); - een schoonbroer of schoonzuster van de arbeider(ster); - een grootvader of grootmoeder van de arbeider(ster); - een grootvader of grootmoeder van de echtgenote(oot) van de arbeider(ster); - een kleinkind van de arbeider(ster); - een overgrootvader of overgrootmoeder van de arbeider(ster); - een overgrootvader of overgrootmoeder van de echtgenoot(ote) van de arbeider(ster); - een achterkleinkind van de arbeider(ster); 6. één dag, deze van de begrafenis, bij het afsterven der volgende niet bij de arbeider(ster) inwonende bloedverwanten : - een broer of zuster van de arbeider(ster); - een schoonzoon of schoondochter van de arbeider(ster); - een schoonbroer of schoonzuster van de arbeider(ster); - een grootvader of grootmoeder van de arbeider(ster); - een grootvader of grootmoeder van de echtgenoot(ote) van de arbeider(ster); - een kleinkind van de arbeider(ster); - een overgrootvader of overgrootmoeder van de arbeider(ster); - een overgrootvader of overgrootmoeder van de echtgenoot van de arbeider(ster); - een achterkleinkind van de arbeider(ster); 7. één dag, deze van de begrafenis, bij het afsterven van gelijk welke bloedverwant wonende onder hetzelfde dak als dat van de arbeider (ster);8. één dag, deze van de begrafenis, bij het afsterven van de voogd(es) van de minderjarige arbeider(ster), of van het minderjarig pleegkind waarvoor de arbeider(ster) als voogd(es) optreedt;9. één dag, deze der plechtigheid, bij de priesterwijding of bij de kloostergelofte van een kind van de arbeider(ster) of van zijn (haar) echtgenote(oot), van een kleinkind, broer, zuster, schoonbroer en schoonzuster van de arbeider(ster), alsmede van om het even welke bij de arbeider(ster) inwonende bloedverwant;10. één dag voor de plechtige communie van een kind van arbeider(ster) zelf of van zijn/haar echtgenoot/echtgenote.Wanneer de plechtigheid plaats heeft op een zon- of feestdag of op een andere dag waarop normaal niet gewerkt wordt, zal de verletdag genomen worden op de arbeidsdag die het feest ofwel onmiddellijk voorafgaat ofwel er onmiddellijk op volgt; 11. één dag voor het feest der vrijzinnige jeugd waaraan een kind van de arbeider(ster) of zijn/haar echtgenoot/echtgenote deelneemt, daar waar dit feest wordt gevierd.Wanneer die plechtigheid plaats heeft op een zon- of feestdag of op een andere dag waarop normaal niet gewerkt wordt, zal de verletdag genomen worden op de arbeidsdag die het feest onmiddellijk voorafgaat ofwel er onmiddellijk op volgt; 12. de nodige tijd, met een maximum van één dag, om persoonlijk deel te nemen aan een officieel bijeengeroepen familieraad;13. de nodige tijd, met een maximum van drie dagen, voor het verblijf van de dienstplichtige arbeider in een recrutering- of selectiecentrum, of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een recrutering- of selectiecentrum;14. de nodige tijd, met een maximum van vijf dagen : a) om deel te nemen aan een jury;b) bij oproeping als getuige voor een rechtbank;c) voor persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank;d) om deel te nemen, in hoedanigheid van bijzitter bij een hoofdbureau voor stemopneming ter gelegenheid van wetgevende, provinciale, gemeenteverkiezingen en Europese parlementsverkiezingen;e) voor het uitoefenen van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen;15. drie dagen naar keuze van de arbeider(ster) naar aanleiding van het onthaal van een kind in het gezin van de arbeider(ster), in het kader van een adoptie, in de maand volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de arbeider(ster) zijn (haar) verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn (haar) gezin.

Art. 5.a) Voor de toepassing van de bepalingen van artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt de persoon, die samenwoont met de arbeider(ster) en van zijn (haar) gezin deel uitmaakt, gelijkgesteld met de echtgenote of echtgenoot. b) Voor de toepassing van artikel 4, §§ 2, 4, 5, 6, 9, 10 en 11 van deze overeenkomst wordt beschouwd als « kind », het wettelijk, gewettigd, aangenomen, erkend natuurlijk of regelmatig door arbeider(ster) opgevoed kind.c) Voor de toepassing van artikel 4, §§ 2, 5, 6 en 9 van deze overeenkomst worden de schoonbroer en de schoonzuster van de echtgenote(oot) van de arbeider(ster) gelijkgesteld met de schoonbroer en schoonzuster van de arbeider(ster).

Art. 6.Behoudens overmacht zal de vergoeding voor werkverzuim voorzien in deze overeenkomst aan de arbeider(ster) slechts worden uitbetaald mits hij (zij) vooraf de werkgever of diens vertegenwoordiger binnen een redelijke termijn heeft op de hoogte gebracht.

De arbeider(ster) moet het bewijs leveren van de gebeurtenis die het verzuim rechtvaardigt en de werkgever kan gebeurlijk het voorleggen van een officieel document verlangen.

Art. 7.Voor de toepassing van artikel 4 van deze overeenkomst zullen alleen als afwezigheid worden beschouwd de gewone werkdagen voor dewelke de arbeider(ster) aanspraak had mogen maken op het loon indien hij (zij) door de reden voorzien in artikel 4 niet belet was geweest te werken.

De onder artikel 4 vermelde vergoeding zal enkel worden uitbetaald indien de arbeider(ster) de verzuimdagen daadwerkelijk aan de voorziene doeleinden heeft gewijd. HOOFDSTUK IV. - Duur

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 19 april 1999 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^