Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 september 2005
gepubliceerd op 13 oktober 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot aanduiding van de beheerder van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie en tot invoering van het solidariteitsreglement

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005202504
pub.
13/10/2005
prom.
17/09/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot aanduiding van de beheerder van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie en tot invoering van het solidariteitsreglement (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot aanduiding van de beheerder van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie en tot invoering van het solidariteitsreglement.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 28 april 2003, Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, Ed. 2.; erratum, Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003.

Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2004 Aanduiding van de beheerder van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie en tot invoering van het solidariteitsreglement (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 2004 onder het nummer 71813/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en werking in de tijd Artikel. 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en die, in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2003 tot vaststelling van de voorwaarden voor uitsluiting uit het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, in uitvoering van artikel 15 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en van artikel 22 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 (Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1) (koninklijk besluit van 1 september 2004, Belgisch Staatsblad van 29 september 2004), niet zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioensstelsel.

Art. 2.De partijen vragen de algemeenverbindendverklaring aan.

Art. 3.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 april 2004 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk der partijen worden opgezegd, mits aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en met respect van een opzegperiode van ten minste zes maanden.

De opzegging is alleen geldig voor zover artikel 10, § 1, 3°, van de WAP is nageleefd. HOOFDSTUK II. - Aanduiding van de beheerder

Art. 5.Bij toepassing van artikel 8 van de WAP en van artikel 10, 11, 12 en 13 van collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2) (koninklijk besluit van 4 juli 2004, Belgisch Staatsblad van 26 augustus 2004), wordt als pensioeninstelling gekozen Fortis AG N.V., met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53. HOOFDSTUK III. - Solidariteitstoezegging

Art. 6.De aanspraken op een solidariteitstoezegging worden bepaald overeenkomstig het reglement van solidariteitstoezegging, dat als bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst gehecht wordt. Bij toepassing van artikel 17 van de geciteerde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 geldt deze bijlage geldt als bijlage 2 aan collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 september 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

Bijlage de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot aanduiding van de beheerder van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie en tot invoering van het solidariteitsreglement Solidariteitsreglement "Stelsel van solidariteitsprestaties voor de arbeiders Paritair Comité voor de voedingsnijverheid"

Artikel 1.Doel en voorwerp van het stelsel solidariteitsprestaties. 1. 1.In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 richt het Fonds 2e pijler PC 118 een stelsel van solidariteitsprestaties in ten gunste van de arbeiders die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden bepaald onder artikel 3 "Definities". 1. 2.Het doel van onderhavig reglement bestaat in het definiëren van de voorwaarden en modaliteiten van de solidariteitsprestaties buiten en boven alle wettelijke verplichtingen. 1. 3.Het financiële beheer, het administratief beheer en de dekking van sommige risico's van dit stelsel van solidariteitsprestaties worden toevertrouwd aan de Verzekeringsinstelling zoals hierna bepaald. Zij zullen het voorwerp uitmaken van een beheersovereenkomst tussen het Fonds 2e pijler PC 118 en de Verzekeringsinstelling die opgesteld zal worden volgens de principes van onderhavig solidariteitsreglement.

Art. 2.Werking in de tijd.

Het stelsel van solidariteitsprestaties vangt aan op 1 april 2004. Het voortbestaan ervan gaat samen met het stelsel van aanvullend pensioen, zoals ingesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003.

Art. 3.Definities. 3. 1."Stelsel van aanvullend pensioen" : het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen, bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 ingericht in uitvoering van artikel 15 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en artikel 22 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003. 3. 2."Solidariteitstoezegging" : het sectoraal stelsel van solidariteitsprestaties, bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 ingericht in uitvoering van artikel 15 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en artikel 22 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003. 3. 3."Fonds 2e pijler PC 118" : de inrichter van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, ingesteld in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003. 3. 4."Verzekeringsinstelling" : de verzekeringsinstelling die door het Fonds 2e pijler PC 118 werd aangeduid voor het beheren van het sectoraal stelsel van solidariteitstoezegging. 3. 5."Werkgever" : de onderneming ressorterend onder het Paritair Comité van de voedingsnijverheid en die valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003. 3. 6."Deelnemer" : de arbeider of arbeidster van een werkgever ressorterend onder het Paritair Comité van de voedingsnijverheid die valt onder het toepassingsgebied van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003, waarvan het loon onderworpen is aan de sociale zekerheidsbijdragen, met uitzondering van de arbeiders die al een wettelijk pensioen ontvangen, maar hun activiteiten in de sector van de voedingsindustrie blijven uitoefenen in het kader van de toegelaten arbeid als gepensioneerde zonder schorsing van het wettelijk rustpensioen. Elke arbeider die deze aansluitingsvoorwaarden vervult, wordt automatisch en verplicht aangesloten. De aansluiting houdt op vanaf het moment dat bovenstaande aansluitingsvoorwaarden niet meer gerespecteerd zijn. 3. 7."Begunstigde" : de persoon aan wie de uitkering, die voorzien is overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, dient te gebeuren. 3. 8."Bijdrage solidariteitstoezegging" : het bedrag, betaald door de werkgever tot financiering van de solidariteitstoezegging, in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal stelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, zoals deze op elk respectievelijk moment van kracht is. De opeenvolgende sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten -teksten worden in bijlagen aan het solidariteitsreglement gehecht en maken er integraal deel van uit. Bij aanvang van dit stelsel van solidariteitsprestaties geldt de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3 van 5 november 2003. 3. 9."Solidariteitsfonds" : stelsel van collectieve reserve, dat wordt beheerd overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen. Dit stelsel wordt door de Verzekeringsinstelling volledig afzonderlijk van de andere activiteiten beheerd. 3. 10."CAO nr. 2 van 5 november 2003" : collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2) (koninklijk besluit van 4 juli 2004, Belgisch Staatsblad van 26 augustus 2004). 3. 11."CAO nr. 3 van 5 november 2003" : collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2003 tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3) (koninklijk besluit van 1 september 2004, Belgisch Staatsblad van 29 september 2004). 3. 12."Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (afgekort CBFA)" : de geïntegreerde financiële toezichthouder, die opgericht werd door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten (Belgisch Staatsblad van 4 september 2002) en het uitvoeringsbesluit van 25 maart 2003 (Belgisch Staatsblad van 31 maart 2003). 3. 13."WAP" : de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, Ed. 2; erratum, Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003) aangevuld met haar uitvoeringsbesluiten. 3. 14."KB Solidariteitsstelsel" : koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels. 3. 15."KB Financiering van het Solidariteitsstelsel" : koninklijk besluit van 14 november 2003 tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van een solidariteitstoezegging (Belgisch Staatsblad van 14 november 2003). 3. 16."Risicotarief" : het geheel van de door de Verzekeringsinstelling gewaarborgde tariferingsregels van toepassing op de verzekerde risico's, voorgelegd door de verantwoordelijk actuaris van de verzekeringsmaatschappij en medegedeeld aan de CBFA. Het tarief omvat bepalingen betreffende het rendement, de eventueel gebruikte sterftetafel en de aangerekende kosten.

Art. 4.Solidariteitstoezegging. 4. 1.Voor zover de middelen beschikbaar zijn worden volgende solidariteitsprestaties voorzien : - vergoeding van inkomstenverlies bij overlijden van de deelnemer onder de vorm van een tijdelijke onvoorwaardelijke rente met een looptijd van 5 jaar, gelijk aan 250 EUR per jaar. Binnen de grenzen bepaald in de WAP en het KB Solidariteitsstelsel wordt de nominale som der rentes op het moment van overlijden gecumuleerd uitgekeerd. - een deelname in de financiering van het stelsel van aanvullend pensioen gelijk aan 150 EUR voor de eerste periode van arbeidsongeschiktheid van 200 of meer dagen na een periode van gewaarborgd loon binnen een periode van 5 opeenvolgende kwartalen, wegens ziekte, ongeval, bevallings- of zwangerschapsrust, arbeidsongeval of beroepsziekte. Er wordt alleen maar rekening gehouden met de periodes van arbeidsongeschiktheid die een aanvang nemen ten vroegste op 1 april 2004. - in geval van faillissement van de werkgever, de financiering van het stelsel van aanvullend pensioen tot dekking van de niet-betaalde bijdragen in het sectoraal aanvullend pensioenplan tot ten hoogste één maand na de faillietverklaring. 4. 2.Bovenstaande prestaties gelden vanaf het moment dat de aangeslotene ten minste 132 dagen gecumuleerde tewerkstelling als arbeider in de sector van de voedingsindustrie kan aantonen, te tellen vanaf 1 april 2004. De tewerkstelling wordt vastgesteld op basis van de bij de R.S.Z. aangegeven arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen. De periode van 132 dagen hoeft niet ononderbroken te zijn. 4. 3.Het geheel van solidariteitstoezeggingen is een middelenverbintenis. Dit wil zeggen dat de niveaus der solidariteitsprestaties door het Fonds 2e pijler PC 118 aan de bestaande en verwachte beschikbare middelen kunnen worden aangepast.

Dit gebeurt met het oog op het behouden van het financieel evenwicht, overeenkomstig de bepalingen van de WAP, het KB solidariteitsstelsel en het KB Financiering van het solidariteitsstelsel en in overleg met de aangewezen actuaris van de Verzekeringsinstelling. 4. 4.Conform artikel 6 van het KB solidariteitsstelsel worden de solidariteitsprestaties verlaagd, indien de middelen onvoldoende zijn.

Te dien einde zal het Fonds 2e pijler PC 118 het initiatief nemen om onderhavig reglement aan te passen. De prestaties worden in dit geval in volgende rangorde verminderd : - de vergoeding van inkomstenverlies bij overlijden; - de financiering van het aanvullend pensioen bij arbeidsongeschiktheid; - de financiering van het aanvullend pensioen ingeval van faillissement.

Art. 5.Financiering. 5. 1.De bijdragen voor de financiering van de solidariteitstoezegging worden berekend door het Fonds 2e pijler PC 118 op basis van enerzijds het bijdragepercentage vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie en anderzijds de lonen aangegeven aan de RSZ. Deze bijdragen zijn ten minste gelijk aan 4,40 pct. van de premies voor het stelsel van aanvullend pensioen. 5. 2.De bijdragen worden door het Fonds 2e pijler PC 118 medegedeeld en integraal doorgestort aan de Verzekeringsinstelling. 5. 3.De bijdragen worden door de Verzekeringsinstelling zonder verwijl gestort in het Solidariteitsfonds. 5. 4.De solidariteitsprestaties worden beheerd overeenkomstig de bepalingen van het KB Financiering van het Solidariteitsstelsel. 5. 5.De solidariteitsprestaties voorzien onder artikel 4. 1. eerste en tweede punt worden door het Solidariteitsfonds verzekerd bij de Verzekeringsinstelling. De financieringsmethode is gebaseerd op een risicotarief volgens de techniek van tijdelijke premies van één jaar en volgens de principes van een resultaatsverbintenis. Het Solidariteitsfonds deelt in het resultaat van de Verzekeringsinstelling gerealiseerd op de verzekerde prestaties, overeenkomstig voorwaarden overeengekomen met de Verzekeringsinstelling. 5. 6.De solidariteitsprestatie voorzien onder artikel 4. 1. derde punt volgt volledig de bepalingen van het KB Financiering van het Solidariteitsstelsel.

Art. 6.Begunstigden en formaliteiten bij vereffening. 6. 1.De prestatie bij overlijden van de deelnemer : - in geval van overlijden van de deelnemer worden de solidariteitsprestaties uitgekeerd aan dezelfde begunstigde(n), zoals deze zijn bepaald overeenkomstig het Pensioenreglement - Stelsel aanvullend pensioen voor de arbeiders Paritair Comité voor de voedingsnijverheid. - voor werkgevers, die het Stelsel van aanvullend pensioen zelf organiseren, bij toepassing van de zogenaamde opting-out, geldt alleen de rangorde van het Pensioenreglement - Stelsel aanvullend pensioen voor de arbeiders Paritair Comité voor de voedingsnijverheid. In dit geval vraagt(vragen) de begunstigde(n) aan het Fonds 2e pijler PC 118 de vereffening van de voordelen. Na controle door het Fonds 2e pijler PC 118 worden de prestaties aan de begunstigden overgemaakt. - het Fonds 2e pijler PC 118 en de Verzekeringsinstelling kunnen ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de begunstigde(n) te verifiëren. - bij ontstentenis van begunstigde, blijft de prestatie ter beschikking van het Solidariteitsfonds. 6. 2.De prestatie in geval van arbeidsongeschiktheid : - in geval van arbeidsongeschiktheid wordt de prestatie meegedeeld door het Fonds 2e pijler PC 118 aan de Verzekeringsinstelling. De prestatie zal op de individuele pensioenrekening van de werknemer gestort worden. - indien de werkgever het aanvullend pensioen zelf organiseert, bij toepassing van de zogenaamde opting- out, zal de verzekeraar van dit ondernemingspensioenplan de nodige gegevens aan het Fonds 2e Pijler PC 118 overmaken door middel van het hiertoe uitgewerkt formulier. Na controle door het Fonds 2e pijler PC 118 wordt de prestatie op rekening van de verzekeraar van dit ondernemingspensioenplan gestort, die deze prestatie op zijn beurt op de individuele pensioenrekening van de betrokken werknemer stort. 6. 3.De prestaties in geval van faillissement : Op basis van de vergelijking van de aangegeven sociale zekerheidsbijdragen bijdragen met de bijdragen, die effectief werden doorgestort door de R.S.Z., worden de door faillissement niet betaalde bijdragen bepaald. Dit bedrag wordt overgemaakt aan het financieringsfonds van het Stelsel van aanvullend pensioen, ter uitvoering van de verplichtingen van dit stelsel.

Art. 7.Solidariteitsfonds. 7. 1.In uitvoering van dit reglement wordt een Solidariteitsfonds ingericht. 7. 2.Het vermogen van het fonds wordt uitsluitend aangewend : - om de bij dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties uit te keren, en - om de premies te financieren van de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties die door de Verzekeringsinstelling op basis van een risicotarief worden gedekt. 7. 3.Werking van het fonds : 7. 3.1. Inkomsten van het Solidariteitsfonds : - de stortingen bepaald onder artikel 5; - de financiële opbrengsten van het solidariteitsfonds, daarin inbegrepen zowel het rendement op de reserves van het Solidariteitsfonds als de deelname in het technisch resultaat van de Verzekeringsinstelling. 7. 3.2. Uitgaven van het Solidariteitsfonds : - de financiering van de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties die door de Verzekeringsinstelling worden gedekt en die op basis van een risicotarief worden vastgesteld; - de bijdragen in de financiering van het stelsel van aanvullend pensioen bij faillissement, overeenkomstig de bepalingen van dit reglement; - de kosten nodig voor het beheer van de solidariteitstoezegging, in uitvoering van de beheersovereen-komst tussen het Fonds 2e pijler PC 118 en de Verzekeringsinstelling, met respect voor de bepalingen van de WAP, het KB solidariteitstelsel en het KB financiering van het solidariteitsstelsel. 7. 4.Eigendom en beheer van het Solidariteitsfonds. 7. 4.1. Het Solidariteitsfonds behoort toe aan het geheel van de aangeslotenen. 7. 4.2. Indien een werkgever of werknemer om één of andere reden ophoudt deel uit te maken van het toepassingsgebied van CAO nr. 2 van 5 november 2003 kan hij op geen enkele wijze aanspraak maken op de tegoeden van het Solidariteitsfonds.

Art. 8.Diverse bepalingen : 8. 1.Verplichtingen van de betrokken partijen : 8. 1.1. Verplichtingen van het Fonds 2° pijler PC 118 : - aan de Verzekeringsinstelling op elektronische wijze overmaken van benodigde inlichtingen voor erkenning van aanspraken, onder andere : * naam, geboortedatum, burgerlijke staat, adres * nationaal nummer SIS * aanduiding van de begunstigde (indien afwijkend van de standaard); - onmiddellijk doorstorten aan de Verzekeringsinstelling van de bijdragen voor de solidariteitstoezegging, zoals die worden geïnd door de R.S.Z. en globaal overgemaakt aan het Fonds 2e pijler PC 118; - het aan de aangeslotene op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de volledige tekst van het solidariteitsreglement en alle bijvoegsels. - alle andere door de WAP aan de inrichter opgelegde verplichtingen. 8. 1.2. Verplichtingen van de Verzekeringsinstelling : - het respecteren en uitvoeren van minimumregels inzake de financiering, het aanleggen van de voorzieningen en het beheer van het solidariteitsstelsel, in uitvoering van het KB Financiering van het Solidariteitsstelsel; - alle verplichtingen die door de WAP en het KB Solidariteitsstelsel aan de Verzekeringsinstelling worden opgelegd. Deze omvatten onder meer : * het jaarlijks opstellen van een gedetailleerde staat der activa, een balans en een resultatenrekening van het Solidariteitsfonds; * het overmaken van dit verslag aan de CBFA binnen de maand na de goedkeuring ervan; * het actuarieel en financieel beheer; * het bepalen en aanleggen van voorzieningen en provisies; * de belegging en evaluatie van de activa van het Solidariteitsfonds volgens de regels die voor voorzorgsinstellingen werden vastgelegd in uitvoering van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen (Belgisch Staatsblad van 29 juli 1975), met name in de artikelen 6 tot 14 van het koninklijk besluit van 7 mei 2000 betreffende de activiteiten van de voorzorgsinstellingen (Belgisch Staatsblad van 1 juli 2000). 8. 2.Onbetwistbaarheid van de gegevens : 8. 2.1. De Verzekeringsinstelling dekt de deelnemer op basis van de gegevens overgemaakt door het Fonds 2e pijler PC 118. 8. 2.2. Het Fonds 2e pijler PC 118 staat in voor de nauwkeurigheid van de inlichtingen en is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit alle onnauwkeurige, onvolledige, onjuiste of laattijdige inlichtingen, die verstrekt worden aan de Verzekeringsinstelling. 8. 2.3. De Verzekeringsinstelling houdt uitsluitend rekening met de laatst meegedeelde gegevens. 8. 3.Bescherming van de persoonlijke levenssfeer : 8. 3.1. Om het solidariteitsstelsel te beheren, verstrekt het Fonds 2e pijler PC 118 de nodige persoonlijke gegevens aan de Verzekeringsinstelling. 8. 3.2. De verzekeringsinstelling behandelt deze gegevens vertrouwelijk en met het uitsluitend doel tot het beheren van het sociaal sectoraal stelsel van aanvullend pensioen, met uitsluiting van elk ander, al dan niet commercieel, oogmerk. 8. 3.3. Iedere aangeslotene waarvan persoonlijke gegevens bewaard worden, heeft het recht om inzage en verbetering van deze gegevens te verkrijgen, middels schriftelijk verzoek aan de Verzekeringsinstelling met toevoeging van een kopie van de identiteitskaart. 8. 4.De bepalingen van onderhavig solidariteitsreglement worden aangevuld door de algemene voorwaarden van de Verzekeringsinstelling.

In geval van strijdigheid primeren de bepalingen van onderhavig reglement.

Art. 9.Toepasselijk recht.

Op het solidariteitsreglement en alles ermee verband houdende is het belgisch recht van toepassing. Eventuele geschillen tussen de partijen in dit verband behoren tot de bevoegdheid van de belgische rechtbanken.

Art. 10.Slotbepaling.

Onderhavig reglement wordt overeengekomen op basis van de thans gekende bepalingen en toepassingen van de WAP en haar uitvoeringsbesluiten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 september 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^