gepubliceerd op 02 maart 2000
Koninklijk besluit houdende overdracht in de aangepaste algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999, van een deel van de kredieten ingeschreven op de programma's 16-60-0, 16-50-0, 16-50-1, 16-50-2 en 16-50-4 naar de programma's 16-50-0, 16-50-1 en 16-50-2
18 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit houdende overdracht in de aangepaste algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999, van een deel van de kredieten ingeschreven op de programma's 16-60-0, 16-50-0, 16-50-1, 16-50-2 en 16-50-4 naar de programma's 16-50-0, 16-50-1 en 16-50-2
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 december 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999;
Gelet op de wet van 7 mei 1999 houdende vierde aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999, inzonderheid op artikel 1-01-3;
Overwegende dat dit artikel 1-01-3 van de wet van 7 mei 1999 voorziet dat, in afwijking van artikel 15 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, aan de Ministerraad de toelating gegeven wordt over te gaan tot een nieuwe verdeling van het geheel van de kredieten ingeschreven in de aangepaste algemene uitgavenbegroting voor het jaar 1999, teneinde de middelen vrij te maken die strikt noodzakelijk zijn voor een dringende humanitaire hulpverlening aan de Balkanlanden;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 oktober 1999;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De niet-gesplitste kredieten ingeschreven op de basisallocaties 60-0-1-1103, "Bezoldigingen en allerhande toelagen aan vast en stagedoend statutair personeel" en 60-0-1-1104, "Bezoldigingen en allerhande toelagen aan ander dan statutair personeel" van het bestaansmiddelenprogramma 16-60-0 te verminderen met een bedrag van respectievelijk 137 en 38 miljoen frank.
Art. 2.De ordonnanceringskredieten ingeschreven op de basisallocatie 50-1-1-1236 en de niet-gesplitste kredieten ingeschreven op de basisallocatie 50-1-5-1235, "Uitgaven voor gebruik en onderhoud van specifiek militaire middelen", van het activiteitenprogramma 16-50-1, « Training » van de aangepaste algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999 te verminderen met een bedrag van respectievelijk 350 en 75 miljoen frank.
Art. 3.De ordonnanceringskredieten ingeschreven op de basisallocaties 50-2-1-1374 "Aankoop, vernieuwing en modernisering van specifiek militaire middelen" en 50-2-2-7112, "Aankoop of onteigening van gronden", van het activiteitenprogramma 16-50-2 "Vernieuwing van de uitrusting en infrastructuur" van de aangepaste algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999 te verminderen met een bedrag van respectievelijk 1 576 en 50 miljoen frank.
Art. 4.Het ordonnanceringskrediet ingeschreven op de basisallocaties 50-4-2-3502 "Financiële bijdrage van België in de internationale infrastructuur" van het activiteitenprogramma 16-50-4, "Intemationale verplichtingen" van de aangepaste algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999 te verminderen met een bedrag van 32 miljoen frank.
Art. 5.De niet-gesplitste kredieten ingeschreven op de basisallocaties 50-0-1-1103 "Bezoldigingen en allerhande toelagen aan vast en stagedoend personeel », 50-0-2-1201, « Bestendige uitgaven voor de aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten" en 50-0-2-1233, "Uitgaven voor de lopende aankopen van goederen en diensten ten voordele van de Krijgsmacht" van het bestaansmiddelenprogramma 16-50-0 van de aangepaste algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999 te verhogen met een bedrag van respectievelijk 1 100, 21 en 100 miljoen frank.
Art. 6.De niet-gesplitste kredieten ingeschreven op basisallocaties 50-1-2-1235, 50-1-3-1235 en 50-1-4-1235, "Uitgaven voor gebruik en onderhoud van specifiek militaire middelen" van het programma 16-50-1, "Training", van de aangepaste algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999 te verhogen met een bedrag van respectievelijk 402, 80 en 5 miljoen frank.
Art. 7.Het niet-gesplitst krediet ingeschreven op de basisallocatie 50-2-1-1373, "Aankoop, vemieuwing en modemisering van specifiek militaire middelen" van het programma 16-50-2, "Vernieuwing van de uitrusting en infrastructuur" van de aangepaste algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 1999 te verhogen met een bedrag 550 miljoen frank.
Art. 8.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting. Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Landsverdediging zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 november 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT