gepubliceerd op 29 juli 1997
Koninklijk besluit waarbij de Federale Participatiemaatschappij wordt gelast aandelen van de N.V. Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank en van de N.V. Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen over te dragen
18 JULI 1997. Koninklijk besluit waarbij de Federale Participatiemaatschappij wordt gelast aandelen van de N.V. Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank en van de N.V. Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen over te dragen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de gecoördineerde Grondwet;
Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende fiscale en financiële bepalingen, inzonderheid op artikel 99, gewijzigd door de wet van 20 december 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 oktober 1992 betreffende de Commissie voor Evaluatie van de Activa van het Rijk, gewijzigd door het koninklijk besluit van 7 februari 1995, inzonderheid op artikel 4, 4;
Gelet op de gecoördineerde wet tot organisatie van de openbare kredietsector en van het bezit van de deelnemingen van de openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen, gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 december 1996, inzonderheid op de artikelen 22 en 27;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 8 juli 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd door de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de regering de Federale Participatiemaatschappij een bijkomende deelneming in de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank en de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen wenst te laten overdragen; dat het wenselijk is dat de opbrengst van deze overdracht in aanmerking kan komen voor de verwezenlijking van de budgettaire voorwaarden voor de toetreding van België tot de Europese Economische en Monetaire Unie; dat de overdracht bijgevolg afgerond moet zijn vóór 31 december 1997;
Overwegende dat de vermindering van de deelneming van de Federale Participatiemaatschappij tot 40 % luidens de artikelen 22 en 27 van de gecoördineerde wet tot organisatie van de openbare kredietsector en van het bezit van de deelnemingen van de openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen slechts kan plaatsvinden via een openbaar bod tot verkoop of verkoop ter beurs, of overdracht aan het personeel, zonder afbreuk te doen aan het eventuele voorkooprecht van bestaande aandeelhouders;
Overwegende dat de procedure die deze bepalingen voor ten minste een deel van de deelneming opleggen zich mogelijk over meerdere maanden kan uitstrekken; dat zij dus onmiddellijk dient aangevat, opdat zij vóór 31 december 1997 afgerond zou kunnen worden;
Overwegende dat de Federale Participatiemaatschappij bijgevolg zonder verwijl gelast moet worden op advies van de Commissie voor Evaluatie van de Activa van het Rijk de procedure tot overdracht van een gedeelte van haar deelneming in de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank en de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen aan te vatten, met inachtname van de artikelen 22 en 27 van de gecoördineerde wet tot organisatie van de openbare kredietsector en van het bezit van de deelnemingen van de openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en van Telecommunicatie, Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Buitenlandse Handel en Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De Federale Participatiemaatschappij wordt gelast om maximaal 24,7 % van de aandelen die zij bezit in de vennootschappen Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Bank en de Algemene Spaar- en Lijfrentekas-Verzekeringen over te dragen.
Art. 2.1. De voorwaarden van de in artikel 1 bedoelde overdracht zijn onderworpen aan de goedkeuring van de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Buitenlandse Handel en de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, op advies van de Commissie voor Evaluatie van de Activa van het Rijk. 2. De documenten en de overeenkomsten betreffende de overdracht worden, in afwijking van artikel 4, 4 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1992 betreffende de Commissie voor Evaluatie van de Activa van het Rijk, goedgekeurd door de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Buitenlandse Handel en de Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting.
Art. 3.De kosten die verbonden zijn aan de in artikel 1 bedoelde verrichtingen, met inbegrip van de kosten eigen aan de Federale Participatiemaatschappij en deze verbonden aan de opdracht van de Commissie voor Evaluatie van de Activa van het Rijk, worden bij voorrang aangerekend op de opbrengst van de overdrachten.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en Buitenlandse Handel en van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 juli 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Telecommunicatie, E. DI RUPO De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Buitenlandse Handel, Ph. MAYSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY