gepubliceerd op 09 augustus 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1998 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten
18 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1998 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid art. 5, § 1, eerste lid, 1°, en 10°, en § 2, eerste lid 1°;
Gelet op de Richtlijn 2001/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 juni 2001 houdende 21e wijziging van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (stoffen die als kankerverwekkend, mutageen of vergiftig voor de voortplanting zijn ingedeeld);
Gelet op de Richtlijn 2001/90/CE van de Commissie van 26 oktober 2001 tot zevende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 76/769/EEG, betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (creosoot);
Gelet op het koninklijk besluit van 5 oktober 1998 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 januari 2000;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;
Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, gegeven op 21 juni 2002;
Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 5 juni 2002;
Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 20 juni 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 mei 2002;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de Richtlijn 2001/41 EG voor de 18 juli 2002 moet worden omgezet;
Gelet op het advies 33.784/3 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 oktober 1998 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2000, wordt vervangen als volgt : «
Art. 7.Stoffen en preparaten die een of meer van de volgende stoffen bevatten : a) creosoot Einecs-nr.232-287-5 CAS-nr. 8001-58-9 b) creosootolie Einecs-nr.263-047-8 CAS-nr. 61789-28-4 c) destillaten (koolteer), naftaleenoliën Einecs-nr.283-484-8 CAS-nr. 84650-04-4 d) creosootolie, acenafteenfractie Einecs-nr.292-605-3 CAS-nr. 90640-84-9 e) destillaten (koolteer), bovenste Einecs-nr.266-026-1 CAS-nr. 65996-91-0 f) antraceenolie Einecs-nr.292-602-7 CAS-nr. 90640-80-5 g) teerzuren, kool, ruw Einecs-nr.266-019-3 CAS-nr. 65996-85-2 h) creosoot, hout Einecs-nr.232-419-1 CAS-nr. 8021-39-4 i) lagetemperatuurkoolteerolie, alkalische Einecs-nr.310-191-5 CAS nr. 122384-78-5. 1. Mogen niet worden gebruikt voor de behandeling van hout.Evenmin mag met deze stoffen behandeld hout in de handel worden gebracht. 2. In afwijking hiervan : i) mogen de genoemde stoffen en preparaten worden gebruikt voor de behandeling van hout in industriële installaties of door professionele gebruikers op wie de wetgeving inzake de bescherming van werknemers van toepassing is, maar alleen voor herbehandeling in situ, indien zij : a) benz-a-pyreen in een concentratie van minder dan 0,005 % in massa, en b) met water extraheerbare fenolen in een concentratie van minder dan 3 % in massa bevatten. Deze stoffen en preparaten die voor de behandeling van hout in industriële installaties of door professionele gebruikers worden gebruikt, - mogen uitsluitend in verpakkingen van 20 liter of meer in de handel worden gebracht, - mogen niet aan consumenten worden verkocht.
Onverminderd de toepassing van andere voorschriften inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen en preparaten, dient op de verpakking van dergelijke stoffen en preparaten op leesbare en onuitwisbare wijze de volgende vermelding te worden aangebracht : "Uitsluitend bestemd voor gebruik in industriële installaties of voor behandeling door professionele gebruikers »; ii) mag hout dat overeenkomstig punt i) in industriële installaties of door professionele gebruikers is behandeld en dat voor de eerste keer in de handel wordt gebracht of in situ wordt herbehandeld, uitsluitend door professionele gebruikers en in industriële toepassingen worden gebruikt, bijvoorbeeld voor spoorwegen, bij de transmissie van elektriciteit en telecommunicatie, voor omheiningen, voor agrarische doeleinden (bv. palen ter ondersteuning van bomen) en in haveninstallaties en waterwegen; iii) is het verbod van punt 1 niet van toepassing op het in de handel brengen van hout dat vóór 27 oktober 2001 met de onder a) tot en met i) , vermelde stoffen is behandeld, indien dit hout als tweedehands product voor hergebruik in de handel wordt gebracht.3. Het in punt 2, onder ii) en iii), bedoelde hout mag echter niet worden gebruikt : - binnen gebouwen,ongeacht de bestemming ervan; - in speelgoed; - op speelplaatsen; - in parken,tuinen,en andere voorzieningen voor recreatie en vrijetijdsbesteding buitens-huis, indien het gevaar bestaat dat dit hout regelmatig met de huid in aanraking komt; - voor de vervaardiging van tuinmeubilair, zoals picknicktafels; - voor de vervaardiging, het gebruik en de hernieuwde behandeling van : - kweekbakken; - verpakkingen die in aanraking kunnen komen met voor menselijke en/of dierlijke voeding bestemde onbewerkte producten, tussenproducten of eindproducten; - ander materiaal dat de hierboven genoemde producten kan verontreinigen. »
Art. 2.In fine van de rubriek « Nota's » in de bijlage bij hetzelfde besluit wordt volgende vermelding toegevoegd : « Nota R Vezels waarvan de naar de lengte gewogen meetkundig gemiddelde diameter, minus tweemaal de standaardfout, groter is dan 6 |gmm, behoeven niet als kankerverwekkend te worden ingedeeld. »
Art. 3.De stoffen opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit worden toegevoegd aan de stoffen die zijn opgenomen in « Lijst 2 - Kankerverwekkende stoffen : categorie 2 » van de bijlage bij het koninklijk besluit van 5 oktober 1998 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2000.
De stof opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit wordt toegevoegd aan de stoffen die zijn opgenomen in « Lijst 6 -- Voor de voortplanting vergiftige stoffen : categorie 2 » van de bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit van 5 oktober 1998.
Art. 4.Het artikel 1 van dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003, de artikels 2 en 3 van dit besluit treden in werking op 18 januari 2003.
Art. 5.Onze Minister bevoegd voor Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 juli 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET
Bijlage 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 juli 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET
Bijlage 2 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 juli 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET