Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 september 2001
gepubliceerd op 30 januari 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende het conventioneel brugpensioen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012888
pub.
30/01/2002
prom.
18/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/18/2001012888/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende het conventioneel brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende het conventioneel brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 Conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52845/CO/201) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die 5 of meer werknemers tewerkstellen en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel. Voor de bepalingen van « 5 of meer werknemers » wordt verwezen naar de tewerkstelling vermeld op de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-aangifte op 30 juni van het voorafgaandelijke jaar.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder « bedienden » verstaan de mannelijke en vrouwelijke bedienden. HOOFDSTUK II. - Recht op de aanvullende brugpensioenvergoeding

Art. 2.Bedienden van 58 jaar met 25 jaar loondienst. § 1. De regeling van aanvullende brugpensioenvergoeding, zoals ingesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, wordt toegepast op de bedienden van 58 jaar en ouder, indien ze worden ontslagen door hun werkgever (behalve om dringende redenen) en op voorwaarde dat ze 25 jaar loondienst totaliseren. § 2. De werknemers kunnen volgens de huidige overeenkomst slechts in brugpensioen gaan voor zover ze voldoen aan de voorwaarden betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen. § 3. De leeftijd waarvan sprake in § 1 van dit artikel moet ten laatste bereikt zijn bij het effectief verstrijken van de opzeggingstermijn of op de datum waarop de verbrekingsvergoeding wordt toegekend en in alle geval vóór het verstrijken van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 4. De artikelen 4 tot en met 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 zijn eveneens van toepassing. § 5. Het brugpensioen toegepast op basis van deze overeenkomst neemt een einde wanneer de werknemer de pensioenleeftijd bereikt. HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding en duur

Art. 3.Deze overeenkomst is gesloten voor bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 1999 en loopt af op 31 december 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^