17 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 1996 tot hernieuwing van de Raad van bestuur van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 november 1967 houdende oprichting van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 3 februari 1995, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 tot vaststelling van de regels voor de werking van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 maart 1996 tot hernieuwing van de Raad van bestuur van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 mei 1997 en 10 augustus 1998;

Overwegende dat de samenstelling van de Raad van bestuur van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau voor de helft dient te worden vernieuwd overeenkomstig artikel 6, laatste lid van de wet houdende oprichting van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Eervol ontslag uit hun functie van lid van de Raad van bestuur van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau wordt verleend aan de volgende leden, bepaald bij loting : De heren : C. DEROANNE te Gembloers;

J.F. SNEESSENS te Quévy-le-Petit;

L. LIEGEOIS te Jalhay;

N. NOELS te Borgerhout;

R. MAILLARD te Sint-Joost-ten-Node;

M. VAN GORP te Edegem;

C. MORIS te Kessel-Lo;

C. VAN DORPE te De Pinte;

M. BOURLEE te Nijvel;

L. VERSPREET te Tremelo.

Art. 2.Eervol ontslag uit hun functie van plaatsvervangend lid van de Raad van bestuur van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau wordt verleend aan de volgende plaatsvervangende leden, bepaald bij loting : De heren en Mevr. : A. THONON te Awans;

M. MOYART te Brussel;

J.M. DE BUSSCHER te Saintes;

M. NICKMANS te Lasne-Chapelle;

P. DERWA te Oreye;

F.G. LEROUX te Deurle;

Y. NEUCKENS te Terhulpen;

H. DE VADDER te Boortmeerbeek;

M. LHOAS te Yvoir;

F. HUYGHE te Onze-Lieve-Vrouw-Waver.

Art. 3.Worden benoemd tot lid van de Raad van bestuur van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau : De heren : C. DEROANNE te Gembloers;

J.F. SNEESSENS te Quévy-le-Petit;

L. LIEGEOIS te Jalhay;

B. OTTE te Blanden;

R. MAILLARD te Sint-Joost-ten-Node;

J. VAN BOSCH te Antwerpen;

C. MORIS te Kessel-Lo;

C. VAN DORPE te De Pinte;

Y. SOMVILLE te Bothey;

J. OEYEN te Arendonk.

Art. 4.Worden benoemd tot plaatsvervangend lid van de Raad van bestuur van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau : De heren en Mevrn : A. THONON te Awans;

M. MOYART te Brussel;

J.M. DE BUSSCHER te Saintes;

N. NICKMANS te Lasne-Chapelle;

P. DERWA te Oreye;

F.G. LEROUX te Deurle;

A. REUL te Argenteau;

L. VERSPREET te Tremelo;

R. VAN SNICK te Walhain;

F. HUYGHE te Onze-Lieve-Vrouw-Waver.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS