gepubliceerd op 26 juli 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen
17 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op artikel 9, 2°, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 juni 2000, 3 september 2000, 23 januari 2001, 5 april 2001, 4 juli 2001, 26 oktober 2001, 4 februari 2002, 14 april 2002, 17 februari 2003, 25 maart 2003, 14 april 2003, 22 oktober 2003, 24 maart 2004, 20 juli 2004, 21 oktober 2004, 17 februari 2005, 17 september 2005, 21 december 2005 en 8 maart 2006;
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale overheid van 15 mei 2006;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is zich onverwijld te schikken naar de Richtlijn 2006/4/EG van de Commissie van 26 januari 2006 tot wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor carbofuran, naar de Richtlijn 2006/9/EG van de Commissie van 23 januari 2006 tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat betreft de daarin vastgestelde maximumgehalten voor diquat, alsook naar de Richtlijn 2006/30/EG van de Commissie van 13 maart 2006 tot wijziging van de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen voor de benomyl-groep;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de tabel onder het punt 2.1. wordt het product « hennepzaad » toegevoegd in de groep 4. « oliehoudende zaden », tussen « katoenzaad » en « andere »; 2° in de tabel onder het punt 2.1. wordt het product « okra's » toegevoegd in de categorie 2.3.a) « solanaceae », tussen « aubergines » en « andere »; 3° in punt 3, in de Franse versie, voor het bestrijdingsmiddel MANEB/MANCOZEB/METIRAM/PROPINEB/ZINEB, wordt het woord « aucun » vervangen door de woorden « somme exprimée en CS2 »;4° in punt 3 worden de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen CARBENDAZIM, CARBOFURAN, DIQUAT en THIOFANAAT-METHYL vervangen door de bepalingen in bijlage I bij dit besluit; 5° in punt 4.B worden de bepalingen met betrekking tot het bestrijdingsmiddel CARBENDAZIM vervangen door de bepalingen in bijlage II bij dit besluit; 6° in punt 4.B worden de bepalingen met betrekking tot het bestrijdingsmiddel BENOMYL geschrapt.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt voor de bepalingen met betrekking tot het bestrijdingsmiddel MANEB/MANCOZEB/ METIRAM/PROPINEB/ZINEB, op 27 juli 2006 voor de bepalingen van artikel 1, 1°, en voor de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen CARBOFURAN en DIQUAT en op 15 september 2006 voor de bepalingen van artikel 1, 2°, en voor de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen BENOMYL, CARBENDAZIM en THIOFANAAT-METHYL.
Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 juli 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
Bijlage I Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 juli 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE
Bijlage II Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 juli 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE