gepubliceerd op 18 april 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen
18 MAART 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de gecoördineerde wetten op de politie van het wegverkeer van 16 maart 1968, in het bijzonder artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 20 juli 1991;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 april 2002;
Gelet op artikel 3, § 1 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de benaming en de structuren van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur gewijzigd zijn door het koninklijk besluit van 20 november 2001 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, gewijzigd door het koninklijk besluit van 28 augustus 2002, alsook door het ministerieel besluit van 24 juli 2002 dat de datum van inwerkingtreding vaststelt, het dus belangrijk is bijgevolg zonder uitstel het voornoemd koninklijk besluit van 20 juli 2001 aan te passen;
Overwegende dat de mogelijkheid om voertuigen via elektronische weg in te schrijven een alternatieve, aanvullende en gelijkwaardige manier biedt tot uitvoering van de inschrijvingsprocedure; dat het van belang is aan het geheel van de gebruikers, professionelen alsook particulieren, zonder enig uitstel het gebruik van dit procédé aan te bieden via het elektronisch netwerk Internet;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 4° en 5° van voornoemd artikel worden de woorden « federale Ministerie van Financiën » vervangen door de woorden « Federale Overheidsdienst Financiën »;2° 16° van voornoemd artikel wordt vervangen door de volgende bepaling : « 16° directie Wegverkeer : de directie verantwoordelijk voor onder andere de inschrijving van voertuigen bij het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid ». § 2. Artikel 6, § 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 6.§ 1. Het repertorium van de voertuigen is een gecomputeriseerd gegevensbestand.
Het wordt bijgehouden door het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. » § 3. In artikel 15, § 2 worden de woorden « het Ministerie van Buitenlandse Zaken » vervangen door de woorden « de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ». § 4. In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2,2° van voornoemd artikel worden de woorden « aan Secretarissen-generaal en Kabinetschefs van de federale overheid » vervangen door de woorden « aan Voorzitters of Secretarissen-generaal en Kabinetschefs van de federale overheid »;2° in § 4 van voornoemd artikel worden de woorden « het Ministerie van Buitenlandse Zaken » vervangen door de woorden : « de Federale Overheidsdienst van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ». § 5. Artikel 27, 1° van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° voor een gepersonaliseerd afschrift, zoals bedoeld in artikel 26, 1° en 2° : door middel van een overschrijving of een storting op een rekeningnummer geopend op naam van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Vekeersveiligheid-Ontvangsten, volgens de onderrichtingen van de leidend ambtenaar;». § 6. Artikel 37,3° van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « 3° In de artikelen 4.1, 4.5.1, 7.1, 9.1, 10, 13.1, 16.1, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23.2, 23.3, 24, 32 en 34.3 worden de woorden « Directie Inschrijvingen Voertuigen bij het Ministerie van Wegverkeer en Infrastructuur » vervangen door de woorden « directie Wegverkeer bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer ». § 7. In de artikelen 1.20°, 16, §§ 1 en 3, 19, §§ 1 en 2, 22, 24, § 1, 32 § 2, 33, 34, §§ 3 en 4 en 35 van hetzelfde besluit worden de woorden « directie van de inschrijvingen » vervangen door de woorden « directie Wegverkeer ».
Art. 2.Sectie 2 van hoofdstuk II van hetzelfde besluit getiteld « De aanvraag tot inschrijving » wordt vervangen door de volgende bepaling : « Sectie 2 - De aanvraag tot inschrijving
Art. 10.De aanvraag tot inschrijving of herinschrijving van een voertuig wordt ingediend door de eigenaar of gebruiker van vermeld voertuig, verder de aanvrager genoemd.
Indien zowel de eigenaar als de gebruiker het voertuig wensen in te schrijven, mag enkel de eigenaar optreden als aanvrager.
Indien er verschillende eigenaars zijn die het voertuig wensen in te schrijven, hetzij individueel, hetzij gezamenlijk, mag enkel de eigenaar die de voornaamste gebruiker van het voertuig is, optreden als aanvrager.
Indien meerdere gebruikers het voertuig wensen in te schrijven, mag enkel de voornaamste gebruiker van het voertuig optreden als aanvrager.
Art. 11.§ 1. De aanvraag wordt ingediend per briefwisseling of afgegeven bij een kantoor van de dienst « DIV » van de directie Wegverkeer, door middel van een formulier dat de aanvrager daartoe verkregen heeft van deze directie.
De aanvrager vult het formulier in overeenkomstig de richtlijnen van de leidinggevende ambtenaar of zijn gemachtigde, dateert en ondertekent het.
De bescheiden, opgaven en inlichtingen waarvan de overlegging wordt gevraagd, vormen een integrerend deel van de aanvraag en worden erbij gevoegd.
De aanvrager kan een derde machtigen om de aanvraag aan te bieden bij de directie Wegverkeer. De machtiging wordt op het aanvraagformulier zelf gegeven door de vermelding van de identiteit van de lasthebber, zijn inschrijvingsnummer in het Rijksregister en door de handtekening van de aanvrager en van de gemachtigde. § 2. 1° De aanvraag kan eveneens worden ingegeven door elektronische overdracht van de gegevens aan de dienst « DIV » van de directie Wegverkeer telkens de mogelijkheid bestaat, overeenkomstig de richtlijnen van de leidinggevende ambtenaar of zijn gemachtigde. 2° De aanvraag tot inschrijving van een voertuig kan maar ingeleid worden door de persoon, gebruiker van de elektronische toepassing die heeft geleid tot de inschrijving van dit voertuig, waarvan de identiteit en de hoedanigheid voor echt kan verklaard worden.
Art. 12.De aanvraag vermeldt in elk geval of de burgerrechterlijke aansprakelijkheid inzake motorvoertuigen gedekt is door een verzekeringscontract met een duur van één jaar onverminderd de toepassing van artikel 30 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, of in het geval van een tijdelijke inschrijving voor een minimumduur van één maand.
De aanvragen tot inschrijving ingediend door de personen bedoeld in artikel 5, § 1, 3° mogen daarentegen een geldigheidsduur van het verzekeringscontract vermelden van meer dan één jaar, en dit tengevolge van een Akkoord afgesloten door wisseling van brieven gedagtekend op 23 mei en 2 juni 1967 te Brussel, tot wijziging van het Akkoord tussen België en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Mogendheden in Europa (SHAPE) tot regeling van sommige administratieve problemen in verband met de inplanting van SHAPE in België.
Bij zulke aanvraag wordt een attest van de SHAPE gevoegd als bewijs dat de Provoost-Marschal van SHAPE heeft nagegaan of alle formaliteiten betreffende dit voertuig werden vervuld en waarop hij de vervaldatum van de verzekering vermeldt.
In voorkomend geval vermeldt de aanvraag eveneens of op toereikende wijze voldaan is aan de fiscale verplichtingen en de technische eisen bedoeld in het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan voertuigen, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, of het koninklijk besluit van 10 oktober 1974 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan bromfietsen en motorfietsen alsook hun aanhangwagens moeten voldoen.
Art. 13.Bij de inschrijving van een voertuig dat voorheen in een andere lidstaat van de Europese Unie was ingeschreven wordt het kentekenbewijs afgeleverd door de autoriteiten van voornoemde lidstaat bij de aanvraag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, gevoegd.
Indien het een meerdelig kentekenbewijs betreft worden de verschillende delen tezamen overgemaakt.
De autoriteiten tot wiens bevoegdheid de inschrijving behoort nemen de overlegde delen van voornoemd kentekenbewijs in en bewaren deze gedurende tenminste zes maanden.
Zij stellen de autoriteiten van de lidstaat die het ingenomen kentekenbewijs hebben afgegeven binnen de twee maanden daarvan op de hoogte.
Zij sturen het ingenomen kentekenbewijs aan de genoemde autoriteiten terug indien deze daar binnen zes maanden na de inneming om verzoeken.
Art. 14.De aanvrager moet steeds op het eerste verzoek aan de leidend ambtenaar of zijn gemachtigde de inlichtingen meedelen die deze noodzakelijk oordeelt om de ontvankelijkheid en de rechtmatigheid van de aanvraag vast te stellen, in het bijzonder voor wat betreft de in te schrijven voertuigen die vanuit een betrouwbare en administratief te verifiëren bron gesignaleerd zijn als gestolen, gesloopt of zodanig geaccidenteerd dat zij beschouwd worden als een totaal technisch verlies door de verzekeringsmaatschappij die het risico van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid betreffende dit voertuig dekt.
Art. 3.Artikel 25, § 2, laatste zin van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het akkoord wordt gegeven op het formulier vermeld in artikel 11, § 1; ».
Art. 4.Artikel 41, § 1, 3° van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « 3° Artikel 13 treedt in voege op 1 juni 2004. »
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag van haar publicatie in het Belgisch Staatsblad .
Art. 6.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT