Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 februari 2024
gepubliceerd op 29 februari 2024

Koninklijk besluit tot regeling van de verdeling van de verkiezingskosten van de kieshoofdbureaus onder de gemeenten die deel uitmaken van hun ambtsgebied en tot regeling van de terbeschikkingstelling van personeel voor die bureaus

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2024001817
pub.
29/02/2024
prom.
18/02/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit tot regeling van de verdeling van de verkiezingskosten van de kieshoofdbureaus onder de gemeenten die deel uitmaken van hun ambtsgebied en tot regeling van de terbeschikkingstelling van personeel voor die bureaus


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Kieswetboek, artikel 130, vijfde lid, gewijzigd door de wetten van 11 maart 2003, 6 januari 2014 en 28 maart 2023, artikel 161, dertiende lid, gewijzigd door de wetten van 5 juli 1976 en 28 maart 2023, en artikel 164, tweede lid, gewijzigd door de wetten van 5 juli 1976, 16 juli 1993 en 28 maart 2023;

Gelet op de wet van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/02/2014 numac 2014000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk sluiten tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, artikel 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/05/2022 pub. 10/06/2022 numac 2022041447 bron interfederaal korps van de inspectie van financien Koninklijk besluit betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole sluiten betreffende de administratieve, begrotings- en beheerscontrole, artikel 6, 2° ;

Overwegende dat dit besluit rechtstreeks of onrechtstreeks, niet van die aard is om inkomsten te beïnvloeden, of tot nieuwe uitgaven te leiden;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de noodzaak om de regels voor de verdeling van de verkiezingskosten van de kieshoofdbureaus onder de gemeenten die deel uitmaken van hun ambtsgebied zo snel mogelijk te bepalen, aangezien de verkiezingen van het Europese Parlement, van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en van de Gewest- en Gemeenschapsparlementen van 9 juni 2024.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De kosten van het hoofdbureau van een kieskring worden door de provinciegouverneur of de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse Agglomeratie, verdeeld onder de gemeenten die deel uitmaken van de kieskring naar verhouding van het aantal ingeschreven kiezers in elke gemeente van de kieskring ten opzichte van het totale aantal ingeschreven kiezers in de kieskring.

Om het aantal kiezers te bepalen, wordt rekening gehouden met de kiezers die ingeschreven zijn in een Belgische gemeente, alsook met de kiezers die in het buitenland verblijven en ingedeeld zijn bij een gemeente die deel uitmaakt van de kieskring. § 2. De kosten van het hoofdbureau van de kieskring Vlaams-Brabant met betrekking tot de stembiljetten, bedoeld in artikel 128, § 3, zesde en zevende lid, van het Kieswetboek, gebruikt in het kieskanton Sint-Genesius-Rode, worden door de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant verdeeld onder de gemeenten die deel uitmaken van het kieskanton Sint-Genesius-Rode. § 3. De kosten van het hoofdbureau van een kieskanton worden door de provinciegouverneur of de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse Agglomeratie, verdeeld onder de gemeenten die deel uitmaken van het kieskanton naar verhouding van het aantal ingeschreven kiezers in elke gemeente van het kieskanton ten opzichte van het totale aantal ingeschreven kiezers in het kieskanton. § 4. De gemeenten die gebruik maken van het elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk, bedoeld in de wet van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/02/2014 numac 2014000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk sluiten tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, worden uitgesloten van de verdeling van de kosten voor het opmaken van de stembiljetten die gebruikt worden in de in België geïnstalleerde stembureaus en voor de werking van de bureaus die overgaan tot de opneming van de stemmen die uitgebracht werden in de in België geïnstalleerde stembureaus.

De gemeenten die gebruik maken van het elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk, bedoeld in de wet van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/02/2014 numac 2014000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk sluiten tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, nemen deel aan de verdeling van de kosten voor het opmaken van de stembiljetten bedoeld in de artikelen 180quinquies tot 180septies van het Kieswetboek, en aan de verdeling van de kosten voor de werking van de stemopnemingsbureaus bedoeld in artikel 180septies van het Kieswetboek.

Art. 2.§ 1. Het aantal personeelsleden dat het college van burgemeester en schepenen van een gemeente, waarin een kieskringhoofdbureau is gevestigd, op verzoek van de voorzitter van dit bureau ter beschikking moet stellen voor de vervulling van de verkiezingstaken, bedraagt minimaal een voltijds equivalent en maximaal vijf voltijds equivalenten.

Niettegenstaande het eerste lid, kan het college van burgemeester en schepenen van de kieskringhoofdplaatsgemeente, op gemotiveerd verzoek van het hoofdbureau, beslissen om al dan niet meer personeel ter beschikking te stellen dan het aantal bedoeld in het eerste lid. § 2. Het aantal personeelsleden dat het college van burgemeester en schepenen van een gemeente, hoofdplaats van het kieskanton, op verzoek van de voorzitter van het kantonhoofdbureau ter beschikking moet stellen voor de vervulling van de verkiezingstaken, bedraagt minimaal een voltijds equivalent en maximaal vijf voltijds equivalenten.

Niettegenstaande het eerste lid, kan het college van burgemeester en schepenen van de kantonhoofdplaatsgemeente, op gemotiveerd verzoek van hoofdbureau, beslissen om al dan niet meer personeel ter beschikking te stellen dan het aantal bedoeld in het eerste lid. § 3. De kosten voor de terbeschikkingstelling van de in de paragrafen 1, eerste lid, en 2, eerste lid, bedoelde personen ten laste van de hoofdplaatsgemeente, worden vervolgens overeenkomstig de bepalingen van artikel 130, vijfde lid, van het Kieswetboek, verdeeld, op voorwaarde dat deze personen specifiek en tijdelijk werden ingezet in het kader van de organisatie van de verkiezingen.

De kosten voor de terbeschikkingstelling van het bijkomende personeel bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, zijn exclusief ten laste van de kieskringhoofdplaatsgemeente. Niettemin kunnen deze kosten overeenkomstig de bepalingen van artikel 130, vijfde lid, van het Kieswetboek, worden verdeeld, op voorwaarde dat deze personen specifiek en tijdelijk werden ingezet in het kader van de organisatie van de verkiezingen en op voorwaarde dat alle andere gemeenten van de kieskring expliciet instemmen met de verdeling van deze kosten pro rata het aantal kiezers per gemeente.

De kosten voor de terbeschikkingstelling van het bijkomende personeel bedoeld in paragraaf 2, tweede lid, zijn exclusief ten laste van de kantonhoofdplaatsgemeente. Niettemin kunnen deze kosten overeenkomstig de bepalingen van artikel 130, vijfde lid, van het Kieswetboek, worden verdeeld, op voorwaarde dat deze personen specifiek en tijdelijk werden ingezet in het kader van de organisatie van de verkiezingen en op voorwaarde dat alle andere gemeenten van het kanton expliciet instemmen met de verdeling van deze kosten pro rata het aantal kiezers per gemeente.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele, Hervormingen en Democratische Vernieuwing, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 februari 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN

^