17 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij het opmaken van een maandelijkse statistiek van de bedrijvigheid in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw wordt voorgeschreven

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek, gewijzigd bij de wet van 1 augustus 1985 en de wet van 21 december 1994, inzonderheid op de artikelen 1 tot 8, 15, 16 en 18 tot 23;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Statistiek, gegeven op 25 november 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1,vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de omstandigheid dat de euro wordt ingevoerd op 1 januari 1999; dat de formulieren moeten worden aangepast die vereist zijn voor de goede toepassing van de voormelde wet van 4 juli 1962;

Gelet op de termijnen vereist voor het drukken en het verspreiden van deze formulieren en de noodzaak om de personen die ze moeten invullen tijdig te informeren;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Het Nationaal Instituut voor de Statistiek maakt een maandelijkse statistiek op van de bedrijvigheid in de burgerlijke en utiliteitsbouw, en de grond-, water- en wegenbouw.

Aan deze statistiek zijn onderworpen de ondernemingen die behoren tot de in voorgaand lid bedoelde bedrijfstak en die, op enig tijdstip in het voorgaande jaar, tenminste tien aan de sociale zekerheid onderworpen personen hebben tewerkgesteld. § 2. Onder de burgerlijke en utiliteitsbouw, en de grond-, water- en wegenbouw worden de ondernemingen gerangschikt die de hierna opgesomde activiteiten uitoefenen volgens de Europese activi-teitennomenclatuur NACE Rev 1: 45 Bouwnijverheid; 45.1 Het bouwrijp maken van terreinen; 45.11 Slopen van gebouwen, grondverzet; 45.12 Proefboren en boren; 45.2 Burgerlijke en utiliteitsbouw; weg- en waterbouw; 45.21 Algemene bouwkundige en civieltechnische werken; 45.22 Dakbedekking en bouw van dakconstructies; 45.23 Aanleg van spoorwegen, wegen, straten, vliegvelden en sportaccomodaties; 45.24 Waterbouw; 45.25 Overige werkzaamheden in de bouw; 45.3 Bouwinstallatie; 45.31 Electrische installatie; 45.32 Isolatiewerkzaamheden; 45.33 Loodgieterswerk; 45.34 Overige bouwinstallatie; 45.4 Afwerking van gebouwen; 45.41 Stukadoorswerk; 45.42 Schrijnwerk; 45.43 Vloerafdekking en wandbekleding; 45.44 Schilderen en glaszetten; 45.45 Overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen; 45.5 Verhuur van machines voor de bouwnijverheid met bedieningspersoneel; 45.50 Verhuur van machines voor de bouwnijverheid met bedieningspersoneel.

Art. 2.Deze statistiek wordt opgemaakt op grond van de inlichtingen, die met behulp van een vragenformulier, overeenkomstig met het bij dit besluit gevoegde model, worden ingewonnen.

Art. 3.De inlichtingen dienen verstrekt te worden door de hoofden van de in artikel 1, § 1, bedoelde ondernemingen, of door de door hen aangestelde personen.

Art. 4.Deze personen ontvangen maandelijks van het Nationaal Instituut voor de Statistiek de nodige vragenformulieren.

Art. 5.Het vragenformulier moet in tweevoud worden ingevuld.

Een exemplaar moet, behoorlijk ingevuld, voor de 8e van de maand volgend op deze waarop de inlichtingen betrekking hebben, aan het Nationaal Instituut voor de Statistiek worden toegezonden; het tweede exemplaar moet door de aangever gedurende minstens twee jaar bewaard worden.

Art. 6.De bijlagen bij dit besluit kunnen worden gewijzigd door de Minister die de statistiek onder zijn bevoegdheid heeft.

Art. 7.Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 19 tot 23 van de wet van 4 juli 1962 betreffende de openbare statistiek.

Art. 8.Het koninklijk besluit van 29 december 1978 waarbij het opmaken van een maandelijkse statis-tiek van de bedrijvigheid in de burgerlijke en utiliteitsbouw en de grond-, water- en wegenbouw wordt voorgeschreven, wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.

Art. 10.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO