Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 september 1999
gepubliceerd op 02 oktober 1999

Koninklijk besluit betreffende de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het kader van een preventiecampagne tegen hepatitis B voor de jaren 1999 en 2000

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022924
pub.
02/10/1999
prom.
18/09/1999
ELI
eli/besluit/1999/09/18/1999022924/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 SEPTEMBER 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het kader van een preventiecampagne tegen hepatitis B voor de jaren 1999 en 2000


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 56, eerste lid;

Gelet op het advies uitgebracht door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 10 mei 1999;

Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 18 juni 1998;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid : - dat dit besluit onverwijld in het Belgisch Staatsblad moet gepubliceerd worden, aangezien de preventiecampagne loopt tijdens de jaren 1999 en 2000 en ten laatste van start dient te gaan vanaf het schooljaar 1999-2000 (de verstrekking gebeurt namelijk door centra van Medisch Schooltoezicht, consultatiecentra van Kind & Gezin en kabinetten van huis- en kinderartsen); - dat de uitvoering van het protokolakkoord betreffende de preventie, in het bijzonder de preventie tegen hepatitis B, afgesloten tussen de federale Overheid en de Overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 136 van de Grondwet een structurele besparing zal opleveren in de uitgaven ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 juni 1999 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Onder de hierna vermelde voorwaarden kan tussen het Verzekeringscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid - L. PASTEUR een overeenkomst worden gesloten waarbij in een bijzondere regeling wordt voorzien voor de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het kader van een preventiecampagne tegen hepatitis B.

Art. 2.De bepalingen van de in artikel 1 genoemde overeenkomst zijn van toepassing op alle vaccins inzake hepatitis B die verstrekt worden in uitvoering van het protocolakkoord betreffende de preventie, in het bijzonder de preventie tegen hepatitis B, afgesloten tussen de federale overheid en de overheden bedoeld in artikel 128, 130 en 136 van de Grondwet en het avenant bij dit protocolakkoord.

De betrokken overeenkomst bevat de financiële modaliteiten voor de tegemoetkoming in de aankoop kost van die vaccins alsmede de procedure met betrekking tot de controle van de facturen van de producenten van de betrokken vaccins.

Art. 3.De tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging wordt vastgesteld op grond van : 1° een begrotingsenveloppe op jaarbasis waarvan het bedrag wordt vastgesteld op 100 miljoen frank voor 1999 en op 250 miljoen frank voor 2000;Indien het beschikbaar gestelde budget onvoldoende blijkt te zijn, kan er een bijkomend budget worden aangevraagd via de geldende procedure. 2° de volledige betaling van de vaccins waarvan de prijs bedongen is via een openbare aanbesteding.

Art. 4.De in artikel 3 bedoelde tegemoetkoming wordt aangerekend op de administratiekosten van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 15 juni 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 september 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^