Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 2009
gepubliceerd op 02 juni 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden en houdende maatregelen ter bevordering van de vorming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009205136
pub.
02/06/2010
prom.
18/11/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden en houdende maatregelen ter bevordering van de vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden en houdende maatregelen ter bevordering van de vorming.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2009 Loon- en arbeidsvoorwaarden en maatregelen ter bevordering van de vorming (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 2009 onder het nummer 92525/CO/314) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de ondernemingen die behoren tot de bevoegedheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. Onder "werknemers" verstaat : men de arbeiders, arbeidsters en bedienden. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Wettelijke en conventionele bepalingen Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van hoofdstuk IV, titel III van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten en van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en van zijn uitvoeringsbesluiten, en ook in toepassing van het uitzonderlijk interprofessioneel akkoord van 22 december 2008 met het oog op de sectorale onderhandelingen en de onderhandelingen in de ondernemingen tijdens de periode 2009-2010. HOOFDSTUK III. - Koopkracht

Art. 3.Verhoging van uurlonen en maandlonen Vanaf 1 juli 2009 wordt een verhoging toegepast op de basisuurlonen van de classificatie gelijk aan 0,15 EUR en wordt een verhoging toegepast op de basismaandlonen van de classificatie gelijk aan 24,70 EUR. Vanaf 1 januari 2010 wordt een verhoging toegepast op de basisuurlonen van de classificatie gelijk aan 0,05 EUR en wordt een verhoging toegepast op de basismaandlonen van de classificatie gelijk aan 8,23 EUR.

Art. 4.Eindejaarspremie Voor de duur van de overeenkomst zal de eindejaarspremie worden opgetrokken tot 9 pct. volgens de modaliteiten voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007 en door het fonds voor bestaanszekerheid.

Vanaf de betaling van de eindejaarspremie 2009 zal een percentage van 9 pct. worden toegepast op de jaarlijkse brutolonen, waarvan 0,67 pct. ten laste zijn van het fonds voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK IV. - Classificatie

Art. 5.Afschaffing van categorie 1b van de classificatie Vanaf 1 juli 2009 zal de categorie 1b van de classificatie, opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007, afgeschaft worden voor de 4 subsectoren, kappers, schoonheidszorgen, administratief bedienden en fitness- en/of bodybuildingcentra, sauna's en/of zonnecentra.

Vanaf 1 juli 2009 de werknemers in categorie 1b gaan ogenblikkelijk over naar categorie 2.

Art. 6.Categorie 3 Om de toegang tot categorie 3 te vergemakkelijken, wordt het fonds van bestaanszekerheid belast met de opdracht geaccrediteerde vormingsmodules voor te stellen die recht geven op een maximum credits.

Deze vormingen zullen zich richten op het verwerven van bijkomende competenties, meer bepaald attitudevorming en commerciële vorming en zullen erkend kunne worden door de "ervaringbewijzen". HOOFDSTUK V. - Mobiliteit en verplaatsing

Art. 7.Tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten Vanaf 1 juni 2009 zal de tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten voor woon-werkverkeer, voor alle vervoermiddelen uitgezonderd de fiets, 80 pct. bedragen van het maandabonnement (treinkaart) van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.

De tussenkomst wordt enkel toegekend voor de effectieve aanwezigheidsdagen in de onderneming. Om het dagbedrag te bepalen wordt het maandbedrag gedeeld door 20.

De andere modaliteiten, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007 blijven geheel en al van toepassing.

Art. 8.Verplaatsingen met de fiets Voor werknemers die trajecten afleggen met de fiets, zal de werkgever een fietsvergoeding betalen gelijk aan 0,15 EUR per kilometer en dit vanaf 1 juni 2009.

Art. 9.Gunstiger toestanden De gunstiger toestanden die voordien reeds bestonden in bepaalde ondernemingen blijven in hun huidige vorm behouden voor de betrokken werknemers. HOOFDSTUK VI. - Bestaanszekerheid

Art. 10.Bijkomende vergoedingen Vanaf 1 januari 2009 zal het fonds voor bestaanszekerheid, volgens nog te bepalen modaliteiten, onder de vorm van bijkomende vergoedingen tussenkomen in vervangingsinkomsten. De vakbondsorganisaties zullen zorgen voor de effectieve uitbetaling van deze vergoedingen.

In geval van tijdelijke werkloosheid zal de bijkomende vergoeding gelijk zijn aan 5 EUR per dag vanaf de 10e dag en dit voor een maximum van 100 dagen per jaar.

In geval van ziekte, arbeidsongeval, beroepsziekte, zwangerschapsverlof en ongevallen in gemeen recht zal de bijkomende vergoeding gelijk zijn aan 5 EUR per dag vanaf de 31e dag en dit voor een maximum van 120 dagen per jaar. HOOFDSTUK VII. - Gezondheid, veiligheid

Art. 11.Medisch onderzoek In het kader van de verplichte onderzoeken bij de aanwerving zullen de opdrachten van de arbeidsgeneesheren vanaf 1 januari 2009 worden uitgebreid tot huidziektes om de werknemers te adviseren en te waarschuwen. Gezien de specifieke risico's in de sector kappers en schoonheidszorgen wordt een jaarlijks medisch onderzoek, inclusief dermatologische aspecten, verplicht.

Vanaf 1 januari 2009 en volgens de modaliteiten te definiëren door het fonds voor bestaanszekerheid, hebben de werknemers recht op een forfaitaire vergoeding van 20 EUR per jaar om de kosten van een bezoek aan een dermatoloog naar keuze te dekken.

Art. 12.Risicobeheer De sociale partners van de sector zullen het onderhandelingsproces van het europees kaderakkoord inzake preventieve van risico's voor de gezondheid van de werknemers in de sector van kappers en schoonheidszorgen steunen. Ze zullen blijven aandringen bij de autoriteiten op het bekomen van een nieuw europees reglement voor cosmetische producten (Com(2008)0049).

Art. 13.Werkkledij Teneinde de rechtsonzekerheid te beperken, zal een collectieve arbeidsovereenkomst worden gesloten voor 30 juni 2009.

In deze overeenkomst zullen de verschillende vormen van beschermingskledij, specifiek voor de sector, geïdentificeerd worden.

De werkgevers dienen deze te leveren en te onderhouden.

Voor andere kledij, worden de werknemers vanaf 1 juli 2009 vergoed voor een bedrag gelijk aan 1,5 EUR per werkdag voor aankoop en onderhoud ervan. HOOFDSTUK VIII. - Tewerkstelling en vorming van risicogroepen

Art. 14.Verlenging van de akkoorden voor de risicogroepen De bepalingen ten voordele van de risicogroepen, opgenomen in de artikelen 7 tot 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007, worden verlengd voor de periode 2009-2010 door een collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2008 (koninklijk besluit van 26 maart 2009).

Art. 15.Sectorale acties ten voordele van de vorming Het fonds voor bestaanszekerheid zal op korte termijn een werkgroep oprichten om het sectorale vormingsbeleid te herdefiniëren en om haar functie inzake vorming op een duurzame manier te versterken en te ontwikkelen.

Het fonds voor bestaanszekerheid zal een agenda opstellen in overleg met de gesprekspartners van de sector. HOOFDSTUK IX. - Einde van de loopbaan

Art. 16.Brugpensioen De bestaande systemen van brugpensioen worden verlengd in het kader van de wettelijke bepalingen en zullen worden opgenomen in specifieke overeenkomsten. HOOFDSTUK X. - Carenzdag

Art. 17.Afschaffing van de carenzdag Vanaf 1 juli 2009 wordt de carenzdag definitief afgeschaft voor de arbeiders/arbeidersters met tenminste 12 maanden anciënniteit in de onderneming. HOOFDSTUK XI. - Bijkomende verlofdagen

Art. 18.Anciënniteitsverlof Vanaf 2009 wordt een betaalde verlofdag toegekend per schijf van 5 jaar anciënniteit in de onderneming. HOOFDSTUK XII. - Waardig werk

Art. 19.Steun aan projecten Het fonds voor bestaanszekerheid, na goedkeuring door zijn raad van beheer, zal de projecten, voorgesteld door de vakbondsorganisaties, financieel steunen als bijdrage tot de collectieve inspanning om op internationaal vlak het recht op waardig werk veilig te stellen. HOOFDSTUK XIII. - Syndicale premie

Art. 20.Syndicale premie Vanaf 2009 zal de syndicale premie overeenstemmen met het bedrag waarvoor de bijdragen zijn vrijgesteld van Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De syndicale premie zal dus automatisch aangepast worden aan dat bedrag.

Voor 2009 bedraagt de syndicale premie 135 EUR. HOOFDSTUK XIV. - Verlenging van de akkoorden

Art. 21.Verlenging van de akkoorden Alle bepalingen die door de huidige overeenkomst niet zijn gewijzigd, blijven van toepassing. HOOFDSTUK XV. - Duur en geldigheid

Art. 22.Duur De huidige overeenkomst wordt gesloten voor een periode van twee jaar.

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^