gepubliceerd op 19 augustus 2009
Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 3 februari 2000 tot vaststelling van de nadere regelen bedoeld in artikel 32 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot de bedden in de diensten voor kindergeneeskunde
17 JULI 2009. - Koninklijk besluit tot opheffing van het koninklijk besluit van 3 februari 2000 tot vaststelling van de nadere regelen bedoeld in artikel 32 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot de bedden in de diensten voor kindergeneeskunde
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, artikel 45;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 2000 tot vaststelling van de nadere regelen bedoeld in artikel 32 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot de bedden in de diensten voor kindergeneeskunde;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 14 mei 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 5 juni 2009;
Gelet op het advies. 46.872/3 van de Raad van State gegeven op 9 juli 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het koninklijk besluit van 3 februari 2000 tot vaststelling van de nadere regelen bedoeld in artikel 32 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot de bedden in de diensten voor kindergeneeskunde, wordt opgeheven.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.De Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juli 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX