Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 mei 2006
gepubliceerd op 14 juni 2006

Koninklijk besluit houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2006011243
pub.
14/06/2006
prom.
17/05/2006
ELI
eli/besluit/2006/05/17/2006011243/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 MEI 2006. - Koninklijk besluit houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek, inzonderheid op artikel 24ter, opgeheven bij de wet van 2 augustus 2002 en hersteld bij de wet van 22 maart 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1992 houdende algemene regeling van de toelagen en de vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 juli 1996, 10 november 1996 en 4 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 waarbij aan de landbouwcorrespondenten een toelage en een vergoeding worden toegekend;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juli 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 10 december 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 6 januari 2005;

Gelet op het protocol van 28 april 2005 waarin de conclusies van de onderhandelingen in het sectorcomité IV zijn opgenomen;

Gelet op het advies nr. 38 490/1 van de Raad van State, gegeven op 23 juni 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° enquête : een bezoek van de enquêteur binnen het kader van zijn opdracht die erin bestaat bij een aangever gegevens te verzamelen en hem de verduidelijkingen te geven die nodig zijn om die gegevens te verkrijgen;2° positieve enquête : een enquête die werd uitgevoerd volgens de schriftelijke instructies die aan de enquêteur werden gegeven, waarbij de codering en de registratie van de door de aangever gegeven antwoorden correct is in het geval van gebruik van een draagbare of tabletcomputer, waarbij het formulier correct en volledig ingevuld is en binnen de vastgestelde termijn is binnengekomen bij de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie;3° aangever : de natuurlijke persoon, het huishouden of de rechtspersoon bij wie de gegevens worden verzameld; 4° Directie : de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, directie behorend tot de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, belast met de uitvoering van statistische enquêtes van algemeen belang en statistische verwerkingen om te beantwoorden aan de behoeften van de overheidsinstanties, van de ondernemingen, van de burgerlijke maatschappij en de noden van het wetenschappelijk onderzoek en om de regelgeving van de Europese Unie inzake statistieken na te leven.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de volgende enquêtes : 1° de enquête naar de opbrengst van de teelten;2° de enquête naar de inkomens en levensomstandigheden (SILC - Survey on Income and Living Conditions), vanaf 2004;3° de enquête naar de arbeidskrachten, met inbegrip van de jaarlijkse speciale module, vanaf 2004;4° de huishoudbudgetenquête;5° de tijdsbudgetenquête;6° de enquête over de informatiemaatschappij. HOOFDSTUK II. - Periodiciteit

Art. 3.De jaarlijkse enquête naar de opbrengst van de teelten gebeurt gedurende twee bezoeken per aangever.

De jaarlijkse SILC-enquête gebeurt gedurende één bezoek per aangever.

De doorlopende enquête naar de arbeidskrachten, inclusief de jaarlijkse speciale module, gebeurt gedurende één bezoek per aangever.

De doorlopende huishoudbudgetenquête gebeurt gedurende vier bezoeken per aangever.

De periodieke tijdsbudgetenquête gebeurt gedurende twee bezoeken per aangever.

De enquête over de informatiemaatschappij gebeurt gedurende één bezoek per aangever. HOOFDSTUK III. - Nadere regels betreffende de toelagen en vergoedingen aan enquêteurs

Art. 4.De personen aangewezen om de opdracht van enquêteur te vervullen in het raam van de in artikel 2 bedoelde enquêtes, ontvangen, in zoverre zij de opgelegde taken buiten de normale dienstprestaties vervullen, per positieve enquête een toelage en een vergoeding waarvan het bedrag bepaald wordt overeenkomstig artikel 7.

Art. 5.Het totale aan de enquêteur toegekende bedrag wordt als volgt verdeeld over de toelage en de vergoeding : 1° de toelage bedraagt 60 procent van het bedrag en wordt beschouwd als betaling van de buitegewone prestaties die de enquêteurs uitvoeren;2° de vergoeding bedraagt 40 procent van het bedrag en wordt beschouwd als vergoeding voor de reis-, verblijf- en andere kosten van de enquêteurs.

Art. 6.§ 1. Voor de jaarlijkse enquête naar de opbrengst van de teelten wordt het basisbedrag voor de berekening van de toelagen en vergoedingen voor de enquêteurs als volgt bepaald : 1° er wordt 1,465 euro toegekend voor het bezoek bedoeld voor de voorlopige raming van de opbrengst van de teelten en pachten;2° er wordt 7,304 euro toegekend voor het bezoek bedoeld voor de definitieve raming van de opbrengst van de teelten en pachten;3° er kan bijkomend 0,0732 euro worden toegekend voor het bezoek bedoeld voor de voorlopige raming wanneer dringend een in gebreke gebleven enquêteur moet vervangen worden.Deze premie betreft maximaal vier procent van de uit te voeren enquêtes; 4° er kan bijkomend 0,3652 euro worden toegekend voor het bezoek bedoeld voor de definitieve raming wanneer dringend een in gebreke gebleven enquêteur moet vervangen worden.Deze premie betreft maximaal vier procent van de uit te voeren enquêtes. § 2. Voor de jaarlijkse SILC-enquête wordt het basisbedrag voor de berekening van de toelagen en vergoedingen voor de enquêteurs als volgt bepaald : 1° er wordt 11,89 euro toegekend voor het bezoek aan een aangever bestaande uit een enkele persoon indien alle documenten voor de enquête, te weten een contactenblad voor het huishouden, een huishoudvragenlijst voor heel het huishouden en ten minste één individuele vragenlijst voor een lid van het huishouden dat 16 jaar en ouder is op de datum van de enquête, correct en volledig ingevuld werden;2° er wordt bijkomend 3,397 euro toegekend per bijkomende persoon binnen dezelfde aangever die 16 jaar en ouder is op de datum van de enquête, indien alle documenten voor de enquête, te weten een individuele vragenlijst voor alle leden van het huishouden die 16 jaar en ouder zijn op de datum van de enquête, correct en volledig ingevuld werden;3° er wordt bijkomend 2,972 euro toegekend voor het bezoek aan een uit een enkele persoon bestaande aangever voor de codering van bepaalde socio-economische variabelen en voor de registratie van de door de aangever gegeven antwoorden op de draagbare of tabletcomputer die de enquêteur voor de duur van de enquête ter beschikking krijgt;4° er wordt bijkomend 0,849 euro toegekend per bijkomende persoon binnen dezelfde aangever die 16 jaar en ouder is op de datum van de enquête voor de codering van bepaalde socio-economische variabelen en voor de registratie van de door de aangever gegeven antwoorden op de draagbare of tabletcomputer die de enquêteur voor de duur van de enquête ter beschikking krijgt;5° er kan bijkomend 0,5945 euro worden toegekend voor het bezoek aan een uit één persoon bestaande aangever wanneer dringend een in gebreke gebleven enquêteur moet vervangen worden.Deze premie betreft maximaal vier procent van de uit te voeren enquêtes; 6° er kan bijkomend 0,1698 euro worden toegekend per bijkomende persoon binnen dezelfde aangever die 16 jaar en ouder is op de datum van de enquête wanneer dringend een in gebreke gebleven enquêteur moet vervangen worden.Deze premie betreft maximaal vier procent van de uit te voeren enquêtes. § 3. Voor de doorlopende enquête naar de arbeidskrachten wordt het basisbedrag voor de berekening van de toelagen en vergoedingen voor de enquêteurs als volgt bepaald : 1° er wordt 5,21 euro per bezoek toegekend aan een aangever indien alle documenten voor de enquête, te weten een huishoudvragenlijst voor heel het huishouden en een individuele vragenlijst voor alle leden van het huishouden die 15 jaar en ouder zijn op de datum van de enquête, correct en volledig ingevuld werden;2° er wordt bijkomend 1,0422 euro toegekend voor het bezoek aan een aangever voor de codering van bepaalde socio-economische variabelen en voor de registratie van de door de huishoudens gegeven antwoorden op de draagbare of tabletcomputer die de enquêteur voor de duur van de enquête ter beschikking krijgt;3° er wordt 0,42465 euro toegekend per jaarlijkse speciale module die correct en volledig werd ingevuld volgens de instructies die jaarlijks aan de enquêteurs gegeven worden met betrekking tot het onderwerp, de te stellen vragen en de te ondervragen personen per aangever ter zake, inclusief de registratie van de antwoorden van de aangever op de draagbare of tabletcomputer die de enquêteur voor de duur van de enquête ter beschikking krijgt;4° er kan bijkomend 0,2605 euro worden toegekend voor het bezoek aan een aangever wanneer dringend een in gebreke gebleven enquêteur moet vervangen worden.Deze premie betreft maximaal vier procent van de uit te voeren enquêtes. § 4. Voor de doorlopende huishoudbudgetenquête wordt het basisbedrag voor de berekening van de toelagen en vergoedingen voor de enquêteurs als volgt bepaald : 1° er wordt 5,21 euro per bezoek toegekend aan een aangever met een maximum van twee bezoeken indien de documenten voor deze bezoeken, te weten een huishoudvragenlijst voor heel het huishouden en een individuele vragenlijst voor alle leden van het huishouden die 12 jaar en ouder zijn op de datum van de enquête, correct en volledig ingevuld werden door de enquêteur;2° er wordt 5,21 euro per bezoek toegekend aan een aangever met een maximum van twee bezoeken indien het document voor deze bezoeken in de enquête, te weten een boekje met ontvangsten en bestedingen voor heel het huishouden, door de aangever correct en volledig werd ingevuld volgens de instructies van de enquêteur;3° er kan bijkomend 0,2605 euro worden toegekend voor het bezoek aan een aangever wanneer dringend een in gebreke gebleven enquêteur moet vervangen worden.Deze premie betreft maximaal vier procent van de uit te voeren enquêtes. § 5. Voor de periodieke tijdsbudgetenquête wordt het basisbedrag voor de berekening van de toelagen en vergoedingen voor de enquêteurs als volgt bepaald : er wordt 5,21 euro per bezoek toegekend aan een aangever met een maximum van twee bezoeken indien alle documenten voor de enquête, te weten een individuele agenda voor alle leden van het huishouden die 12 jaar en ouder zijn op de datum van de enquête, door de aangever correct en volledig werden ingevuld volgens de instructies van de enquêteur. § 6. Voor de enquête over de informatiemaatschappij wordt het basisbedrag voor de berekening van de toelagen en vergoedingen voor de enquêteurs als volgt bepaald : 1° er wordt 0,42465 euro toegekend per aangever en per beknopte module die correct en volledig werd ingevuld volgens de instructies die jaarlijks aan de enquêteurs gegeven worden met betrekking tot het onderwerp, de te stellen vragen en de te ondervragen personen per aangever ter zake, inclusief de registratie van de antwoorden van de aangever op de draagbare of tabletcomputer die de enquêteur voor de duur van de enquête ter beschikking krijgt;2° er wordt 0,853 euro toegekend per aangever en per volledige module die correct en volledig werd ingevuld volgens de instructies die jaarlijks aan de enquêteurs gegeven worden met betrekking tot het onderwerp, de te stellen vragen en de te ondervragen personen per aangever ter zake, inclusief de registratie van de antwoorden van de aangever op de draagbare of tabletcomputer die de enquêteur voor de duur van de enquête ter beschikking krijgt. § 7. Deze bedragen zijn van toepassing voor de schuldvorderingen die vanaf de inwerkingtreding van dit besluit worden ingediend.

Art. 7.Het bedrag van de toelage en de vergoeding dat aan de enquêteur wordt toegekend voor de uitvoering van de in artikel 2 vermelde enquêtes wordt verkregen door het in artikel 6 vermelde basisbedrag te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de teller het maandelijkse brutosalaris is, vastgelegd in weddenschaal CA1 van een bestuursassistent met 4 jaar graadanciënniteit van de maand die voorafgaat aan diegene tijdens dewelke de enquête wordt uitgevoerd en waarvan de noemer het maandelijkse brutosalaris is, vastgelegd in weddenschaal 21/1 van een opsteller met 4 jaar graadanciënniteit van de maand maart 1979.

Art. 8.De enquêteurs zijn verplicht deel te nemen aan de opleidingssessies georganiseerd door de Directie.

Het aantal opleidingssessies en de duur ervan worden bepaald in functie van de noden van elke enquête.

Voor de deelname aan een opleidingssessie wordt een forfaitaire vergoeding uitbetaald die overeenkomt met het in artikel 6 genoemde basisbedrag van de betreffende enquête vermenigvuldigd met de in artikel 7 genoemde breuk.

Art. 9.De verplaatsingskosten voor de opleidingssessies worden terugbetaald tegen voorlegging van de betreffende vervoerbewijzen.

De enquêteurs die deelnemen aan de opleiding mogen gebruik maken van hun persoonlijk voertuig voor hun verplaatsingen tussen hun woonplaats en de plaats van opleiding. Zij hebben recht op een kilometervergoeding die berekend wordt overeenkomstig artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.

Art. 10.De toelage en de vergoeding worden in één keer per uitgevoerde groep enquêtes uitbetaald.

Art. 11.De toelage en de vergoeding worden niet uitbetaald : 1° voor onjuist en/of onvolledig ingevulde vragenlijsten;2° voor enquêtes die niet overeenkomstig de instructies werden uitgevoerd;3° voor een onjuiste en/of onvolledige codering of registratie van de door de aangevers gegeven antwoorden.

Art. 12.Wanneer de enquêteur voor de duur van de uitvoering van bepaalde enquêtes waarmee hij is belast, een draagbare of tabletcomputer ter beschikking krijgt, gebruikt hij die als een goede huisvader en bezorgt hij die terug aan de Directie uiterlijk 15 dagen na de uitvoering van de enquêtes waarmee hij is belast of nadat hij in gebreke is gebleven.

Hij brengt de draagbare of tabletcomputer terug naar de plaats die daartoe door de Directie wordt aangeduid.

Wanneer voor het terugbrengen van de draagbare of tabletcomputer een bijkomend transport noodzakelijk is en in de gevallen die van tevoren door de Directie zijn bepaald, worden de daartoe gemaakte verplaatsingskosten vergoed overeenkomstig artikel 9.

Art. 13.Na ontvangst van de door de enquêteur doorgegeven informatie van de aangevers wordt met de betalingsprocedure begonnen uiterlijk drie maanden nadat de Directie goede uitvoering van de opdracht van de enquêteur overeenkomstig de artikelen 1, 2°, 6 en 11 heeft gecontroleerd. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 14.Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 5 februari 1992 houdende algemene regeling van de toelagen en vergoedingen toegekend aan de enquêteurs belast met de uitvoering van onderzoeken die worden georganiseerd door het Nationaal Instituut voor de Statistiek, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 juli 1996, 10 november 1996 en 4 december 2001;2° het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 waarbij aan de landbouwcorrespondenten een toelage en een vergoeding worden toegekend.

Art. 15.Treden in werking op de dag van de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad : 1° het artikel 31 van de wet van 22 maart 2006 tot wijziging van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek en van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen;2° dit besluit.

Art. 16.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

^