gepubliceerd op 10 januari 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 1999 betreffende de erkenningsvoorwaarden van vervoerders, handelaars, stopplaatsen en verzamelcentra
18 DECEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 1999 betreffende de erkenningsvoorwaarden van vervoerders, handelaars, stopplaatsen en verzamelcentra
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn van dieren, gewijzigd bij de wetten van 26 maart 1993 en 4 mei 1995;
Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993 21 december 1994, 20 december 1995, 23 maart 1998 en 5 februari 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 houdende organiek reglement van de Veterinaire Diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 1999 betreffende de erkenningsvoorwaarden van vervoerders, handelaars, stopplaatsen en verzamelcentra;
Gelet op de Richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de Richtlijn 90/425/EEG en 91/496/EEG gewijzigd bij de Richtlijn 95/129/EEG van de raad van 23 juni 1995;
Gelet op de Richtlijn 64/432/EEG inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens, laatst gewijzigd door de Richtlijn 97/12/EEG en 98/46/EEG van de Raad;
Gelet op de Verordening 1255/97/EG van de Raad van 25 juni 1997 betreffende de communautaire criteria voor halteplaatsen en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat Onze Ministers na overleg in de Raad van 22 november 2000 beslist hebben om zonder verwijl dierenwelzijnsvoorwaarden toe te voegen aan de voorwaarden voor erkenning van dierenverzamelplaatsen;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 9 juli 1999 betreffende de erkenningsvoorwaarden van vervoerders, handelaars, stopplaatsen en verzamelcentra wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit betreffende de bescherming van dieren tijdens het vervoer en de erkenningsvoorwaarden van vervoerders, handelaars, halteplaatsen en verzamelcentra. »
Art. 2.Artikel 1, § 1, punten 4) en 5) van het koninklijk besluit van 9 juli 1999 betreffende de erkenningsvoorwaarden van vervoerders, handelaars, stopplaatsen en verzamelcentra worden vervangen als volgt : « - 4) het pluimvee behorende tot volgende soorten : kippen, parelhoenen, kalkoenen, eenden, ganzen, fazanten, kwartels, patrijzen en loopvogels (ratites); - 5) de konijnen. »
Art. 3.Artikel 1, § 2, van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : « - 1) het transport van dieren bedoeld in artikel 1, § 1, punten 1), 4) tot 8) dat in het geheel geen handelskarakter heeft; - 2) het vervoer van gezelschapsdieren bedoeld in artikel 1, § 1, punten 1), 4) tot 8) die hun baas vergezellen. »
Art. 4.Artikel 2, punten 7), 8), 10) en 17) van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : « - 7) erkende dierenarts : dierenarts erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 3 mei 1999 houdende organiek reglement van de Veterinaire Diensten; - 8) verzamelcentrum : elke plaats, met inbegrip van de bedrijven, verzamelcentra en markten waar dieren bedoeld in artikel 1, § 1, punten 1) tot 3) afkomstig van verschillende bedrijven van oorsprong met commerciële doeleinden door verschillende handelaars worden samengebracht, maar met uitzondering van jaarmarkten waar dieren samengebracht worden voor niet commerciële doeleinden en voor een periode van ten hoogste twaalf uur; - 10) handelaar : ieder natuurlijk of rechtspersoon die rechtstreeks of onrechtstreeks dieren bedoeld in artikel 1, § 1, punten 1) tot 4) koopt en verkoopt voor handelsdoeleinden, die een regelmatige omzet heeft en die de dieren uiterlijk 8 dagen na aankoop doorverkoopt of van de ene bedrijfsruimte naar een andere die hem niet toebehoort, verplaatst; - 17) worden de woorden « toepassing van de duurtijd » in de Nederlandse tekst vervangen door « berekening van de duur » en in het eerste gedachtenstreepje worden de woorden « markten of » geschrapt. »
Art. 5.Artikel 3, § 1, laatste lid van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Het vervoer van dieren bedoeld in artikel 1, § 1 punten 2) tot 3), gerealiseerd voor andere dan handelsdoeleinden is toegestaan met transportmiddelen die van tevoren een eigen vergunning hebben bekomen, afgeleverd door de Dienst. »
Art. 6.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt artikel 11bis.
Art. 7.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 8.§ 1. In artikel 11, § 1, 5e gedachtenstreepje wordt de Franse tekst vervangen door volgende bepaling : « - chapitre V de l'annexe du présent arrêté pour ce qui concerne les autres animaux vertébrés et animaux à sang froid; » § 2. In artikel 11, § 4, eerste gedachtenstreepje van hetzelfde besluit wordt het woord « licht » geschrapt. § 3. In artikel 11, § 4, derde gedachtenstreepje worden de woorden « of noodslachting » geschrapt; § 4. De laatste zin van artikel 11, § 4, derde gedachtenstreepje wordt een nieuw lid.
Art. 9.§ 1. In artikel 17, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « met uitzondering van punt 2) en punt 4) », geschrapt; § 2. Artikel 17, § 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. De bepalingen van § 1 zijn niet van toepassing op het vervoer van dieren bedoeld in artikel 1, § 1, punten 6) tot 8), wanneer de afstand tussen de plaats van vertrek en de plaats van bestemming kleiner of gelijk is aan 50 km en evenmin voor het vervoer ervan van en naar een markt voor dieren. »
Art. 10.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de punten punten 1) en 4) vervangen als volgt : « 1) mag de dieren niet vervoeren of doen vervoeren onder zodanige omstandigheden dat zij worden blootgesteld aan letsels of onnodig lijden;4) moet voor de vervoerde diersoorten bedoeld in artikel 1, § 1, punten 1) 2) en 3) het bewijs leveren dat maatregelen genomen zijn om tijdens de reis te voorzien in hun behoeften aan drenken en voedsel, zelfs bij wijziging van het reisschema of wanneer de reis door onvoorziene omstandigheden wordt onderbroken.»
Art. 11.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de punten 1bis) en 1ter), luidend als volgt, ingevoegd : « 1bis) moet voor het vervoer gebruik maken van transportmiddelen waarmee de in dit besluit bedoelde eisen kunnen worden nageleefd; 1ter) moet voor het vervoer van als huisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens naar het buitenland indien de reistijd langer is dan 8 uur, een reisschema opstellen overeenkomstig het model in hoofdstuk Vlll van de bijlage van dit besluit. Hij moet het reisschema voorleggen aan de inspecteur-dierenarts van de dienst zodat deze het nummer of de nummers van de gezondheidscertificaten erop kan vermelden en zijn stempel kan aanbrengen : via het ANIMO-systeem wordt de aflevering van dit reisschema gemeld. »
Art. 12.Artikel 20, § 2, van hetzelfde besluit wordt in de Nederlandse tekst vervangen door volgende tekst : « Onverminderd andere veterinairrechtelijke voorschriften mag een zending dieren tijdens het vervoer niet worden opgehouden, tenzij dat strikt noodzakelijk is voor het welzijn van de vervoerde dieren.
Wanneer een zending dieren tijdens het vervoer gedurende meer dan twee uren moet worden opgehouden, dienen passende maatregelen te worden getroffen om de dieren te kunnen verzorgen en indien nodig, uit te laden en ergens onder te brengen. »
Art. 13.In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit dient het woord « stopplaats » telkens vervangen te worden door het woord « halteplaats » in de Nederlandse tekst.
Art. 14.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt in fine aangevuld met volgende woorden : « en dat de voorwaarden voor het welzijn van de aanwezige dieren in het verzamelcentrum beantwoorden aan de bepalingen van artikel 37bis. »
Art. 15.Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : «
Artikel 37.§ 1. De eigenaar of elk natuurlijk of rechtspersoon verantwoordelijk voor een verzamelcentrum moet voldoende en bekwaam personeel, met inbegrip van dierenartsen, aanstellen opdat de naleving van de voorschriften van hoofdstuk V van dit besluit nageleefd worden en het dierenwelzijn en de diergezondheid niet in het gedrang komen. § 2. Hij moet bovendien een reglement van interne orde opstellen dat ondermeer bepalingen betreffende de bescherming en het welzijn der dieren omvat. Dit reglement moet voorzien in boetes in geval deze bepalingen niet worden geëerbiedigd en, in zware gevallen, in de uitsluiting van de overtreders van de marktactiviteiten. Het reglement van interne orde wordt, samen met de lijst van personeel, hun functie en taak, ter ondersteuning van de aanvraag voor erkenning, overgemaakt. § 3. Hij organiseert in overleg met de burgemeester van de gemeente waar het verzamelcentrum zich bevindt een lokaal meldpunt waar het publiek terecht kan met klachten over inbreuken op de dierenwelzijnswetgeving in het verzamelcentrum. »
Art. 16.in hetzelfde besluit wordt een artikel 37bis ingevoegd, luidende als volgt : «
Artikel 37bis.De verantwoordelijke van een verzamelcentrum neemt maatregelen opdat : 1) volgende dieren niet tot het verzamelcentrum worden toegelaten : - dieren die niet geschikt zijn voor vervoer; - geblinddoekte dieren; - hoogdrachtige dieren die er kunnen werpen, noch dieren die de nageboorte nog ophebben; - kalveren, lammeren of geitenlammeren jonger dan 14 dagen en zonder geheelde navel; 2) de dieren beschutting wordt geboden tegen slechte weersomstandigheden;3) de dieren niet over de grond voortgesleept worden of opgetild worden bij het hoofd, kop, nek, hoornen, oren, poten, staart, vel of een ander gevoelig lichaamsdeel;4) niemand onnodig geweld gebruikt om dieren onder controle te houden; Zo mogen dwangmiddelen, als stokken, slechts gebruikt worden om dieren te leiden en uitsluitend als alle andere manieren om een dier onder controle te houden zijn uitgeput.
Ook moet het gebruik verboden worden van : - scherpe voorwerpen; - apparaten waarmee electrische schokken worden toegediend, tenzij kortstondig toegepast op de spieren van de achterhand van volwassen varkens en runderen, voor zover de dieren weigeren vooruit te gaan en er hiervoor ruimte is; 5) het verbod om dieren te schoppen of te slaan op delen van het lichaam die bijzonder gevoelig zijn, nageleefd wordt;6) het verbod om de staart van de dieren te verbrijzelen, om te wringen en of te breken en de dieren in de ogen te grijpen, nageleefd wordt;7) dieren niet zo geleid of gedreven worden dat ze uitglijden of vallen;8) kalveren tot de leeftijd van 1 maand, varkens, schapen en geiten ondergebracht worden in een box voorzien van strooisel en voldoende ruimte hebben om gelijktijdig te liggen;9) verschillende diersoorten voldoende gescheiden van elkaar opgesteld worden;10) dieren, indien nodig, naar geslacht, grootte en leeftijd opgesteld worden. Zo moeten met name een hengst, bronstige merrie, of paard met beslagen achterhoeven op voldoende afstand van andere paarden opgesteld worden.
Ook mogen dieren met jongen niet opgestald zijn met andere dieren, tenzij het gaat om dieren die samen gehouden werden of tenzij ze op voldoende afstand van de overige dieren gebonden worden.
Dieren met agressief gedrag moeten opgestald worden zodanig dat ze de overige dieren niet kunnen storen; 11) dieren niet kunnen ontsnappen van het verzamelcentrum;12) de dieren zodanig aangebonden worden dat ze moeiteloos in een natuurlijke houding kunnen liggen, drinken en indien nodig eten, en waarbij het risiko op verwonding, verhanging of verstikking, zoveel mogelijk vermeden wordt;13) de dieren niet bij de hoornen of de neusring aangebonden worden;14) paarden die niet individueel opgestald staan, aan het hoofd aangebonden worden met een halster;15) de installaties en uitrustingen moeten toelaten dat alle dieren, naar behoefte, van drinkwater kunnen voorzien worden;16) dieren die in het verzamelcentrum aankomen voor 12 uur 's nachts, onmiddellijk voeder krijgen en daarna elke veertien uren na de opening van de markt;17) voldoende licht beschikbaar is om de dieren te inspecteren en te voederen en te drenken;18) alle constructies waarmee dieren in contact kunnen komen alsook de aanvoergangen zodanig ontworpen zijn dat ze geen letsel bij de dieren kunnen veroorzaken; 19) zieke of gewonde dieren afgezonderd worden in het lokaal bedoeld in artikel 38.4 van hetzelfde besluit; 20) ernstig zieke of gewonde dieren naargelang het geval, op een verantwoorde manier kunnen worden gedood of geslacht.»
Art. 17.Een artikel 38bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : « Artkel 38bis. De los- en laadfaciliteiten van de verzamelcentra moeten zo zijn ontworpen en deze activiteiten dusdanig worden georganiseerd dat : 1° de dieren zonder hinder uitgeladen en naar hun standplaats geleid kunnen worden en nadien even ongehinderd terug opgeladen kunnen worden;2° de door de marktverantwoordelijke aangestelde dierenarts toezicht kan uitoefenen op alle los- en laadactviteiten en met name elk individueel dier bij het afladen kan inspecteren.»
Art. 18.Een artikel 38ter, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : «
Artikel 38ter.De dierenarts aangesteld door de verantwoordelijke van een verzamelplaats maakt binnen de 48 uur na het einde van elke marktdag een schriftelijk verslag op ten behoeve van de inspecteur-dierenarts waarin hij zijn vaststellingen noteert. »
Art. 19.In de bijlage, hoofdstuk l, A1 van hetzelfde besluit, worden de woorden "en met name kalveren jonger dan 14 dagen" ingevoegd na het woord "genezen".
Art. 20.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Landbouw en Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 december 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS