gepubliceerd op 13 juni 2022
Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren
18 MEI 2022. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, artikel 2, zesde lid, ingevoegd bij de wet van 12 augustus 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/08/2000 pub. 31/08/2000 numac 2000003530 bron diensten van de eerste minister en ministerie van financien Wet houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen sluiten;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, gegeven op 10 februari 2022;
Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 31 maart 2022 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk en de Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die ze tewerkstellen.
Art. 2.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2023 recht op zes rustdagen, als volgt vastgesteld : - 3 januari; - 4 januari; - 5 januari; - 6 januari; - 19 mei; - 14 augustus.
Art. 3.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2024 recht op zes rustdagen, als volgt vastgesteld : - 2 januari; - 3 januari; - 4 januari; - 5 januari; - 2 april; - 10 mei.
Art. 4.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2025 recht op zes rustdagen, als volgt vastgesteld : - 2 januari; - 3 januari; - 18 april; - 2 mei; - 30 mei; - 22 december.
Art. 5.De werklieden, bedoeld in artikel 1, hebben in 2026 recht op zes rustdagen, als volgt vastgesteld : - 2 januari; - 7 april; - 8 april; - 15 mei; - 21 december; - 22 december.
Art. 6.De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 mei 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Koninklijk besluit nr.213 van 26 september 1983, Belgisch Staatsblad van 7 oktober 1983.
Wet van 12 augustus 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/08/2000 pub. 31/08/2000 numac 2000003530 bron diensten van de eerste minister en ministerie van financien Wet houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen sluiten, Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2000.