gepubliceerd op 19 november 2018
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 46sexies, § 1, tweede lid van het Wetboek van strafvordering
17 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 46sexies, § 1, tweede lid van het Wetboek van strafvordering
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 46sexies, § 1, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering;
Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 23 maart 2018;
Gelet op het akkoord van de Minister van begroting, gegeven op 10 juli 2018;
Gelet op het advies 61/2018 van de Gegevensbeschermingsautoriteit gegeven op 25 juli 2018;
Gelet op advies 63.610/3 van de Raad van State, gegeven op 28 juni 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De leden van de politiediensten bedoeld in artikel 46sexies, § 1, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, die door de procureur des Konings worden gemachtigd om op het internet, desgevallend onder een fictieve identiteit, contact te onderhouden met een of meerdere personen waarvan er ernstige aanwijzingen zijn dat zij strafbare feiten die een correctionele hoofdgevangenisstraf van een jaar of een zwaardere straf tot gevolg kunnen hebben, plegen of zouden plegen, moeten : - hetzij lid zijn van een gerechtelijke onderzoeksdienst van de federale politie binnen de algemene directie gerechtelijke politie of van een lokale recherchedienst van de lokale politie en houder zijn van luik 1 van het brevet van functionele opleiding gerechtelijke politie, zijnde het recherchebrevet; - hetzij lid zijn van de directie van de speciale eenheden van de federale politie;
Bovendien, moeten ze : - aangewezen zijn door de korpschef voor wat de lokale politie betreft of door de directeur-generaal gerechtelijke politie of zijn afgevaardigde voor wat de federale politie betreft en; - geslaagd zijn voor hetzij de interne opleiding om de bijzondere opsporingsmethode van de infiltratie te mogen uitvoeren voor de leden van de directie van de speciale eenheden van de federale politie, hetzij de interne opleiding van de geïntegreerde politie over de wettelijke, theoretische en praktische, psychologische en technische aspecten die het mogelijk maken de maatregel bedoeld in artikel 46sexies, § 1 van het Wetboek van Strafvordering uit te voeren. Deze opleidingen moeten de aspecten inzake gegevensbescherming omvatten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 17 oktober 2018.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K. GEENS