gepubliceerd op 07 november 1997
Koninklijk besluit houdende toekenning van een evaluatiepremie aan sommige ambtenaren van de Regie der Luchtwegen
18 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit houdende toekenning van een evaluatiepremie aan sommige ambtenaren van de Regie der Luchtwegen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van Openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het statuut van de Regie der Luchtwegen, gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 oktober 1970 houdende omwerking van het statuut van de Regie der Luchtwegen en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 maart 1981, het koninklijk besluit nr. 240 van 31 december 1983 en het koninklijk besluit nr. 425 van 1 augustus 1986;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 1991 tot vaststelling van het statuut van de ambtenaren van de Regie der Luchtwegen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 juli 1994, 9 maart 1995 en 5 mei 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1997 tot vaststelling van de weddeschalen van de graden van de Regie der Luchtwegen;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 11 juni 1997;
Gelet op het akkoord van Onze Minister voor Ambtenarenzaken, gegeven op 11 juni 1997;
Gelet op het protocol van 4 september 1997 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd in het Sectorcomité VI : Verkeerswezen, zijn vermeld;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat van 1 januari 1997 af de aan de betrokken graden verbonden weddeschalen dienen gewijzigd te worden in functie van de toegekende evaluatiepremie, wat, overeenkomstig de wettelijke beschikkingen terzake, de onverwijlde bekrachtiging vergt van bedoelde premie;
Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Met ingang van 1 april 1993 wordt een evaluatiepremie toegekend aan de vastbenoemde ambtenaren van de niveaus 1 en 2 van de Regie der Luchtwegen, met uitzondering van : - de ambtenaren van de directie meteorologie en luchtvaartteleverbindingen; - de ambtenaren die genieten van een weddecomplement overeenkomstig de beschikkingen van het koninklijk besluit van 3 juni 1997 tot vaststelling van de weddeschalen van de graden van de Regie der Luchtwegen.
Art. 2.§ 1. De evaluatiepremie wordt vastgesteld in schalen die variëren naargelang van de rang. § 2. De minima en maxima jaarbedragen van de respectievelijke schalen, evenals de spreiding ervan en het bedrag van de tussentijdse verhogingen worden per rangengroep bepaald in de tabel die opgenomen is als bijlage bij dit besluit.
Art. 3.§ 1. De evaluatiepremie wordt van 1 juli 1993 af verhoogd met 4 %. § 2. De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de Regie der Luchtwegen geldt eveneens voor deze premie. Zij wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.
Art. 4.§ 1. De ambtenaar geniet de schaal verbonden aan de rang waartoe de graad, waarvan hij titularis is of die hij tijdelijk bij wege van hogere functies bekleedt, behoort. § 2. In elke respectieve schaal bekomt de ambtenaar het bedrag dat overeenstemt met zijn totale dienstanciënniteit, verminderd evenwel met twee jaar voor de titularissen van de graad van industrieel ingenieur of ingenieur en met drie jaar voor de titularissen van de andere betrokken graden. § 3. Voor toepassing van de in vorige paragraaf vermelde beschikking worden de tijdelijke diensten bij de Regie der Luchtwegen in aanmerking genomen tot een maximum van twee jaar voor de industriële ingenieurs en de ingenieurs en tot een maximum van drie jaar voor alle andere betrokken graden.
Art. 5.De evaluatiepremie wordt per semester uitbetaald, hetzij eind juli, hetzij eind januari van het daaropvolgende jaar, naargelang het gaat om het eerste of tweede semester van het in aanmerking te nemen jaar.
Art. 6.De evaluatiepremie wordt in evenredige mate als de wedde verminderd.
Art. 7.In afwijking van artikel 6 van dit besluit kunnen de ambtenaren geen aanspraak maken op de evaluatiepremie voor de periode van het betrokken semester tijdens dewelke : 1° zij de beoordeling "slecht" hebben;2° zij met verlof wegens ziekte of gebrekkigheid zijn voor een ononderbroken periode van meer dan 90 dagen;3° zij geschorst zijn in het belang van de dienst.
Art. 8.§ 1. De ambtenaren die de beoordeling "voldoende" hebben en de ambtenaren van de rangen 13 en hoger worden geëvalueerd over hun werkzaamheden en prestaties overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld door de Minister die de burgerluchtvaart in zijn bevoegdheid heeft. § 2. De afwijking waarvan sprake in artikel 7 van dit besluit is eveneens van toepassing op de in § 1 voormelde ambtenaren die een ongunstige evaluatiemelding bekomen.
Art. 9.De eerste betaling heeft uitzonderlijk betrekking op een periode van 3 maanden.
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1993.
Art. 11.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitwerking van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 september 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN Annexe - Bijlage Groupes - Groepen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 september 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN