Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 juli 2008
gepubliceerd op 05 augustus 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 107 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2008022424
pub.
05/08/2008
prom.
18/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/18/2008022424/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 107 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 30bis, tweede lid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 januari 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 107, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 maart 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 mei 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 20 mei 2008;

Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, gegeven op 22 mei 2008;

Gelet op advies nr. 1.649 van de Nationale Arbeidsraad van 9 juli 2008;

Gelet op advies 44.734/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Zelfstandigen en op het advies van Onze in Zelfstandigen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 107 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2.A, laatste lid, wordt vervangen als volgt : « De in deze paragraaf, A, bedoelde bedragen van 13.556,68 euro en 10.845,34 euro, worden respectievelijk gebracht : 1° voor het jaar 2006, op 15.590,18 euro en 12.472,14 euro; 2° voor het jaar 2007, op 17.149,20 euro en 13.719,35 euro; 3° vanaf het jaar 2008, op 21.436,50 euro en 17 149,19 euro. » 2° In § 2.C., worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, wordt het bedrag « 16.000 euro » vervangen door het bedrag « 17.280 euro »; 2° in 2°, wordt het bedrag « 12.800 euro » vervangen door het bedrag « 13.824 euro »; 3° in 3°, wordt het bedrag « 16.000 euro » vervangen door het bedrag « 17.280 euro ». 3° In § 3.A., worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste en tweede lid, wordt het bedrag « 12.800 euro » vervangen door het bedrag « 13.824 euro ». 2° Het laatste lid wordt vervangen als volgt : « Het in deze paragraaf, A, bedoelde bedrag van 10.845,34 euro wordt gebracht : 1° voor het jaar 2006, op 12.472,14 euro; 2° voor het jaar 2007, op 13.719,35 euro; 3° vanaf het jaar 2008, op 17.149,19 euro. » 4° § 3.B., wordt vervangen als volgt : « B. Het in § 2, B., 1° en 3° beoogde bedrag wordt met 3.710,80 euro verhoogd wanneer de gerechtigde, die een in de § 2, A., 1° of 3° beoogde bezigheid uitoefent, de hoofdzakelijke last heeft van ten minste één kind in de voorwaarden die, overeenkomstig artikel 8, vereist zijn voor de langstlevende echtgenoten die uit dien hoofde de toekenning van een overlevingspensioen aanvragen alvorens de leeftijd van 45 jaar te hebben bereikt.

Wanneer die gerechtigde een in § 2, A., 2° of een in deze paragraaf, A., beoogde bezigheid uitoefent, wordt het in § 2, B., 2° en het in deze paragraaf, A., beoogde bedrag verhoogd met 2.968,63 euro.

Voor de gerechtigde bedoeld in § 2, A., worden de bedragen « 3.710,80 euro » en « 2.968,63 euro » verhoogd tot respectievelijk « 4.638,50 euro » en « 3.710,79 euro ».

Voor de gerechtigde bedoeld in § 2, C., worden de bedragen « 3.710,80 euro » en « 2.968,63 euro » verhoogd tot respectievelijk « 4.320 euro » en « 3.456 euro ».

Voor de toepassing van het eerste tot het vierde lid moet op 1 januari van het beschouwde jaar aan de vermelde voorwaarde worden voldaan.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor de Pensioenen en Onze Minister bevoegd voor de Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belas met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, Mevr. M. ARENA De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE

^