Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 maart 2000
gepubliceerd op 17 mei 2000

Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden bij de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022305
pub.
17/05/2000
prom.
17/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/17/2000022305/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden bij de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 3°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976 en 4°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 november 1996 en 4 november 1998;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 13 november 1996 en 4 november 1998;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 11 december 1998 van sectorcomité XII;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996 en 4 november 1998;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbaan van de personeelsleden die titularis zijn van bijzondere graden, op dezelfde wijze dient te geschieden als deze van de personeelsleden die titularis zijn van gemene graden, dat bijgevolg de weddeschalen van de personeelsleden die houder zijn van bijzondere graden bij de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid moeten vastgesteld worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Aan de graad van administrateur-generaal (rang 16) wordt de weddeschaal 16 A verbonden.

Art. 2.Aan de graad van adjunct-administrateur-generaal (rang 15) wordt de weddeschaal 15 A verbonden.

Art. 3.§ 1. Aan de graad van actuaris (rang 10) wordt de weddeschaal 10 D verbonden. § 2. De actuaris die vier jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10 E bekomen. § 3. De actuaris die twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de volgende weddeschaal bekomen : 1 205 758 - 1 713 329 3 x 1 x 26 713 8 x 2 x 53 429 (N. 1 - Kl. 23 j. - G. B) HOOFDSTUK II. - Bijzondere bepalingen

Art. 4.De wedde van de ambtenaren die overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 maart 2000 houdende vereenvoudiging van de administratieve loopbaan van sommige ambtenaren van de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid ambtshalve benoemd worden tot een nieuwe graad, wordt vastgesteld in de weddeschaal die volgens de bij dit besluit gevoegde tabel I overeenstemt met de weddeschaal die opgerichte graad.

Art. 5.De wedde van de ambtenaren die overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 17 maart 2000 houdende vereenvoudiging van de administratieve loopbaan van sommige ambtenaren van de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid ambtshalve benoemd worden tot een nieuwe graad, wordt vastgesteld in de weddeschaal die volgens de bij dit besluit gevoegde tabel II overeenstemt met de weddeschaal van die opgerichte graad.

Art. 6.§ 1. Aan de graad van actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) wordt de weddeschaal 10 D verbonden.

De actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving) die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10 E. § 2. Aan de graad van actuaris (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 13) wordt de weddeschaal 13 C verbonden.

Art. 7.§ 1. Aan de graad van adjunct-rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) wordt de weddeschaal 10 A verbonden.

De adjunct-rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10 B. § 2. Aan de graad van rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 13) wordt de weddeschaal 13 A verbonden.

Art. 8.De weddeschalen verbonden aan de hiernavemmelde graden worden vastgesteld als volgt : Rechtskundig adviseur 1 115 290 - 1 703 009 11 x 2 x 53 429 (Kl. 24 j. - N. 1 - G. B) Adjunct-rechtskundig adviseur 898 575 - 1 394 575 3 x 1 x 24 933 11 x 2 x 38 291 (Kl. 24 j. -N. 1 - G. B) Actuariaatsinspecteur na 4 jaar graadanciënniteit 1 143 431 - 1 610 918 3 x 1 x 24 933 9 x 2 x 43 632 (Kl. 24 j. - N. 1 - G. B)

Art. 9.De ambtenaren benoemd in de graad van bestuursassistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van technisch beambte (afgeschafte graad) (rang 21) en in dienst op 1 januari 1994, behouden het voordeel van de volgende weddeschaal : 597 617 - 932 086 3 x 1 x 10 676 2 x 2 x 14 232 11 x 2 x 24 907 (Kl. 20 j. - N. 2 - G. A) HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 10.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 1997, met uitzondering van de artikelen 4, 8 en 9, die in werking treden met ingang van 1 januari 1994.

Art. 11.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^