18 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de verplichte bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, sector zuivel

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, inzonderheid op artikelen 5, 1° en 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 2001 tot vaststelling van de verplichte bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten;

Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gegeven op 1 juli 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 juni 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 18 oktober 2004;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen op 17 september 2004;

Gelet op het akkoord van de Europese Commissie, gegeven op 15 oktober 2004;

Gelet op het advies nr. 37.880/3 van de Raad van State, gegeven op 21 december 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het Fonds : het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten;2° het Agentschap : het Federale Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, opgericht bij de wet van 4 februari 2000;3° de koper : de erkende koper of de tijdens de periode erkende koper in toepassing van het koninklijk besluit van 7 maart 1994 betreffende de erkenning van melkinrichtingen en kopers;4° de producent : de landbouwuitbater, natuurlijke of rechtspersoon of groepering van natuurlijke of rechtspersonen of van beide, die op een autonome manier voor eigen profijt en rekening een bedrijf beheert in België en die uit dien hoofde, rechtstreeks melk of andere zuivelproducten aan de eindverbruiker verkoopt of die ze levert aan een koper;5° de melk : het product voortkomend van het melken van één of meer koeien en waarvan het natuurlijk vetgehalte al dan niet werd gewijzigd;6° de periode : de periode van twaalf maanden die verloopt van 1 april tot en met 31 maart van het volgende jaar;7° het aanslagbiljet : het document waardoor de koper in kennis gesteld wordt van het door hem verschuldigde bedrag in het kader van dit besluit.

Art. 2.§ 1. Het bedrag van de verplichte bijdragen ten laste van de kopers bedraagt 0,12 EUR per 1 000 liter melk die zij in België bij de producenten opgehaald hebben. § 2. De kopers rekenen 0,06 EUR per 1 000 liter geleverde melk door aan in België gevestigde producenten. § 3. De kopers die per periode tussen de 250.000 en de 10 000 liter melk ophalen, betalen jaarlijks een vast bedrag van 20 EUR. § 4. De kopers die per periode minder dan 10 000 liter melk ophalen worden vrijgesteld van de betaling van de verplichte bijdragen. § 5. Ook bij stopzetting van de activiteit tijdens de periode, dient de koper de verplichte bijdrage te betalen, met een minimum van 20 EUR, voor de hoeveelheid melk, opgehaald tijdens dat deel van de periode waarin de koper wel actief was.

Art. 3.§ 1. De kopers zenden een verklaring naar het Agentschap met de hoeveelheden melk waarop ze verplichte bijdragen moeten betalen. § 2. De kopers zenden die verklaring op binnen de dertig dagen, poststempel geldt als bewijs, na het einde van : - elk trimester als de koper meer dan 3 000 000 liter melk per periode ophaalt; - de periode als de koper 3 000 000 liter melk of minder per periode ophaalt. § 3. De kopers die per periode minder dan 10 000 liter melk ophalen worden vrijgesteld van de overmaking van de verklaring met de hoeveelheden melk. § 4. Wanneer de koper de verklaring met de hoeveelheden melk niet binnen de termijn vermeld in § 2 overmaakt, wordt het bedrag van de verschuldigde verplichte bijdrage verdubbeld. § 5. Om de door de kopers ingediende verklaringen te controleren, is het Agentschap toegelaten de gegevens te gebruiken betreffende de vaststelling van de heffing in de zuivelsector, in toepassing van de verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten.

Art. 4.§ 1. De verplichte bijdragen worden betaald binnen de dertig dagen die volgen op de datum van het aanslagbiljet. Bij gebreke aan tijdige betaling is van rechtswege en zonder aanmaning een verwijlinterest verschuldigd tegen de wettelijke rentevoet, vermeerderd met 25 EUR voor administratieve kosten. § 2. Indien een bijdrageplichtige koper niet akkoord is met het bedrag van de verplichte bijdrage, kan hij bij aangetekend schrijven een bezwaarschrift bij het Agentschap indienen binnen de dertig dagen die volgen op de datum van het aanslagbiljet. Poststempel geldt als bewijs. De bijzondere modaliteiten voor het indienen van een bezwaarschrift worden meegedeeld samen met het aanslagbiljet. § 3. Het indienen van een bezwaarschrift geeft geen uitstel van betaling. Indien het bezwaarschrift ontvankelijk en gegrond wordt verklaard, zal de te veel ontvangen som teruggestort worden. § 4. Opdat het Agentschap zich zou kunnen vergewissen van de gegrondheid van het bezwaarschrift, baseert het zich op de gegevens vermeld op artikel 3, § 5.

Art. 5.Indien een koper het bedrag van de verplichte bijdragen, de interesten en 25 EUR voor de administratieve kosten na een eerste aanmaning niet betaalt, wordt het bedrag van de verschuldigde verplichte bijdrage verdubbeld en vermeerderd met 25 EUR administratieve kosten. De aanmaningen en verzoeken tot het betalen van het verdubbelde bedrag worden door het Agentschap aan de koper verzonden bij aangetekend schrijven, respectievelijk minstens zestig dagen en negentig dagen na de datum van het aanslagbiljet.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 11 mei 2001 tot vaststelling van de verplichte bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten wordt opgeheven op 31 december 2004.

De verplichte bijdragen, verschuldigd voor de maand december 2004 of voor het jaar 2004 worden echter ten laatste op 28 februari 2005 betaald.

Art. 7.De heffingen voorzien in artikel 16, 2° van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten bedragen nul.

Art. 8.In afwijking van artikel 3, § 2, worden de volgende overgangsbepalingen genomen voor de maand maart 2005 : - alle kopers die per periode meer dan 3 000 000 liter melk ophalen, maken de verklaring van de hoeveelheden melk opgehaald tijdens de maand maart 2005 en tijdens het tweede trimester van het burgerlijk jaar 2005 binnen de dertig dagen na het einde van dit trimester over; - alle kopers die per periode tussen 3 000 000 en 10 000 liter melk ophalen, maken de verklaring van de hoeveelheden melk opgehaald tijdens de maand maart 2005 en tijdens de periode van 1 april 2005 tot en met 31 maart 2006 binnen de dertig dagen na het einde van die periode over.

Art. 9.De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2005.

Art. 11.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 februari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE