gepubliceerd op 03 maart 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
18 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, §§ 1 en 2, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995, het koninklijk besluit van 25 april 1997, bevestigd bij de wet van 12 december 1997, en de wetten van 22 februari 1998 en 25 januari 1999;
Gelet op de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op artikel 27, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 december 1985, 13 september 1989, 3 juni 1992, 31 december 1992, 28 april 1993, 28 maart 1995, 29 november 1996, 9 juli 1997, 10 juni 1998 en 28 februari 1999;
Gelet op het voorstel van de Overeenkomstencommissie bandagisten-verzekeringsinstellingen, geformuleerd op 11 maart 1999 en 21 juni 1999;
Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige controle, geformuleerd op 19 juli 1999;
Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole, uitgebracht op 14 juli 1999;
Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, genomen op 19 juli 1999;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 december 1999;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 17 februari 2000;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van de regering van 9 december 1999 over het verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 januari 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 27, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 december 1985, 13 september 1989, 3 juni 1992, 31 december 1992, 28 april 1993, 28 maart 1995, 29 november 1996, 9 juli 1997, 10 juni 1998 en 28 februari 1999, wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1 worden het opschrift "Toerusting na totale mammectomie" en de verstrekkingen 7917 - 601812, 601834, 601856 en 601871 vervangen door de volgende opschriften en verstrekkingen : « Toerusting na totale of gedeeltelijke mammectomie : I.Postoperatieve toerusting.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° § 2 wordt aangevuld met de volgende leden : « De verstrekkingen vermeld in de hiernagaande punten a) en b) worden enkel vergoed indien ze zijn voorgeschreven door de volgende geneesheer-specialisten : a) de verstrekkkingen 642434, 642456, 642471 en 642493 (armkous en handschoen wegens lymfoedeem) moeten worden voorgeschreven door een geneesheer-specialist in de heelkunde, in de inwendige geneeskunde, in de gynecologie-verloskunde of in de fysiotherapie.b) de verstrekking 604575 (orthopedische zool) moet worden voorgeschreven door een geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde, in de fysische geneeskunde en de revalidatie, in de reumatologie, in de heelkunde, in de pediatrie, in de neurologie, in de neuropsychiatrie, in de neuropsychiatrie en revalidatie, in de functionele en professionele revalidatie of door iedere arts die vóór 1 januari 1986 het bewijs heeft voorgelegd van zijn bevoegdheid in podologie. Voor het incontinentie- en stomamateriaal en voor de verstrekkingen 642390 en 642412 is in geval van vernieuwing geen geneeskundig voorschrift vereist. » 3° § 7, eerste lid, wordt vervangen door het volgend lid : « De orthopedische zool wordt vergoed als ze nodig is voor een orthopedische behandeling.» 4° § 9, voorlaatste lid, wordt geschrapt.5° § 11bis wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 11bis.Na een termijn van één jaar na de leveringsdatum van de voorlopige toerusting (verstrekkingen 642235 of 642250) mag een eerste definitieve borstprothese worden vergoed. De tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor de volgende definitieve borstprothese mag pas worden vernieuwd na een termijn van twee jaar na de datum van de vorige levering.
De voorlopige toerusting (verstrekkingen 642235 en 642250) mag opnieuw worden vergoed na een nieuwe chirurgische ingreep.
De verstrekkingen 642471 en 642493 (individueel vervaardigde armkous en handschoen wegens lymfoedeem) worden enkel vergoed na akkoord van de adviserend geneesheer. De aanvraag omvat naast het voorschrift van de geneesheer-specialist een gemotiveerd verslag van de verstrekker.
Het maatschema waarvan het model is goedgekeurd door het Verzekeringscomité op voorstel van de Technische Raad voor bandagen, orthesen en prothesen, moet bij het verslag worden gevoegd.
Om door de verzekering te worden vergoed moeten de producten voor toerusting na mammectomie zijn opgenomen op de lijsten van aangenomen producten goedgekeurd door het Verzekeringscomité op voorstel van de Overeenkomstencommissie bandagisten-verzekeringsinstellingen. » 6° in § 13 wordt het punt 4bis vervangen door de volgende bepalingen : « 4bis TOERUSTING NA TOTALE OF GEDEELTELIJKE MAMMECTOMIE 1° Postoperatieve borstprothese : - dient vormhoudend te zijn; - is gevuld met polyesterwatten; - mogelijkheid tot volumevergroting; - mag geen naden in contact met de huid hebben; - moet een zacht gecapitonneerde achterwand hebben; - moet in minimum 5 maten beschikbaar zijn. 2° Borstprothese Algemene voorwaarden voor de volledige borstprothesen - de borstprothese benadert de anatomische vorm van de natuurlijke borst; - wordt geleverd in een opbergdoos met voorgevormde inleg; - is voorzien van een beschermhoes; - moet in minimum 8 maten beschikbaar zijn; - het inspuitdeel moet volledig vlak zijn; - de gelaste naden moeten over voldoende drukweerstand beschikken;
Bijzondere voorwaarden voor de volledige borstprothesen a) Niet-klevende borstprothese : - bestaat uit één of meer siliconenstructuren gevat in een omhulsel van polyurethaanfolie; - beschikt over een uitholling aan de lichaamszijde. b) Niet-klevende meerlagige borstprothese : - bestaat uit minstens twee lagen siliconen van verschillende densiteit die onderling gescheiden zijn door een polyurethaanfolie. Het geheel is gevat in een omhulsel van polyurethaanfolie. - de siliconenlaag langs de lichaamszijde dient de anatomische vorm van het lichaamsoppervlak aan te nemen. c) Zelfklevende borstprothese : - moet voldoen aan de voorwaarden vermeld onder de punten a) en b); - is voorzien van een permanente zelfhechtende siliconenfilm (kleeflaag). d) Borstprothese met kleefstripsysteem : - moet voldoen aan de voorwaarden vermeld onder de punten a) en b); - is voorzien van een klittenbandhechting voor de kleefstrips.
Voorwaarden voor de gedeeltelijke borstprothesen : a) Gedeeltelijke niet-klevende borstprothese : - bestaat uit een siliconengel gevat in een omhulsel van polyurethaanfolie; - omvat het gedeelte van de borst in verhouding met het geamputeerde gedeelte. b) Gedeeltelijke zelfklevende borstprothese : - bestaat uit een siliconengel gevat in een omhulsel van polyurethaanfolie; - omvat het gedeelte van de borst in verhouding met het geamputeerde gedeelte; - is voorzien van een permanente zelfhechtende siliconenfilm (kleeflaag).
Verzorgingsset voor de zelfklevende borstprothese : - bestaat uit : - een reinigingsmiddel voor de prothese met een minimale inhoud van 150 ml; - een reinigingsmiddel voor de huid met een minimale inhoud van 150 ml; - de driemaandelijkse (volledige prothese) of zesmaandelijkse (gedeeltelijke prothese) dotatie omvat steeds het geheel van de vorengenoemde producten. 3° Armkousen en handschoenen wegens lymfoedeem na totale of gedeeltelijke mammectomie met okselklieruitruiming. Algemene voorwaarden - behoort tot de compressieklassen 1 en 2 met een minimum kwikdruk van 25 mm; - mag geen huidirritaties veroorzaken; - moet vormvast zijn; - moet eenvoudig onderhoudbaar zijn; - moet rekbaar zijn in breedte en lengte; - mag geen drukkende naden hebben aan de binnenzijde; - is voorzien van een schouderband of lus voor BH of siliconen strip (voor armkous).
Armkous of handschoen (verstrekkingen 642434 en 642456) : - dient beschikbaar te zijn in een voldoende uitgebreid assortiment van standaardmaten; - kan enkel worden toegepast bij standaardmaten volgens het maatschema van de producent.
Individueel vervaardigde armkous of handschoen (verstrekkingen 642471 en 642493) : - is een volgens individueel maatschema gebreide verstrekking; - kan enkel worden toegepast wanneer wordt afgeweken van de standaardmaten of standaarddrukklasse, niet voorzien in prefab zoals discrepantie tussen omtrekmaten of lengtematen van onder- en bovenarm met omschrijving van de niet corresponderende maten volgens document en motivatie. Het maatschema moet steeds worden toegevoegd; - een maatschema voor de armkous omvat minimaal de omtrekmaten van de onderarm en van de bovenarm gemeten met maximaal 8 cm tussenafstand, evenals de totale lengtemaat van de onder- en de bovenarm; - het maatschema voor de handschoen omvat alle maten van de handpalm alsook de lengtematen. De omschrijving van de niet corresponderende maten (buiten schema) samen met een motivatie zal eveneens worden toegevoegd. De begrenzing van de handschoen zal op dit maatschema tevens worden aangeduid. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 februari 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE