Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 september 2000
gepubliceerd op 22 september 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel en van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
2000002088
pub.
22/09/2000
prom.
17/09/2000
ELI
eli/besluit/2000/09/17/2000002088/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel en van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 57, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 maart 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 9, §§ 3 en 4, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, artikel 13, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, artikel 14, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, artikel 15, § 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, artikel 16, 2e lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, artikel 18, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, artikel 19, eerste en derde lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997;

Overwegende dat de analyse van het verloop en de resultaten van de eerste evaluatierondes heeft uitgewezen dat een grondige bijsturing in de richting van een beschrijvende evaluatie nodig is;

Overwegende dat het in die omstandigheden niet aangewezen is een nieuwe evaluatieronde op te starten vanaf 15 september 2000;

Overwegende dat een overgangsperiode zich opdringt met het oog op de bijsturing van het evaluatiesysteem, zonder de continuïteit ervan in het gedrang te brengen;

Overwegende dat dit het best kan gebeuren door voornamelijk nog de ambtenaren te evalueren waarvan de gunstige of ongunstige feiten of bevindingen, opgetekend op de individuele evaluatiefiche, hun laatste evaluatie kunnen verbeteren of verslechteren;

Overwegende dat daarnaast ook de ambtenaren die zich in een situatie bevinden waarin de reglementering een evaluatievermelding vereist en de ambtenaren die een aanvraag tot evaluatie indienen, moeten geëvalueerd worden;

Overwegende dat het eveneens aangewezen is om voor de evaluaties die tijdens de overgangsperiode zullen gebeuren een aantal concrete disfuncties in de evaluatieprocedure dringend te corrigeren;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 16 mei 2000;

Gelet op het protocol nr. 359 van 8 juni 2000 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 16 juni 2000 over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 juli 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel

Artikel 1.Artikel 57 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 maart 1995, wordt vervangen als volgt : « Art. 57 § 1. De evaluatie wordt aan de ambtenaar voor de eerste maal toegekend één jaar na zijn benoeming in vast verband.

Zij wordt aan de ambtenaar betekend door middel van een evaluatieblad waarvan het model wordt bepaald door de minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren. § 2. Een evaluatie of een nieuwe evaluatie wordt toegekend aan de ambtenaren kandidaten voor een verandering van graad, een bevordering of mobiliteit indien hun nog geen evaluatie werd toegekend of in de gevallen bedoeld in § 3. § 3. In de volgende gevallen wordt aan de ambtenaren een nieuwe evaluatie toegekend : 1° indien sedert de toekenning van hun laatste evaluatie ongunstige feiten of bevindingen die deze evaluatie kunnen verslechteren, op hun individuele evaluatiefiche werden opgetekend;2° indien sedert de toekenning van hun laatste evaluatie gunstige feiten of bevindingen die deze evaluatie kunnen verbeteren, op hun individuele evaluatiefiche werden opgetekend;3° indien zij er hun onmiddellijke hiërarchische meerdere om verzoeken, ten vroegste één jaar na de betekening van de vorige evaluatievermelding. § 4. Wanneer de evaluatie de meest negatieve vermelding oplevert wordt na een jaar een nieuwe evaluatie toegekend. » HOOFDSTUK II Wijziging van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel

Art. 2.In artikel 9 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3 wordt vervangen als volgt : « § 3.De ambtenaar wordt over de in de eerste paragraaf bedoelde weging ingelicht, uiterlijk één maand na zijn benoeming in vast verband en ontvangt in dat verband alle nodige uitleg. Hij viseert binnen vijf werkdagen de weging die hem werd medegedeeld. »; 2° § 4 wordt vervangen als volgt : « § 4.Wanneer de ambtenaar een nieuwe functie uitoefent, waaraan de oorspronkelijk toegekende weging van de evaluatiecriteria niet meer beantwoordt, wordt hem een nieuwe weging toegekend. Hij wordt hiervan ingelicht ten laatste een maand na het aanvangen van zijn nieuwe functie. Hij viseert binnen vijf werkdagen de weging die hem werd medegedeeld. »

Art. 3.Artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, wordt vervangen als volgt : «

Art. 13.De onmiddellijke hiërarchische meerdere die, op het tijdstip dat hij de voorbereiding van de evaluatie bedoeld in de artikelen 14 en 19 moet aanvatten, de ambtenaar tijdens de drie jongste maanden niet onder zijn gezag heeft gehad, wint bij de nuttig geachte administratieve bronnen alle voor het invullen van het evaluatierooster dienstig zijnde inlichtingen in. »

Art. 4.Artikel 14 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, wordt vervangen als volgt : «

Art. 14.De onmiddellijke hiërarchische meerdere vult, bij wijze van voorbereiding, het rooster in door aan elk criterium het vereiste waardecijfer te geven. Hij deelt ze aan de ambtenaar en aan het hoofd van het bestuur mee binnen de maand na afloop van de evaluatieperiode.

In de gevallen als bedoeld bij artikel 57, §§ 2 en 3 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel vult de onmiddellijke hiërarchische meerdere het rooster in en deelt het onverwijld mee aan de ambtenaar en aan het hoofd van het bestuur. »

Art. 5.ln artikel 15, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, wordt tussen het eerste en het tweede lid het volgende lid ingevoegd : « Wanneer het de evaluatieconferentie onmogelijk is zitting te hebben omdat ze het vereiste quorum niet kan bereiken om redenen die inherent zijn aan de structuur van het ministerie komt ze, in afwijking van het vorige lid, geldig bijeen wanneer twee personen aanwezig zijn, meer bepaald de onmiddellijke hiërarchische meerdere en een andere persoon die tot dezelfde taalrol als de geëvalueerde ambtenaar behoort of wettelijk tweetalig is. »

Art. 6.Artikel 16, tweede lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, wordt vervangen als volgt : « De evaluatieconferentie betekent de evaluatie aan de ambtenaar, uiterlijk binnen drie maanden na de mededeling van het evaluatierooster aan de ambtenaar. »

Art. 7.In artikel 18 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, wordt de laatste zin opgeheven.

Art. 8.In artikel 19 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 6 februari 1997, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De onmiddellijke hiërarchische meerdere vult, bij wijze van voorbereiding, het rooster in door aan elk criterium het vereiste waardecijfer te geven.Hij deelt het aan de ambtenaar en aan de tweede hiërarchische meerdere, die met toepassing van artikel 18 is aangewezen, mee binnen de maand na afloop van de evaluatieperiode. In de gevallen als bedoeld bij artikel 57, §§ 2 en 3, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel vult de onmiddellijke hiërarchische meerdere het rooster in en deelt het onverwijld mee aan de ambtenaar en aan de tweede hiërarchische meedere. »; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt : « De twee in artikel 18 bedoelde hiërarchische meerderen brengen de evaluatie ter kennis aan de ambtenaar, uiterlijk binnen drie maanden na de mededeling van het evaluatierooster aan de ambtenaar.» HOOFDSTUK III. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 9.In afwijking van artikel 9, § 3, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, zoals vervangen door dit besluit, wordt de ambtenaar die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit vast in dienst is en nog niet is ingelicht over de weging, uiterlijk één maand na publicatie van dit besluit over die weging ingelicht.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 september 2000.

Art. 11.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE

^