Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 november 2016
gepubliceerd op 12 december 2016

Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor het verlenen, opschorten of intrekken van een invoer-, uitvoer- of doorvoervergunning van voor de Europese Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2016024274
pub.
12/12/2016
prom.
17/11/2016
ELI
eli/besluit/2016/11/17/2016024274/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 NOVEMBER 2016. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor het verlenen, opschorten of intrekken van een invoer-, uitvoer- of doorvoervergunning van voor de Europese Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten op het natuurbehoud, artikel 5, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 12 juli 2012 en gewijzigd bij de wet van 12 december 2015, en § 2, ingevoegd bij de wet van 12 december 2015;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 7 maart 2016;

Gelet het advies van de Minister van Begroting, gegeven op 11 mei 2016;

Gelet op advies 59.810/1/V van de Raad van State, gegeven op 16 september 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu en op het advies van de in de Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : 1° IUS-Verordening : Verordening (EU) Nr.1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten; 2° Voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort : levende exemplaren van soorten, ondersoorten of lagere taxa van invasieve uitheemse dieren, planten, schimmels of micro-organismen die opgenomen zijn in de Unielijst conform artikel 4, lid 1, van de IUS-Verordening;3° Wet : de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten op het natuurbehoud;4° Exemplaren gehouden in gesloten omgevingen : de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort exemplaren die gehouden worden in een omgeving die voldoet aan de volgende voorwaarden : a) de exemplaren zijn fysiek geïsoleerd en ze kunnen niet ontsnappen, zich verspreiden of door onbevoegden worden verwijderd uit de omgeving waar ze worden gehouden;b) schoonmaak-, afvalbeheer- en onderhoudsprotocollen waarborgen dat er geen exemplaren of reproduceerbare onderdelen kunnen ontsnappen, zich verspreiden of door onbevoegden kunnen worden verwijderd;c) de exemplaren worden zodanig uit de omgeving verwijderd, afgevoerd, vernietigd of op humane wijze gedood, dat verspreiding of voortplanting buiten de omgeving waar ze gehouden worden onmogelijk is;5° Leidinggevend personeel van de bevoegde autoriteit : de persoon die de functie van directeur-generaal uitoefent bij het Directoraat-generaal Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. HOOFDSTUK 2. - Indienen van de aanvraag

Art. 2.§ 1. Elke aanvraag van vergunning betreffende de invoer, de uitvoer of de doorvoer van een voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soort gedaan in toepassing van artikel 8 of artikel 9 van de IUS-Verordening moet worden ingediend bij het DG Leefmilieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, hierna de bevoegde autoriteit. § 2. De aanvraag wordt ingediend aan de hand van het formulier in bijlage van dit besluit : 1° via een e-mail aan het adres : vergunning.IUS@leefmilieu.belgie.be; 2° of per brief gericht aan : Dienst Multilaterale en Strategische Zaken - Invasieve uitheemse soorten DG Leefmilieu FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Victor Hortaplein 40, bus 10 1060 Brussel. § 3. De bevoegde autoriteit kan een vergunning verlenen indien vaststaat dat aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten worden gehouden en behandeld in gesloten omgevingen;2° de activiteit wordt uitgevoerd door personeel met de vereiste kwalificaties op het vlak van invasieve uitheemse soorten;3° het vervoer naar en van de gesloten omgeving vindt plaats onder omstandigheden die de ontsnapping van de invasieve uitheemse soorten onmogelijk maken;4° indien de voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten dieren zijn, dan worden ze gemarkeerd, of waar nodig op een andere doeltreffende wijze geïdentificeerd, met behulp van methoden die geen vermijdbare pijn, spanning of lijden veroorzaken;5° het risico op ontsnapping, verspreiding of verwijdering wordt op doeltreffende wijze beheerst, rekening houdend met de identiteit, de biologie en de verspreidingsvormen van de soort, de activiteit en de beoogde gesloten omgeving, de interactie met het milieu en andere relevante factoren;6° een continu surveillancesysteem en een noodplan voor het geval dat exemplaren ontsnappen of zich verspreiden, met inbegrip van een uitroeiingsplan, worden opgesteld.Het noodplan wordt door de bevoegde autoriteit goedgekeurd. Indien zich een ontsnapping of verspreiding voordoet, wordt het noodplan onmiddellijk uitgevoerd en kan de vergunning tijdelijk of definitief worden ingetrokken. § 4. Bij de vergunningaanvraag verstrekt de aanvrager alle noodzakelijke stukken om de bevoegde autoriteit in staat te stellen te beoordelen of aan de voorwaarden van paragraaf 3 is voldaan. § 5. De bevoegde autoriteit kan eisen dat de documenten, voorgelegd ter staving van een vergunningsaanvraag, die niet zijn opgesteld in een van de landstalen vergezeld zijn van een officieel gelegaliseerde vertaling. HOOFDSTUK 3. - Behandeling van de aanvraag

Art. 3.§ 1. De bevoegde autoriteit behandelt de inhoud van de aanvraag en deelt haar positieve of negatieve beslissing zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen de dertig kalenderdagen volgend op de ontvangst van de aanvraag mee.

Behoudens een eventuele delegatie verleend aan de persoon die de functie van diensthoofd van de Dienst Multilaterale en Strategische Zaken uitoefent, moet de beslissing over de aanvraag genomen worden door een lid van het leidinggevend personeel van de bevoegde autoriteit. § 2. Indien de aanvraag onvolledig is, verzoekt de bevoegde autoriteit de aanvrager om zijn aanvraag zo spoedig mogelijk te verduidelijken of te vervolledigen. In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, begint de daarin bedoelde termijn van dertig kalenderdagen pas te lopen eens het dossier volledig is.

Vanaf het ogenblik dat de aanvrager zijn aanvraag heeft verduidelijkt of vervolledigd, vangt voor de bevoegde autoriteit een nieuwe termijn van dertig kalenderdagen aan. § 3. Indien de bevoegde autoriteit van mening is dat het verifiëren van de aanvraag, en in het bijzonder van de verantwoording van de aangehaalde motieven moeilijk op tijd kan gebeuren, deelt zij, binnen de in paragraaf 1 vermelde termijn, aan de aanvrager mee dat de termijn voor het nemen van een beslissing op vijfenveertig kalenderdagen wordt gebracht. De beslissing inzake de verlenging vermeldt de reden of redenen voor het uitstel.

Art. 4.Wanneer de bevoegde autoriteit een vergunning verleent, is deze beperkt tot een aantal invasieve uitheemse soorten en exemplaren dat de capaciteit van de gesloten omgeving niet overstijgt. Ze bevat de nodige restricties om het risico op ontsnapping of verspreiding van de betreffende soort te beperken. Ze vergezelt te allen tijde de betreffende invasieve uitheemse soort wanneer de soort binnen de Unie wordt binnengebracht en binnen de Europese Unie wordt vervoerd.

De vergunning gaat vergezeld van het door de bevoegde autoriteit ondertekende, afgestempelde en gedateerde document uit bijlage alsook van het ingevulde standaarddocument bedoeld in artikel 8, § 6, van de IUS- Verordening dat als bewijs dient. Deze documenten begeleiden de vergunning bij de invoer, de uitvoer en de doorvoer met het oog op de grenscontrole.

Wanneer de bevoegde overheid geen vergunning verleent, vermeldt zij de motieven voor de weigering alsook de toepasselijke beroepsmogelijkheden.

Art. 5.De bevoegde autoriteit kan op elk moment de vergunning tijdelijk of definitief opschorten of intrekken, indien zich onvoorziene gebeurtenissen voordoen waarvan de gevolgen voor de biodiversiteit of aanverwante ecosysteemdiensten schadelijk zijn.

De opschorting of de intrekking kan betrekking hebben op een deel van de vergunning indien deze werd uitgereikt voor verschillende voor de Unie zorgwekkende invasieve uitheemse soorten.

Art. 6.Wanneer de aanvraag betrekking heeft op diersoorten, moet de houder van de vergunning verleend conform artikel 4 zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de acht dagen nadat ze zich hebben voorgedaan alle wijzigingen met betrekking tot de hoeveelheden uit de in bijlage bedoelde inventaris melden aan de bevoegde autoriteit, zoals in geval van geboortes, sterftegevallen of ontsnappingen die zich voor of tijdens de invoer, de uitvoer of de doorvoer waarvoor de vergunning is verleend hebben voorgedaan. HOOFDSTUK 4. - Bijkomende specifieke procedure voor de aanvragen ingediend in toepassing van artikel 9 van de IUS Verordening

Art. 7.§ 1. De bevoegde autoriteit bezorgt aan de Europese Commissie elke toelatingsaanvraag ingediend op basis van artikel 9 van de IUS-Verordening met gebruikmaking van het elektronisch toelatingssysteem opgezet conform artikel 9, § 2, van de verordening.

Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 3, § § 2 en 3, de aanvraag wordt via het in lid 1 bedoelde elektronisch toelatingssysteem ingediend binnen de drie kalenderdagen na de ontvangst ervan. § 2. Wanneer de Europese Commissie haar toelating ter kennis brengt van de bevoegde autoriteit, behandelt deze laatste de inhoud van de aanvraag conform de artikelen 3 en 4.

In geval van een negatieve beslissing, ter kennis gebracht door de Europese Commissie, meldt de bevoegde autoriteit aan de aanvrager binnen de vijf dagen na ontvangst van de kennisgeving dat zijn toelatingsaanvraag geweigerd is. Zij vermeldt de motieven voor de weigering alsook de toepasselijke beroepsmogelijkheden.

De beslissingstermijn van dertig dagen vermeld in artikel 3, § 1, neemt een aanvang op het ogenblik van ontvangst van de toelating voorzien in artikel 9, § 5, van de IUS-Verordening. HOOFDSTUK 5. - Maatregelen bij controle

Art. 8.Indien bij een controle, een van de overheidspersonen, bedoeld in artikel 47 van de wet, moeilijkheden ondervindt bij de identificatie van de specimens of twijfelt aan de authenticiteit of de geldigheid van de voorgelegde documenten, verwittigt hij zonder verwijl de bevoegde autoriteit die het nodige zal doen om een onderzoek te laten instellen door één van haar ambtenaren of door een deskundige. HOOFDSTUK 6. - Sancties

Art. 9.Inbreuken op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft conform Hoofdstuk VII van de wet van 12 juli 1973Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/07/1973 pub. 24/08/2010 numac 2010000473 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het natuurbehoud Duitse vertaling van de federale versie sluiten op het natuurbehoud.

Art. 10.De minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 november 2016 De Minister van Leefmilieu, Mevr. M.-Ch. MARGHEM

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^