gepubliceerd op 27 maart 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werklieden en werksters, tewerkgesteld in de ondernemingen in de fruitteelt
17 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werklieden en werksters, tewerkgesteld in de ondernemingen in de fruitteelt (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werklieden en werksters, tewerkgesteld in de ondernemingen in de fruitteelt.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 januari 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001 Vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werklieden en werksters, tewerkgesteld in de ondernemingen in de fruitteelt (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2001 onder het nummer 58454/CO/145) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters met uitzondering van het seizoens- en gelegenheidspersoneel zoals bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en hun werkgevers, van de ondernemingen in de fruitteelt, welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf. HOOFDSTUK II. - Beroepenclassificatie
Art. 2.De werklieden en werksters bedoeld in artikel 1 worden als volgt ingedeeld : I. Geschoolden 1. Houders van een diploma A3 met minstens drie jaar praktijk en die tenminste 20 jaar oud zijn.2. Werklieden en werksters die door de nodige ervaring bekwaam zijn in afwezigheid van de werkgever, de volgende werken uit te voeren : - aanleggen van een aanplanting; - alle entmethoden; - kennis hebben van insecten en ziekten in de fruitteelt, en hun bestrijdingsmiddelen; - gewoon onderhoud en herstellen van mechanische en handwerktuigen voorzover het geen werk van een mecanicien betreft; - onderhoud van koelinrichtingen; - de leiding nemen van de pluk, sorteer- en verpakkingsgroepen. 3. Houders van het brevet afgeleverd na voleindiging van een leerovereenkomst en die ten minste drie jaar praktijk hebben in een fruitteeltbedrijf. II. Geoefenden 1. Houders van een diploma A3 die niet voldoen aan de vereisten gesteld onder I.2. De werklieden en werksters met vijf jaar praktijk, kunnende : - zelfstandig tractor en bijhorende machines besturen; - sproeistoffen bereiden en deze sproeien volgens voorschrift; - alle werken van sortering en conditionering van het fruit; - alsook het werk in de koelinrichtingen uitvoeren; - bomen snoeien en leiden.
III. Ongeschoolden Werklieden en werksters die volgende werken kunnen uitvoeren : - plukken op ladders; - grondbewerking met de handwerktuigen; - behandelen van kisten; - opbinden en fruit dunnen op ladders; - verzorgen van stamwonden; - opruimen van snoeihout; - alle overige functies. HOOFDSTUK III. - Loonvoorwaarden A. Uurlonen
Art. 3.De minimumlonen van de werklieden en werksters van 18 jaar en ouder worden op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 39 uren vastgesteld als volgt : vanaf 1 januari 2001 : Geschoolden : 8,0850 EUR Geoefenden : 7,5060 EUR Ongeschoolden : 6,9660 EUR.
Art. 4.Deze minimumuurlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen worden verhoogd met 0,0495 EUR per uur op 1 juli 2002 en met 0,0495 EUR per uur op 1 december 2002.
Deze conventionele loonsverhogingen worden berekend vóór de indexering.
B. Barema minderjarigen
Art. 5.De minimumuurlonen van de minderjarige werklieden en werksters worden als volgt vastgesteld : 17 jaar : 85 pct. 16 jaar : 70 pct. 15 jaar : 55 pct. van het uurloon van de werklieden en werksters van 18 jaar en ouder van dezelfde categorie.
C. Anciënniteitstoeslag
Art. 6.Op de minimumuurlonen wordt vanaf 1 juli 2001 een anciënniteitstoeslag toegekend. Deze toeslag bedraagt 1 pct. bij een anciënniteit van 10 jaar in de onderneming, 1,5 pct. bij een anciënniteit van 15 jaar in de onderneming en 2 pct. bij een anciënniteit van 20 jaar in de onderneming.
Art. 7.De toeslag wordt betaald vanaf de eerste dag van de maand volgend op het bereiken van de anciënniteit van 10, 15 of 20 jaar.
D. Indexering
Art. 8.De minimumuurlonen en de werkelijk uitbetaalde lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 december 1995, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 maart 1996. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen
Art. 9.De artikelen die in de eerste en in de zesde rij van de volgende tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst. Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de eerste kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de tweede kolom.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK V. - Geldigheid
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden in de fruitteelt.
Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzeg van drie maanden, door een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 januari 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX