Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 juli 2006
gepubliceerd op 18 augustus 2006

Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Pac-Man », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003327
pub.
18/08/2006
prom.
17/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/17/2006003327/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Pac-Man », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, en op artikel 6, § 1, 1° en 3°, gewijzigd bij de programmawet I van 24 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Overwegende dat de evolutie van het gedrag van het publiek de Nationale Loterij tot de vaststelling heeft gebracht dat de aantrekkingskracht van de vormen van de door haar georganiseerde openbare loterijen, inzonderheid met biljetten, sneller afneemt dan vroeger, waardoor de levensduur van dergelijke vormen van loterijen sterk wordt verkort;

Overwegende dat een dergelijke verminderde aantrekkingskracht een versnelde vernieuwing van de genoemde vormen van loterijen onontbeerlijk maakt teneinde aan de verwachtingen van de deelnemers te kunnen beantwoorden;

Overwegende dat een versneld aanbod van nieuwe vormen van loterijen met biljetten deel uitmaakt van de opdracht van de Nationale Loterij, in haar hoedanigheid van sociaal verantwoordelijke en professionele aanbieder van speelplezier, om het gedrag van de deelnemers te kanaliseren in de richting van spelen waarvan het verslavingsrisico gering is;

Overwegende dat deze kanalisatieopdracht tot het takenpakket behoort waarmee de Belgische Staat de Nationale Loterij heeft belast, krachtens het beheerscontract dat tussen beide partijen werd gesloten;

Overwegende dat de Nationale Loterij absoluut zeer dringend de vereiste maatregelen moet treffen om deze sociale doelstelling na te komen;

Overwegende dat één van bovengenoemde maatregelen bestaat in de lancering van de vorm van loterij die door dit besluit wordt bekrachtigd;

Overwegende dat de concretisering van deze maatregel belangrijke voorbereidende werkzaamheden vereist, zowel op technisch als op organisatorisch vlak, die onverwijld van start moeten gaan;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande overwegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « Pac-Man ». « Pac-Man » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder trekking worden toegewezen door middel van de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet verkregen is. De vermelding in kwestie zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.

Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld hetzij op 1.000.000, hetzij op veelvouden van 1.000.000.

De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 2,50 euro.

Art. 3.Voor iedere hoeveelheid van één miljoen uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 250.402, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.Op de voorkant van de biljetten bevindt er zich een zone die bedekt is met een ondoorzichtige deklaag. Op deze ondoorzichtige deklaag wordt er een labyrint voorgesteld met vier uitgangen. Onderaan in het midden van dat labyrint staat er een schijfvormig figuurtje, « Pac-Man » genaamd, waarvan het uitgesneden gedeelte de vorm heeft van een geopend mondje. Onder dat figuurtje staat het woord « START » : daar is de ingang van het labyrint.

Onder de in het eerste lid bedoelde ondoorzichtige deklaag staat de grafische voorstelling van een labyrint dat precies dezelfde vorm heeft als het labyrint dat wordt afgedrukt op deze ondoorzichtige deklaag. In de gangen van het labyrint worden verschillende grafische symbolen afgebeeld: enerzijds gaat het om « Pac-Man »-figuurtjes, anderzijds betreft het een « trosje met twee kersen », een « aardbei », een « sinaasappel », een « appel » en een « spook ». Het mondje van ieder « Pac-Man »-figuurtje staat ofwel naar links, ofwel naar rechts, ofwel naar boven, ofwel naar beneden gekeerd. Elk van die vier mogelijkheden stemt overeen met een welbepaalde richting die voor ieder « Pac-Man »-figuurtje kan verschillen en die meer bepaald de richting aangeeft waarin de deelnemer dient te krassen. Concreet wordt er door een naar links, rechts, boven of beneden gekeerd « Pac-Man »-mondje aangegeven dat er respectievelijk naar links, rechts, boven of beneden moet worden gekrast.

Art. 5.Dit is het spelprincipe: 1° eerst en vooral krast de deelnemer de ondoorzichtige deklaag af die de ingang van het labyrint bedekt en waarop dus een « Pac-Man »-figuurtje wordt afgebeeld waaronder het woord « START » wordt vermeld.Na deze afkrassing verschijnt er een zone met twee grijs gekleurde « Pac-Man »-figuurtjes waartussen opnieuw het woord « START » wordt vermeld. In deze zone ligt het begin van de speelroute; 2° daarna krast de deelnemer geleidelijk de ondoorzichtige deklaag af van de zone die vlak naast de zone ligt die hij al heeft afgekrast, en die wordt bepaald door de richting van de in 1° bedoelde grijze « Pac-Man »-figuurtjes, totdat hij een ander grafisch symbool ontmoet. Wanneer het gaat om een « Pac-Man », dan gaat het spel voort en krast de deelnemer de ondoorzichtige deklaag af van de zone die vlak naast de vorige zone ligt en die wordt bepaald door de richting van deze « Pac-Man ». Zolang de deelnemer op een « Pac-Man » stoot, kan hij op die wijze voortkrassen. Zowel het spel als de speelroute worden uitsluitend beëindigd wanneer het laatst aangetroffen grafische symbool overeenstemt met hetzij een « trosje met twee kersen », hetzij een « aardbei », hetzij een « sinaasappel », hetzij een « appel », hetzij een « spook », of wanneer de uit verschillende, vlak naast elkaar gelegen afgekraste speelzones bestaande speelroute uitmondt in één van de vier uitgangen van het labyrint.

Art. 6.Elk biljet bevat altijd slechts één enkele speelroute, en elk winnend biljet kent altijd slechts één enkel lot toe van de in artikel 3 bedoelde lotenbedragen.

De hierna opgesomde loten worden toegewezen: 1° 60.000 euro aan het biljet waarvan de speelroute uitmondt in de uitgang die zich bevindt in het linkerbovengedeelte van het labyrint; 2° 200 euro aan het biljet waarvan de speelroute uitmondt in de uitgang die zich bevindt in het rechterbovengedeelte van het labyrint;3° 50 euro aan het biljet waarvan de speelroute wordt beëindigd door het symbool van een « appel »;4° 25 euro aan het biljet waarvan de speelroute wordt beëindigd door het symbool van een « sinaasappel »;5° 15 euro aan het biljet waarvan de speelroute uitmondt in de uitgang die zich bevindt in het rechterbenedengedeelte van het labyrint;6° 10 euro aan het biljet waarvan de speelroute wordt beëindigd door het symbool van een « aardbei »;7° 5 euro aan het biljet waarvan de speelroute uitmondt in de uitgang die zich bevindt in het linkerbenedengedeelte van het labyrint;8° 2,50 euro aan het biljet waarvan de speelroute wordt beëindigd door het symbool van een « trosje met twee kersen »; Een niet-winnend biljet is altijd een biljet waarvan de speelroute wordt beëindigd door het symbool van een « spook ».

Art. 7.Op de voor- of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratieve beheer van deze biljetten: 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° twee zichtbare streepjescodes.

Art. 8.Onder de ondoorzichtige deklagen bedoeld in artikel 4, eerste lid, en in artikel 7, 2°, kunnen er controlevermeldingen staan in elke door de Nationale Loterij nuttig geachte vorm.

De Nationale Loterij heeft als enige het recht om ter controle de in het eerste lid bedoelde ondoorzichtige deklagen van onverkochte biljetten af te krassen.

Art. 9.§ 1. Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten uitsluitend wordt bepaald door het toeval, wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die op deze loten betrekking hebben, en mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee om het even welk element kan worden onthuld.

In afwijking van de bepalingen van het eerste lid kan er echter een procédé worden bepaald om te garanderen dat de biljetten waarmee kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten. § 2. Op de voor- of op de achterkant van de biljetten worden er cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe deze biljetten behoren. Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.

Art. 10.De loten zijn betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten bij de verkopers, vanaf de aankoop van de biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren. De loten van 60.000 euro zijn ook betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij.

Art. 11.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten bekendgemaakt door de Nationale Loterij met alle door haar nuttig geachte middelen.

Art. 12.De loten die niet binnen de in artikel 10 vastgelegde termijn worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.

Art. 13.Klachten over de uitbetaling van de loten moeten, op straffe van verval, binnen de in artikel 10 bedoelde termijn van twee maanden worden ingediend. Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of in ruil voor een ontvangstbewijs bij de Nationale Loterij worden afgegeven.

Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van het biljet moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden.

Art. 14.Het is alle minderjarigen verboden deel te nemen.

Art. 15.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt evenwel geëist: 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als dat noodzakelijk is voor de door de Nationale Loterij vastgelegde betalingswijze van de loten;3° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;4° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;5° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.

Art. 16.Geen enkel bezwaar noch verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.

Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.

De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de deelnemers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken.

Art. 17.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de deelnemers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten.

Art. 18.In het kader van promotie-acties die door de Nationale Loterij alleen of samen met derden worden georganiseerd, kunnen er extra loten in natura of in specie worden toegekend, hetzij door een trekking, hetzij door een wedstrijd. De voorwaarden van deze promotie-acties worden door de Nationale Loterij bepaald en bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.

Het is minderjarigen verboden deel te nemen aan de in het eerste lid bedoelde promotie-acties.

Art. 19.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 20.Onze Minister van Begroting en Onze Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, B. TUYBENS

^