gepubliceerd op 03 februari 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk besluit van 20 februari 1980 houdende aanwijzing van de bevoegde autoriteiten voor toepassing van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen in de Europese Economische Gemeenschap, die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van de landbouwheffingen, douanerechten en belasting over de toegevoegde waarde
17 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk besluit van 20 februari 1980 houdende aanwijzing van de bevoegde autoriteiten voor toepassing van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen in de Europese Economische Gemeenschap, die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van de landbouwheffingen, douanerechten en belasting over de toegevoegde waarde (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, inzonderheid op artikel 1, § 3, gewijzigd bij artikel 3 van de wet van 29 januari 2004 en bij artikel 2 van de wet van 4 juli 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 februari 1980 houdende aanwijzing van de bevoegde autoriteiten voor toepassing van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen in de Europese Economische Gemeenschap, die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van de landbouwheffingen, douanerechten en belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het advies 37.853/2 van de Raad van State, gegeven op 22 december 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en van Onze Minister, van Middenstand en Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 20 februari 1980 houdende aanwijzing van de bevoegde autoriteiten voor toepassing van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen in de Europese Economische Gemeenschap, die voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van het Europees Oriëntatie en Garantiefonds voor de Landbouw, alsmede van de landbouwheffingen, douanerechten en belasting over de toegevoegde waarde wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk besluit van 20 februari 1980 houdende aanwijzing van de bevoegde autoriteiten voor toepassing van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen. » .
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art. 2.- Met het oog op de toepassing van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen, worden de volgende bevoegde autoriteiten aangewezen : 1° inzake restituties, interventies en andere in artikel 2, a) en b), van de wet bedoelde maatregelen, alsmede inzake heffingen en andere in artikel 2, b), van de wet bedoelde rechten : het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau;2° inzake invoerrechten en uitvoerrechten, inzake belasting over de toegevoegde waarde, inzake accijnzen, inzake inkomsten- en vermogenbelastingen : de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering of de dienst die hij aanwijst;3° inzake taksen op de verzekeringspremies : de Administrateur generaal van de Patrimoniale documentatie of de dienst die hij aanwijst.» .
Art. 3.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en Onze Minister van Middenstand en Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 januari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN De Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973. Wet van 20 juli 1979, Belgisch Staatsblad van 30 augustus 1979.
Wet van 29 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 13 februari 2004.
Wet van 4 juli 2004, Belgisch Staatsblad van 29 juli 2004.
Koninklijk besluit van 20 februari 1980, Belgisch Staatsblad van 4 april 2004.