Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 april 2024
gepubliceerd op 26 april 2024

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966

bron
federale overheidsdienst beleid en ondersteuning
numac
2024003662
pub.
26/04/2024
prom.
17/04/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966


Verslag aan de Koning Sire, Artikel 1 Dit ontwerp van koninklijk besluit optimaliseert de mogelijke jurysamenstelling bij taalexamens.

De reglementering bepaalt momenteel dat slechts één rijksambtenaar in een taaljury mag zitten. Dit zorgt in de praktijk voor organisatorische problemen bij de samenstelling van taaljury's. Steeds meer kandidaten met een Engelstalig diploma behaald in België, dienen eerst een taalexamen afleggen alvorens ze kunnen deelnemen aan een selectieprocedure. Om de doorlooptijd van selectieprocedures niet onnodig te verlengen, organiseert de directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling een spoedprocedure waardoor deze kandidaten versneld hun taalexamen kunnen afleggen. In dit geval verloopt de samenstelling van de jury vlotter met ambtenaren. Er zijn binnen de federale overheid genoeg personeelsleden die beschikken over relevante competenties op vlak van taaltesting. Daarom voorziet dit artikel in de mogelijkheid om een jury van een taalexamen samen te stellen uit personeelsleden van het federaal openbaar ambt.

De directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling garandeert de objectiviteit en onafhankelijkheid van elke selectie, taalexamens inbegrepen. Deze verplichting volgt uit het verslag aan de Koning bij artikel 5 van het koninklijk besluit van 22 februari 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2017 pub. 28/02/2017 numac 2017010836 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie federale overheidsdienst budget en beheerscontrole federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning sluiten. Afdeling 2 van hoofdstuk 1 van het huishoudelijk reglement van 22 augustus 2020 van de directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling van de Federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning met betrekking tot de selecties en de taalexamens, geeft hier uitvoering aan. Ook moeten alle assessoren een deontologische code ondertekenen.

Bovendien is deze maatregel kostenefficiënt. Rijksambtenaren ontvangen immers geen toelage wanneer zij zetelen in een jury. Dit volgt uit artikel 41, eerste lid, van het koninklijk besluit van 13 juli 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/07/2017 pub. 19/07/2017 numac 2017040352 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt sluiten tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt.

Het personeelslid in kwestie moet benoemd of tewerkgesteld zijn in niveau A. Art. 2 Dit artikel voorziet in de nodige flexibiliteit bij de organisatie van bepaalde taalexamens. Deze maatregel zorgt ervoor dat de directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling deze taalexamens op één dag kan organiseren. Het gaat om de taalexamens die de directeur-generaal Rekrutering en Ontwikkeling organiseert overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966.

Deze maatregel laat ook toe de volgorde van de proeven te wijzigen.

De maatregel viseert de situatie waarin de kandidaat in België een diploma heeft behaald in een andere taal dan het Frans of Nederlands.

Het gaat om een duidelijk afgebakende groep van kandidaten die overeenkomstig de taalwetgeving een taalexamen in hun moedertaal moeten afleggen alvorens zij in dienst kunnen treden. De maatregel geldt enkel voor deze specifieke situatie aangezien bij de andere taaltesten deze situatie niet voorvalt.

Het ontwerp verzekert de gelijke behandeling van kandidaten bij de toekenning van vrijstellingen. Momenteel geldt voor de kandidaten een chronologische volgorde bij het afleggen van een taalexamen. Elke kandidaat moet eerst de computergestuurde proeven afleggen, dan een mondelinge proef en vervolgens een schriftelijke proef. Het ontwerp laat toe af te wijken van die chronologische volgorde. Die afwijking kan leiden tot ongewenste effecten bij de toekenning van vrijstellingen. Wanneer men afwijkt van de chronologische volgorde, zou het bijvoorbeeld mogelijk zijn dat de kandidaat die geslaagd is in zijn mondelinge proef daarvan een vrijstelling geniet terwijl hij niet is geslaagd in zijn computertest. Dit scenario is onmogelijk bij andere taalexamens omdat kandidaten daar niet zouden kunnen deelnemen aan die mondelinge proef. Om die ongelijkheid te voorkomen, bepaalt het ontwerp dat de kandidaat enkel een vrijstelling geniet van een mondelinge proef als hij ook geslaagd is in de computergestuurde proeven. Voor de schriftelijke proef geniet hij enkel een vrijstelling als hij ook geslaagd is in de computergestuurde proeven en de mondelinge proef. Bijgevolg wijkt het ontwerp hier af van artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966.

Het ontwerp heeft niet tot gevolg dat de aard of het niveau van de taaltesten wijzigt.

Art. 3 Dit artikel behoeft geen commentaar.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Ambtenarenzaken, P. DE SUTTER

17 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikelen 37 en 107, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966;

Gelet op het advies van de inspecteur van 27 december 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 21 maart 2024;

Gelet op het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht van 8 december 2023;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 4 april 2024 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de ingediende aanvraag tot advies ingeschreven onder het nummer 76.084/4 op 5 april 2024 van de rol werd afgevoerd;

Gelet op artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001002020 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966 sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken samengevat op 18 juli 1966, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2022, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt: " § 2. Als assessoren kunnen worden aangewezen : 1° het personeelslid van niveau A;2° het lid van het actief of gepensioneerd onderwijzend personeel;3° de persoon die wegens zijn bevoegdheid of hun specialisatie bijzonder geschikt is en van wie de directeur-generaal de competenties heeft gecertificeerd. Voor het mondelinge examengedeelte mag in de examencommissies hoogstens één personeelslid worden aangesteld.

Het tweede lid geldt niet als minstens één personeelslid voldoet aan één van de volgende voorwaarden: 1° hij is lid geweest van het onderwijzend personeel; 2° hij is vanwege zijn bevoegdheid of specialisatie bijzonder geschikt.".

Art. 2.Artikel 16bis, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/07/2009 pub. 16/07/2009 numac 2009002048 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 maart 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor het uitreiken van de bewijzen omtrent de taalkennis, voorgeschreven bij artikel 53 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, samengevat op 18 juli 1966 sluiten, wordt aangevuld met drie leden, luidende: "In afwijking van het tweede lid kan de kandidaat aan alle proeven deelnemen wanneer hij wegens een lopende selectieprocedure een taalcertificaat op korte termijn dient te behalen.

Evenwel wordt de mondelinge proef enkel geëvalueerd als de kandidaat is geslaagd in de computergestuurde proeven.

Evenwel wordt de proef betreffende het opstellen van schriftelijke teksten enkel geëvalueerd als de kandidaat is geslaagd in de computergestuurde proeven en de mondelinge proef.".

Art. 3.De minister bevoegd voor Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 april 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, P. DE SUTTER

^