17 MAART 2009. - Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van de werknemers van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen (P.C. 121)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid artikel 19, derde lid, 2°;

Gelet op het verzoek van het Paritair comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen van 31 maart 2008;

Gelet op advies 45.600/1 van de Raad van State, gegeven op 22 december 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de Richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen, die de beschikbaarheidstijden vaststelt die uitgesloten mogen worden van de arbeidstijd;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen en op hun werknemers tewerkgesteld aan werken van afvalopruiming en -ophaling die behoren tot de categorieën 3A, 3C en 3D van de door dit paritair comité vastgestelde functieclassificatie.

Art. 2.Onder personeel van de categorie 3A wordt verstaan de laders belast met het deur aan deur ophalen van huishoudelijk en selectief afval, zoals papier, karton, organisch afval, PMD, groot huisvuil, enz., alsmede de werknemers belast met het ledigen en reinigen van riolen, septische putten en reservoirs, met uitzondering van de werknemers bedoeld onder de categorieën 3C en 3D. Onder personeel van de categorie 3C wordt verstaan de werknemers die belast worden met het besturen van voertuigen voor het deur aan deur ophalen van huishoudelijk en selectief afval, zoals papier, karton, organisch afval, PMD, groot huisvuil, enz., de werknemers belast met het schoonmaken van openbare straten en pleinen met behulp van een voertuig en de werknemers belast met het plaatsen en verwijderen van mobiele sanitaire installaties.

Onder personeel van de categorie 3D wordt verstaan de bestuurders-mecaniciens van voertuigen die vaste of vloeibare afval ophalen en/of vervoeren en die bekwaam zijn om onderhoud en herstellingen uit te voeren.

Art. 3.Voor de vaststelling van de arbeidsduur wordt de niet-actieve wachttijd bij het laden en lossen van de voertuigen niet beschouwd als tijd gedurende welke het personeel ter beschikking van de werkgever is. Deze voorziene wachttijd worden overbruggingstijd genoemd.

Art. 4.Het maximaal aantal uren overbruggingstijd wordt vastgesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van het paritair comité of, overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden vastgesteld door het paritair comité, door een collectieve arbeidsovereenkomst op het niveau van de onderneming. Dit aantal uren mag evenwel de maximale grens van 500 uren per kalenderjaar niet overschrijden.

Art. 5.De Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 maart 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 16 maart 1971, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971.