Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 februari 2018
gepubliceerd op 26 februari 2018

Koninklijk besluit tot wijziging en aanvulling van het KB/WIB 92 in uitvoering van artikel 470/2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2018010855
pub.
26/02/2018
prom.
18/02/2018
ELI
eli/besluit/2018/02/18/2018010855/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging en aanvulling van het KB/WIB 92 in uitvoering van artikel 470/2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Om te antwoorden op het verzoek van de gemeenten en de Hoge Raad van Financiën, heeft de wet van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2017 pub. 11/08/2017 numac 2017040493 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting type wet prom. 31/07/2017 pub. 15/05/2018 numac 2018030975 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2017 pub. 12/09/2017 numac 2017031132 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten (Belgisch Staatsblad van 11 augustus 2017) tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting het systeem van werkelijke en vlottende toekenningen vervangen door een gemengd systeem dat doorlopende voorschotten over een periode van 8 maanden, die 80 pct. van de te verwachten ontvangsten voor het aanslagjaar vertegenwoordigen, combineert met werkelijke toekenningen voor de maanden juni, juli en augustus, om stabiele en voorspelbare liquide middelen aan elke gemeente te verzekeren. De maand mei leidt tot de betaling van het saldo, indien het positief is. Dit saldo wordt bekomen door van de netto-ontvangsten ontvangen voor rekening van de gemeenten, na aftrek van de ontheffingen, de voorschotten af te trekken die hem zijn verleend tijdens dezelfde periode, alsook de administratiekosten bedoeld in artikel 470 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

In het kader van dit nieuwe systeem, is de administratie gehouden om enerzijds de gemeenten op de hoogte te brengen van de ramingen van de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, zodat ze hun begroting kunnen opmaken en ook hun totale ontvangsten, hun uitgaven en investeringen kunnen voorzien.

Deze raming wordt medegedeeld in de loop van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het betrokken begrotingsjaar. Wanneer de eerste raming gevoelig afwijkt van de netto-ontvangsten, kan een tweede raming medegedeeld worden. De vermoedelijke ontvangsten worden medegedeeld tijdens het laatste trimester van het kalenderjaar dat overeenstemt met het lopende begrotingsjaar.

Anderzijds, is de administratie gehouden om maandelijks de gemeenten te informeren, zodat ze de werkelijke toekenningen kunnen volgen, zelfs tijdens de maanden waarin de voorschotten hen worden verleend, en om te kunnen anticiperen op het saldo van de maand mei en er rekening mee kunnen houden voor hun uitgaven en investeringen. Het maandelijks overzicht herneemt de werkelijke toekenningen en de betaalde ontheffingen voor de maand die vooraf gaat, alsook de administratiekosten, die ermee verband houden, zowel tijdens de maanden waar de netto-ontvangsten worden toegekend als tijdens de maanden waar de voorschotten worden verleend en de werkelijke ontvangsten niet worden toegekend. In de maand mei van elk jaar wordt een globaal overzicht met daarin het geheel van de ontvangsten, na aftrek van de ontheffingen, voor de periode die zich uitstrekt van 1 augustus van het jaar voorafgaand aan het versturen van het overzicht en 30 april van het jaar van versturen, alsook het bedrag van de administratiekosten die ermee verband houden en het geheel van toegekende voorschotten voor het aanslagjaar van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van versturen, en het uiteindelijke saldo van deze werkzaamheden, medegedeeld aan de gemeenten.

In enkele gevallen, kunnen de hiervoor beschreven gegevens medegedeeld worden via elektronische weg, en dit is de manier die de voorkeur geniet van de administratie, wanneer de technische mogelijkheden het toelaten. In de andere gevallen, zal de communicatie blijven lopen bij gewone brief. Daarom schrijft het ontwerp van koninklijk besluit twee mogelijkheden voor, zodat de noodzakelijke flexibiliteit verzekerd wordt en om gelijktijdig de weg vrij te maken naar een grotere automatisering.

Paragraaf 4 van het ontwerp van koninklijk besluit benadrukt het feit dat de compensatie tussen het negatieve saldo vastgesteld tijdens de maanden mei, juni en juli met de werkelijke toekenningen te betalen tijdens deze maanden, en wat betreft, de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, plaatsvindt zonder enige formaliteit, noch notificatie, om maximaal de invordering te vereenvoudigen van het te veel ontvangene door de gemeenten, hetzij in het kader van de voorschotten, hetzij ten gevolge van ontheffingen.

Bovendien, en net als wat wordt vastgesteld bij artikel 233bis van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992, vernummerd in artikel 233/1, preciseert § 5 de verplichte modaliteiten om over te gaan tot de eigenlijke invordering op de financiële rekening van de gemeente, wanneer het negatieve saldo nog niet is aangezuiverd in de maand augustus. De administratie moet, bij aangetekende brief, kennisgeven van het bedrag van de schuldvordering aan de betrokken gemeente, alsook aan zijn financiële instelling om over te kunnen gaan tot de debitering van de rekening en het negatieve saldo integraal aan te zuiveren aangezien in de maand september, de betaling van de voorschotten hervat.

Voor zover de wet van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2017 pub. 11/08/2017 numac 2017040493 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting type wet prom. 31/07/2017 pub. 15/05/2018 numac 2018030975 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2017 pub. 12/09/2017 numac 2017031132 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten in werking is getreden op 1 september 2017, is het dringend noodzakelijk dat de bepalingen van dit ontwerp van koninklijk besluit in werking treden binnen de kortst mogelijke termijn; daarom wordt voorgesteld om dit besluit in werking te doen treden vanaf de dag van publicatie.

Het advies nr. 62.736/3 van de Raad van State, gegeven op 25 januari 2018, is gevolgd, met dien verstande dat de opmerking 11 bij nader inzien geen betrekking heeft op Hoofdstuk IV, zoals aan de Raad van State was medegedeeld, maar wel op Hoofstuk IVbis. De nodige aanpassing is gedaan.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

ADVIES 62.736/3 VAN 25 JANUARI 2018 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT "TOT WIJZIGING EN AANVULLING VAN HET KB/WIB 92 IN UITVOERING VAN ARTIKEL 470/2 VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992" Op 22 december 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging en aanvulling van het KB/WIB 92 in uitvoering van artikel 470/2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992".

Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 16 januari 2018 .

De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jeroen Van Nieuwenhove en Koen Muylle, staatsraden, Jan Velaers en Bruno Peeters, assessoren, en Astrid Truyens, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Kristine Bams, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jo Baert, kamervoorzitter .

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 25 januari 2018 . 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking van het ontwerp 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt er in hoofdzaak toe uitvoering te geven aan artikel 470/2 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 92).Dat artikel is in het WIB 92 ingevoegd bij de wet van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2017 pub. 11/08/2017 numac 2017040493 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting type wet prom. 31/07/2017 pub. 15/05/2018 numac 2018030975 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2017 pub. 12/09/2017 numac 2017031132 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten "tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting".

Rechtsgrond 3. Artikel 1 van het ontworpen besluit strekt tot het vernummeren van artikel 2331 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 19/11/2015 numac 2015000628 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 04/03/2016 numac 2016000121 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel III sluiten "tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992" (hierna : KB/WIB 92).De materiële rechtsgrond van artikel 2331 van het KB/WIB 92 is artikel 469, tweede lid, van het WIB 92. Die bepaling kan ook als de rechtsgrond voor de vernummering worden beschouwd.

Artikel 2 van het ontworpen besluit betreft de wijziging van het opschrift van hoofdstuk IVbis van het KB/WIB 92. Daarvoor is geen specifieke rechtsgrond vereist.

Voor artikel 3 van het ontworpen besluit wordt rechtsgrond geboden door artikel 470/1 van het WIB 92.

Met artikel 4 van het ontworpen besluit wordt beoogd hoofdstuk IVbis van het KB/WIB 92 aan te vullen met een artikel 233/3, dat de nadere regels voor de toepassing van artikel 470/2 van het WIB 92 bevat. Voor dit artikel van het ontworpen besluit is de rechtsgrond te situeren in artikel 108 van de Grondwet (algemene uitvoeringsbevoegdheid), gelezen in samenhang met artikel 470/2 van het WIB 92.

Onderzoek van de tekst Aanhef 4. De aanhef dient in overeenstemming te worden gebracht met wat hiervoor is opgemerkt over de rechtsgrond van het ontworpen besluit. Dat betekent dat vooraan in de aanhef een nieuw lid moet worden toegevoegd waarin wordt verwezen naar artikel 108 van de Grondwet, terwijl in het eerste lid (dat het tweede wordt) een verwijzing moet worden toegevoegd naar artikel 469, tweede lid, van het WIB 92. 5. Het advies van de inspecteur van Financiën dateert van 9 november 2017.De datum vermeld in het derde lid van de aanhef (dat het vierde wordt), moet dus gecorrigeerd worden.

Artikelen 1 en 2 6. In artikel 1 van het ontwerp wordt melding gemaakt van "hetzelfde besluit" In plaats daarvan moet uiteraard worden geschreven "het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 19/11/2015 numac 2015000628 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 04/03/2016 numac 2016000121 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel III sluiten tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992" (of "het KB/WIB 92"). In artikel 2 kan dan weer wel worden verwezen naar "hetzelfde artikel" in plaats van naar "het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992".

Artikel 3 7. De formulering van de inleidende zin van artikel 3 van het ontwerp is onduidelijk.De zinsnede "vernummerd in artikel 233/2" zou de indruk kunnen wekken dat die vernummering al heeft plaatsgehad of elders wordt geregeld. Het is daarom beter te schrijven : "In artikel 233bis van hetzelfde besluit, ..., dat wordt vernummerd tot artikel 233/2, ...".

Artikel 4 8. De Franse en de Nederlandse tekst van het ontworpen artikel 233/3, § 2, van het KB/WIB 92 dienen op elkaar te worden afgestemd.De Franse versie ("pour la période du mois qui précède celui de l'envoi du relevé") spoort niet met de Nederlandse versie ("voor de maand die deze van de ontvangst van het overzicht voorafgaat"). 9. Paragraaf 3 van het ontworpen artikel 233/3 van het KB/WIB 92 is een parafrasering van artikel 470/2, derde lid, van het WIB 92. Bovendien blijkt het om een niet geheel getrouwe overname te gaan. Zo wordt in het ontwerp gewag gemaakt van "een globaal overzicht voor de periode van 1 augustus van het jaar dat de verzending van het overzicht voorafgaat tot 30 april van het jaar van de verzending", terwijl de wettelijke bepaling betrekking heeft op "een overzicht voor elke maand in de periode die zich uitstrekt van 1 augustus van het betrokken aanslagjaar tot 30 april van het kalenderjaar dat volgt op het betrokken aanslagjaar". Daarenboven dient het overzicht volgens het derde lid, 1°, van artikel 470/2 van het WIB 92 onder meer betrekking te hebben op "het geheel van de werkelijk voor haar rekening geïnde ontvangsten en de ontheffingen die voor haar rekening werden betaald tijdens de maanden van de voormelde periode", terwijl in de ontworpen bepaling wordt gesteld dat het overzicht onder meer dient te slaan op "het geheel van de werkelijk voor rekening van de gemeente geïnde ontvangsten met betrekking tot de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, na aftrek van de ontheffingen". Die laatste omschrijving lijkt niet in te houden dat noodzakelijk ook een overzicht van de ontheffingen moet worden gegeven.

Bepalingen die enkel een hogere rechtsnorm in herinnering brengen door die over te nemen of te parafraseren, horen in beginsel niet thuis in een uitvoeringsregeling, onder meer omdat daardoor onduidelijkheid dreigt te ontstaan omtrent de juridische aard van de overgenomen bepalingen en erdoor verkeerdelijk de indruk kan worden gewekt dat de overgenomen regels kunnen worden gewijzigd door de overheid die de regels overneemt. Enkel wanneer het voor een goed begrip van de ontworpen regeling onontbeerlijk is dat bepalingen uit een hogere rechtsnorm worden overgenomen, kan dergelijke werkwijze worden gebillijkt, en dan enkel op voorwaarde dat de oorsprong van de betrokken regels wordt vermeld (hier door het aanbrengen van de vermelding "Overeenkomstig artikel 470/2, derde lid, van het WIB 92 ...") en dat de overname correct en letterlijk gebeurt om geen onduidelijkheid te doen ontstaan omtrent de juiste draagwijdte ervan.

In dit geval is echter niet duidelijk wat het concrete nut is van de overname van de wettelijke bepalingen in het uitvoeringsbesluit. De weinige aanvullingen die het bevat, lijken niet essentieel (1). De vraag rijst dan ook of de ontworpen bepaling niet zonder meer kan worden weggelaten.

Artikelen 5 en 6 10. De artikelen 5 en 6 van het ontwerp moeten onderling van plaats worden verwisseld.De bepaling die de inwerkingtreding regelt, hoort immers thuis aan het slot van het dispositief, doch vóór de uitvoeringsbepaling (2).

Slotopmerking 11. De gemachtigde heeft laten weten dat is vastgesteld dat de verwijzing naar de delegatiebepalingen bij het opschrift van hoofdstuk IV van het KB/WIB 92 niet meer volledig is, zodat het ontwerp nog zal worden aangevuld met een bepaling om dat opschrift aan te passen. Daarmee kan worden ingestemd.

De griffier, A. Truyens.

De voorzitter, J. Baert. (1) Of het overzicht nu aan "elke gemeente" wordt gestuurd (wet), dan wel "aan het College van Burgemeester en Schepenen van elke gemeente" (ontworpen bepaling), maakt weinig verschil.Ook de vermelding dat het overzicht door de Federale Overheidsdienst Financiën "elektronisch of bij gewone brief" wordt gestuurd, is niet echt noodzakelijk. (2) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, Raad van State, 2008, nrs.157 en 168, te raadplegen op de internetsite van de Raad van State (www.raadvst-consetat.be).

18 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging en aanvulling van het KB/WIB 92 in uitvoering van artikel 470/2 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de artikelen 469, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/2002 pub. 28/12/2002 numac 2002003497 bron ministerie van financien Wet houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2003 type wet prom. 24/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002003520 bron ministerie van financien Wet tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken sluiten, 470/1, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998 en vernummerd bij de wet van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2017 pub. 11/08/2017 numac 2017040493 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting type wet prom. 31/07/2017 pub. 15/05/2018 numac 2018030975 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2017 pub. 12/09/2017 numac 2017031132 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten, en 470/2, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2017 pub. 11/08/2017 numac 2017040493 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting type wet prom. 31/07/2017 pub. 15/05/2018 numac 2018030975 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot invoering van een doorlopend systeem van voorschotten op de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting. - Duitse vertaling type wet prom. 31/07/2017 pub. 12/09/2017 numac 2017031132 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie sluiten;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 november 2017;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 30 november 2017;

Gezien het artikel 8 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen van autoregulering betreft;

Gelet op het advies 62.736/3 van de Raad van State, gegeven op 25 januari 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2331 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 19/11/2015 numac 2015000628 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 04/03/2016 numac 2016000121 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel III sluiten tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij koninklijk besluit van 4 december 2003, wordt vernummerd in artikel 233/1.

Art. 2.Het opschrift van hoofdstuk IVbis van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Hoofdstuk IVbis. Bijzondere regels omtrent de invordering en de informatieverstrekking inzake de toekenningen aan de provincies, de agglomeraties en de gemeenten en de voorschotten aan de gemeenten (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikelen 470/1 en 470/2)".

Art. 3.In artikel 233bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 maart 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/03/1999 pub. 17/04/1999 numac 1999003201 bron ministerie van financien Koninklijk besluit tot aanvulling van het KB/WIB 92 op het vlak van de bijzondere invorderingsregels inzake de toekenningen aan de provincies, de agglomeraties en de gemeenten type koninklijk besluit prom. 10/03/1999 pub. 30/03/1999 numac 1999022206 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 mei 1990 tot vaststelling van de lijst van de weefsels van menselijke oorsprong waarvoor in de afleveringskosten een tegemoetkoming wordt verleend door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten, dat wordt vernummerd tot artikel 233/2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het getal "470bis" wordt telkens vervangen door het getal "470/1";b) de woorden "de administratie der directe belastingen" worden telkens vervangen door de woorden "de administratie belast met de inning en de invordering van de inkomstenbelastingen".

Art. 4.Het hoofdstuk IVbis van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 233/3, luidende : "

Art. 233/3.§ 1. De Federale Overheidsdienst Financiën deelt elke gemeente de ramingen mee van de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting over eenzelfde begrotingsjaar. De initiële raming wordt medegedeeld in het laatste trimester van het kalenderjaar dat het begrotingsjaar waarop de raming betrekking heeft, voorafgaat. Zo nodig wordt een herraming medegedeeld in het tweede trimester van het kalenderjaar dat overeenstemt met het lopende begrotingsjaar. De vermoedelijke ontvangsten worden medegedeeld in het laatste trimester van hetzelfde jaar.

Deze mededeling gebeurt elektronisch of bij gewone brief, en wordt gestuurd aan het betreffende College van Burgemeester en Schepenen. § 2. De administratie belast met de inning en de invordering van de inkomstenbelastingen stuurt maandelijks elektronisch of bij gewone brief, aan het College van Burgemeester en Schepenen van elke gemeente een overzicht van de voor rekening van de gemeente werkelijk geïnde ontvangsten betreffende de opbrengst van de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting na aftrek van de ontheffingen die voor haar rekening werden uitbetaald, voor de maand die aan deze van het versturen van het overzicht voorafgaat. Dit overzicht vermeldt ook de administratiekosten in verband met de geïnde ontvangsten, bedoeld in artikel 470 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. § 3. Overeenkomstig artikel 470/2, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zendt de Federale Overheidsdienst Financiën in de maand mei van elk jaar, elektronisch of bij gewone brief, het overzicht bedoeld in het genoemde artikel aan het College van Burgemeester en Schepenen van elke gemeente. § 4. De aanzuivering van een negatief saldo zoals vastgesteld in de loop van de maanden mei, juni of juli en de werkelijke toekenningen, bedoeld in artikel 470/2, zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 vindt plaats zonder formaliteiten. § 5. Voor de toepassing van artikel 470/2, zevende lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 geeft de administratie belast met de inning en de invordering van de inkomstenbelastingen, bij aangetekende brief, aan het College van Burgemeester en Schepenen kennis van het bedrag van haar schuldvordering op de eerste werkdag die volgt deze waarop het vastgesteld wordt dat er dient gedebiteerd te worden.

De administratie belast met de inning en de invordering van de inkomstenbelastingen geeft kennis van het bedrag van haar schuldvordering, bij aangetekende brief, aan de kredietinstelling belast met het houden van de financiële rekening van de betreffende gemeente teneinde ambtshalve het bedrag van deze te debiteren van de financiële rekening van de betreffende gemeente.".

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 6.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 februari 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^