gepubliceerd op 29 juni 2023
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een bijkomende verlofdag
18 JUNI 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een bijkomende verlofdag (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een bijkomende verlofdag.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 juni 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Anlage Paritätische Unterkommission für erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste der französischen Gemeinschaft, der Wallonischen Region und der Deutschsprachigen Gemeinschaft Kollektives Arbeitsabkommen vom 23. September 2021 Gewährung eines zusätzlichen Urlaubstages (Abkommen eingetragen am 14.
März 2023 unter der Nummer 178669/CO/319.02) KAPITEL I. - Anwendungsbereich
Artikel 1.§ 1 Vorliegendes kollektives Arbeitsabkommen ist ausschließlich anwendbar für die Arbeitnehmer und Arbeitgeber der Einrichtungen und Dienste im Zuständigkeitsbereich der Paritätischen Unterkommission für erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste der Französischen Gemeinschaft, der Wallonischen Region und der Deutschsprachigen Gemeinschaft, die durch die Deutschsprachige Gemeinschaft anerkannt und/oder bezuschusst werden. § 2. Für die Durchführung dieses kollektives Arbeitsabkommen ist unter "Arbeitnehmer" zu verstehen : die Arbeiter und Angestellten männlich oder weiblich.
Art. 2.Vorliegendes kollektives Arbeitsabkommen wird in Ausführung des Rahmenabkommens 2020-2024 vom 2. Mai 2019 für den nicht-kommerziellen Sektor der Deutschsprachigen Gemeinschaft getroffen.
KAPITEL II. - Zweck, Anwendbarkeit und Gewährungsbedingungen
Art. 3.Ab dem 1. Januar 2021 wird den in Artikel 1 genannten Arbeitnehmern neben den gesetzlichen Urlaubstagen, ein zusätzlicher Urlaubstag gewährt.
Art. 4.Der in Artikel 3 vorgesehene zusätzliche Urlaubstag wird nach den gleichen Bedingungen gewährt, wie der gesetzliche Urlaub. Der Tag ist vor dem gesetzlichen Urlaub zu nehmen, mit Ausnahme des Jahres 2021, Jahr des Inkrafttretens des vorliegenden kollektives Arbeitsabkommens.
Art. 5.Für diesen zusätzlichen Urlaubstag erfolgt die Berechnung des Entgelts entsprechend der Berechnung der gesetzlichen Urlaubstage.
Art. 6.Individuell oder kollektiv innerbetrieblich zugestandene zusätzliche Urlaubstage als die im vorliegenden Kollektivabkommen vorgesehen, bleiben den Personalmitgliedern zuerkannt.
Art. 7.§ 1. Hat der Arbeitnehmer diesen Zusatzurlaub nicht in Anspruch genommen, erhält er am Ende des Urlaubsjahres oder zum Zeitpunkt seines Ausscheidens, das Gehalt, das der Anzahl der geleisteten Arbeitsstunden (maximal 7,6 Stunden pro Tag bei einer 38-Stunden-Woche) entspricht, multipliziert mit seinem normalen Stundenlohn gemäß Artikel 5 des vorliegenden kollektives Arbeitsabkommens. § 2. Der Arbeitgeber händigt dem betroffenen Arbeitnehmer eine Bescheinigung über den vom Arbeitgeber gezahlten Betrag aus. Der Arbeitnehmer kann diese Bescheinigung ggf. seinem nächsten Arbeitgeber vorlegen.
Art. 8.Der zusätzliche Urlaubstag ist im gegenseitigen Einvernehmen zwischen Arbeitnehmer und Arbeitgeber zu nehmen.
KAPITEL III. - Schlussbestimmungen
Art. 9.§ 1. Dieses kollektive Arbeitsabkommen tritt am 1. Januar 2021 in Kraft und wird auf unbestimmte Zeit abgeschlossen. § 2. Es darf mittels einer dreimonatigen Kündigungsfrist von einer der unterzeichnenden Parteien revidiert oder aufgekündigt werden. Die Mitteilung erfolgt per Einschreiben per Post an den Vorsitzenden der paritätischen Unterkommission für erziehungs- und Unterbringungseinrichtungen und -dienste der Französischen Gemeinschaft, der Wallonischen Region und der Deutschsprachigen Gemeinschaft.
Art. 10.Gemäß Artikel 14 des Gesetzes vom 5. Dezember 1968 über Kollektive Arbeitsabkommen und paritätische Kommissionen werden im Hinblick auf die Unterzeichnung dieses Kollektiven Arbeitsabkommens die Unterschriften der Personen, die ihn im Namen der Arbeitnehmerorganisationen einerseits und im Namen der Arbeitgeberorganisationen andererseits abschließen, durch das von den Mitgliedern genehmigte und vom Vorsitzenden und vom Sekretär unterzeichnete Protokoll der Sitzung ersetzt.
Gesehen, um der Königlichen Erlass von 18. Juni 2023 beigefügt zu werden.
Der Minister für Arbeit P.-Y. DERMAGNE
Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2021 Toekenning van een bijkomende verlofdag (Overeenkomst geregistreerd op 14 maart 2023 onder het nummer 178669/CO/319.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is uitsluitend van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de inrichtingen en diensten die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Duitstalige Gemeenschap en die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. § 2. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemer" verstaan : het arbeiders- en bediendepersoneel, zowel mannen als vrouwen.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst voert de raamovereenkomst 2020-2024 van 2 mei 2019 voor de non-profitsector van de Duitstalige Gemeenschap uit. HOOFDSTUK II. - Doel, toepasbaarheid en toekenningsmodaliteiten
Art. 3.Vanaf 1 januari 2021 wordt, boven op de wettelijke verloven, een bijkomende verlofdag toegekend aan het personeel bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst.
Art. 4.Deze bijkomende verlofdag bedoeld in artikel 3 wordt toegekend volgens dezelfde modaliteiten als de wettelijke verlofdagen. Hij wordt genomen vóór de gewone wettelijke verlofdagen met uitzondering van het jaar 2021, het jaar waarin deze collectieve arbeidsovereenkomst in werking treedt.
Art. 5.Voor deze bijkomende verlofdag gebeurt de berekening van de vergoeding op dezelfde manier als voor de wettelijke verlofdagen.
Art. 6.De bijkomende verlofdagen die individueel of collectief in de onderneming worden toegekend, andere dan de verlofdag waarin deze collectieve overeenkomst voorziet, blijven toegekend aan de werknemers.
Art. 7.§ 1. Wanneer de werknemer deze bijkomende verlofdag niet heeft genomen op het einde van het vakantiejaar of op het ogenblik van zijn vertrek, ontvangt hij een loon gelijk aan het aantal gepresteerde arbeidsuren (maximaal 7,6 uur per dag in een stelsel van 38 uren/week), vermenigvuldigd met zijn normale uurloon, overeenkomstig artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. De werkgever overhandigt de betrokken werknemer een attest waarin het bedrag vermeld staat dat hij heeft betaald. De werknemer verstrekt dit attest, indien nodig, aan zijn volgende werkgever.
Art. 8.De bijkomende verlofdag wordt in onderlinge overeenstemming tussen de werknemer en de werkgever genomen. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 9.§ 1. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2021 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. § 2. Ze kan herzien of opgezegd worden door een van de ondertekenende partijen met een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven bij de post, aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap PSC 319.02.
Art. 10.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de notulen van de vergadering die zijn goedgekeurd door de leden en ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 juni 2023.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE