Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 maart 1999
gepubliceerd op 07 april 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen

bron
ministerie van middenstand en landbouw en ministerie van financien
numac
1999003200
pub.
07/04/1999
prom.
17/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/17/1999003200/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, inzonderheid op artikel 66;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, inzonderheid op de artikelen 39 en 44;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd : 1. door het feit dat het bedrag van de inzetten in de « onderlinge » weddenschappen gedurende de laatste jaren op een abnormaal snelle wijze is afgenomen;2. door de fiscale toestand van de renmaatschappijen die, in globo, een zeer hoge betalingsachterstand vertoont;3. door het samenvoegen van de onder 1.en 2. hierboven opgesomde elementen waaruit de onmogelijkheid blijkt de sector van de Belgische paardenwedrennen, en bijgevolg van de Belgische fokkerij, met behoud van de huidige regels van het toekennen en het behouden van de vergunningen wedrennen in te richten, opnieuw dynamisch te maken, wat derhalve binnen de kortste termijnen het opleggen van structurele maatregelen impliceert;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 januari 1999, bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de op 12 januari 1973 gecoôrdineerde wetten, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;

Op voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 39, § 1, van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, vervangen door artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 januari 1974, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 39.§ 1. 1°. Vergunning tot het openen van een renbaan of tot het inrichten van paardenwedrennen wordt alleen verleend aan verenigingen en vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, waarvan de activiteit in hoofdzaak gericht is op de aanmoediging van het fokken en op het veredelen van de draver en het Engels volbloedpaard en die beschikken over een erkenning verleend door de Minister tot wiens bevoegdheid de landbouw behoort, overeenkomstig artikel 3, 3°, van het koninklijk besluit van 10 december 1992 betreffende de verbetering van paardachtigen.

Deze verenigingen en vennootschappen moeten, zowel voor de vlucht als voor de drafrennen : a) een kalender van de wedstrijdbijeenkomsten opstellen;b) het programma van de wedrennen vastleggen;c) over het goede verloop van de wedrennen waken.2° De vergunning tot het openen van een renbaan of tot het inrichten van paardenwedrennen mag eveneens worden verleend aan meerderjarige natuurlijke personen, aan vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en aan burgerlijke vennootschappen van wie de activiteit op dat gebied beperkt is tot het inrichten van ten hoogste vijf wedrenbijeenkomsten per jaar.».

Art. 2.Artikel 44 van hetzelfde besluit, vervangen door artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 januari 1974, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 44.Vergunning tot het aannemen van « onderlinge » weddenschappen op paardenwedrennen die in België plaatsvinden wordt verleend op schriftelijke aanvraag van de koersinrichter, gericht tot de Minister bevoegd voor financiën of tot de door hem gedelegeerde ambtenaar.

De aanvraag moet de modaliteiten betreffende de inrichting van deze weddenschappen nader aanduiden en inzonderheid : a) de indentiteit van de personen belast met de inrichting, onder verklaring dat niemand van hen uitgesloten is op grond van artikel 40;b) de plaatsen waar de weddenschappen zullen worden aangenomen;c) de documenten die voor de verschillende verrichtingen zullen worden gebruikt;d) per soort van weddenschap, het verdelingsplan van de inzetten, waarin percentsgewijze voorkomen : - het aandeel van de winnaars, dat niet minder mag bedragen dan 75 % van de inzetten voor de weddenschappen die berusten op het eerste en/of het tweede paard aan de aankomst, 60 % van de inzetten voor de weddenschappen die berusten op de eerste drie, vier of vijf paarden aan de aankomst, 50 % van de inzetten die berusten op de zes of zeven eerste paarden aan de aankomst; - het aandeel bestemd voor elke categorie van tussenpersonen.

Elke wijziging aan één der in de aanvraag opgenomen elementen moet onmiddellijk worden kenbaar gemaakt. ».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 maart 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR

^