Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 2009
gepubliceerd op 16 maart 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 en 2 maart 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009012254
pub.
16/03/2010
prom.
18/11/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 en 2 maart 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector;

Op de voordracht van De Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 en 2 maart 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 en 2 maart 2009 Toekenning van een eindejaarstoelage (Overeenkomst geregistreerd op 26 maart 2009 onder het nummer 91589/CO/331) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers waarvan de tewerkstelling gefinancierd wordt door het "Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten" (FCUD), tenzij : - deze tewerkstelling eveneens gefinancierd wordt in het kader van het door de Vlaamse overheid gefinancierde gesco-stelsel; - de FCUD-subsidiëring toereikend is voor de volledige of gedeeltelijke financiering van de bepalingen in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Vaststelling van het bedrag

Art. 2.Het bedrag van de eindejaarstoelage is samengesteld uit een vast geïndexeerd gedeelte, een vast niet-geïndexeerd gedeelte en een procentueel gedeelte op het bruto-jaarloon van de werknemer.

Art. 3.Het vast geïndexeerd gedeelte wordt vanaf 1993 berekend bij toepassing van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector, en aangevuld overeenkomstig punt 2.2 van het Vlaams akkoord voor de non-profit/social profit van 6 juni 2005.

Art. 4.§ 1. Het vast geïndexeerd gedeelte bedraagt 280,81 EUR voor het jaar 2005. Dit bedrag wordt voor het jaar 2006 verhoogd met een percentage dat wordt bekomen door het indexcijfer van de consumptieprijzen dat van kracht is in de maand oktober van het jaar 2006 te delen door het indexcijfer dat van kracht is in de maand oktober van jaar 2005. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen. § 2. Het vast geïndexeerd gedeelte wordt vanaf 2006 verhoogd overeenkomstig punt 2.2 van het Vlaams akkoord voor de non-profit/social profit van 6 juni 2005, en opgebouwd tot en met 2010 volgens de fasering voorzien in dit akkoord :

2006

2007

2008

2009

à partir de/vanaf 2010

62,33 EUR

136,89 EUR

211,46 EUR

285,44 EUR

360,00 EUR


§ 3. Het bedrag voor het jaar 2006, vastgesteld in toepassing van § 1 van dit artikel, alsook de bedragen vermeld in § 2 van dit artikel, worden met ingang van 2007 jaarlijks aangepast met toepassing van het volgende indexeringsmechanisme.

Het bedrag van het vast geïndexeerde gedeelte van het in aanmerking genomen jaar wordt bekomen door het te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in de maand oktober van jaar 2006. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen. § 4. Het bedrag van het totale vast geïndexeerd gedeelte van deze eindejaarstoelage wordt jaarlijks vastgesteld en als bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen.

Art. 5.Het vast niet-geïndexeerd gedeelte bedraagt 55,08 EUR.

Art. 6.§ 1. Het procentueel gedeelte bedraagt 2,5 pct. van het geïndexeerd brutojaarloon van de werknemer. § 2. Het procentueel gedeelte wordt vanaf 2006 verhoogd overeenkomstig punt 2.2 van het Vlaams akkoord voor de non-profit/social profit van 6 juni 2005, en opgebouwd tot en met 2010 volgens de fasering voorzien in dit akkoord :

2006

2007

2008

2009

2010

0,18 p.c./pct.

0,39 p.c./pct.

0,60 p.c./pct.

0,81 p.c./pct.

1,02 p.c./pct.


§ 3. Onder "geïndexeerd brutojaarloon" wordt verstaan : de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremieke brutomaandloon van de maand oktober van het kalenderjaar, met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van de toeslagen. HOOFDSTUK III. - Toekenning van de eindejaarstoelage

Art. 7.Aan de werknemer wordt een eindejaarstoelage uitbetaald overeenkomstig de effectieve en/of gelijkgestelde prestaties in de referteperiode van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken kalenderjaar, in die betekenis dat een volledige referteperiode overeenkomt met een volledige eindejaarstoelage, of in het andere geval in verhouding tot deze referteperiode.

Art. 8.Voor de deeltijdse werknemers wordt het bedrag van de eindejaarstoelage dat de werknemer zou hebben genoten indien hij voltijds was geweest, berekend in verhouding tot de contractuele arbeidstijd, effectief of gelijkgesteld, tijdens de referteperiode.

Art. 9.De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan de om dringende reden ontslagen werknemers.

Art. 10.Wanneer een werknemer tijdens de referteperiode in dienst of uit dienst van de onderneming is getreden, wordt de eindejaarstoelage berekend en uitbetaald volgens de effectieve of gelijkgestelde arbeidsprestaties tijdens de referteperiode.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten welke hiermee tenminste gelijkwaardig is. HOOFDSTUK IV. - Berekeningswijze

Art. 12.Iedere gewerkte, of daarmee gelijkgestelde maand, tijdens de referentieperiode, geeft recht op 1/9de van het bedrag van de eindejaarstoelage, berekend overeenkomstig deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Elke arbeidsovereenkomst ingegaan voor de dertiende dag van de maand wordt, voor de berekening van de eindejaarstoelage, beschouwd als een tewerkstellingsperiode voor een volledige maand.

Art. 13.Wanneer de betrokken werknemer niet het normale loon heeft genoten voor de maand oktober van betrokken jaar, komt voor de berekening van het veranderlijk gedeelte van de eindejaarstoelage het geïndexeerd brutojaarloon desgevallend het fictief loon van deze maand oktober in aanmerking voor de berekening. HOOFDSTUK V. - Betalingsmodaliteit

Art. 14.De eindejaarstoelage is betaalbaar in de maand december van het jaar waarvoor ze wordt toegekend. In geval van uitdiensttreding is de verschuldigde eindejaarstoelage betaalbaar bij de eindafrekening. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 15.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, voor wat betreft het toepassingsgebied bepaald in artikel 1, vanaf de datum van haar inwerkingtreding de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 houdende toekenning van een eindejaarstoelage, gesloten in het Paritair Subcomité voor gezondheidsinrichtingen en -diensten. § 2. In de bijlage, die integraal deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt het overzicht opgenomen van de toepassingsdata met het bedrag van het vast geïndexeerde gedeelte en het percentage voor het procentueel gedeelte van de eindejaarstoelage.

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 8 juni 2007 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2007 en 2 maart 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector, betreffende de toekenning van een eindejaarstoelage Aanpassing van het vast geïndexeerde gedeelte van de eindejaarstoelage overeenkomstig artikel 4, § 3, en van het percentage voor het procentueel gedeelte van de eindejaarstoelage overeenkomstig artikel 15, § 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. 1. jaar 2005 : het vast geïndexeerd gedeelte is 280,81 EUR en het procentueel gedeelte is 2,5 pct.; 2. jaar 2006 : het vast geïndexeerd gedeelte is 348,48 EUR (zijnde 286,15 EUR + 62,33 EUR) en het procentueel gedeelte is 2,68 pct. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^