Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 oktober 2022
gepubliceerd op 15 maart 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende het sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2022205945
pub.
15/03/2023
prom.
16/10/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende het sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende het sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 oktober 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2021 Sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 15 juni 2021 onder het nummer 165344/CO/320) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de inrichtingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen PC 320.

Onder "werknemers" verstaat men: alle werknemers. HOOFDSTUK II. - Algemeenverbindendverklaring

Art. 2.De partijen vragen de algemeenverbindendverklaring van deze collectieve arbeidsovereenkomst aan. HOOFDSTUK III. - Definities en begrippen

Art. 3.De definities en de begrippen die in deze collectieve arbeidsovereenkomst en haar bijlagen zijn opgenomen, moeten worden opgevat in hun betekenis zoals verduidelijkt in de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (hierna WAP genoemd) en diens uitvoeringsbesluiten, alsook in voorkomend geval, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2020 betreffende het oprichten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de begrafenisondernemingen". HOOFDSTUK IV. - Voorwerp

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met toepassing van artikel 10 van de WAP.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als enig onderwerp de invoering vanaf 1 januari 2020 van een sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers van de inrichtingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. HOOFDSTUK V. - Doelstelling

Art. 6.Het doel van het sectoraal pensioenstelsel is tweeledig. Het garanderen, buiten de wettelijke verplichting inzake de pensioenen en ter verhoging ervan: - aan de aangeslotenen zelf, indien hij of zij in leven is op einddatum, van een kapitaal dat kan omgezet worden in een levenslange pensioenrente; - aan de begunstigden, van een kapitaal dat kan omgezet worden in een levenslange overlevingsrente. HOOFDSTUK VI. - Opting-out

Art. 7.De mogelijkheid zoals voorzien in de WAP waardoor werkgevers de uitvoering van het pensioenstelsel zelf kunnen organiseren in een pensioenstelsel ("opting-out") wordt niet toegepast. HOOFDSTUK VII. - Inrichter

Art. 8.Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de begrafenisondernemingen" PC 320, opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2020, wordt aangeduid als inrichter.

Dit fonds, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Anspachlaan 111 bus 13, is een fonds voor bestaanszekerheid. Dit fonds zal hierna de inrichter genoemd worden. HOOFDSTUK VIII. - Pensioenstelsel

Art. 9.De regels en modaliteiten inzake de uitvoering van het pensioenstelsel, alsook de rechten en plichten van de inrichter, van de pensioeninstelling, van de werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst, van de aangeslotenen en van hun begunstigden zijn vastgelegd in het pensioenreglement dat als bijlage 1 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst is gevoegd.

Art. 10.Het beheer van het pensioenstelsel wordt door de inrichter toevertrouwd aan AG Insurance Belgium, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53 (toegelaten door de Commissie voor Bank, Financie- en Assurantiewezen onder het nummer 79), hierna de pensioeninstelling genoemd. HOOFDSTUK IX. - Financiering van het sectoraal pensioenstelsel

Art. 11.De regels en de modaliteiten inzake de financiering van het sectoraal pensioenstelsel zijn vastgelegd in een financieringsreglement dat als bijlage 2 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst is gevoegd. HOOFDSTUK X. - Inwerkingtreding van het sectoraal pensioenstelsel

Art. 12.Het sectoraal pensioenplanstelsel is in werking getreden op 1 januari 2020. HOOFDSTUK XI.- Inwerkingtreding, duur en opzeggingsprocedure van deze collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2020 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden mits naleving van de volgende cumulatieve voorwaarden: a) mits naleving van artikel 10 van de WAP, hetgeen betekent dat de beslissing tot opheffing van het sectoraal pensioenstelsel enkel geldig is wanneer zij 80 pct.van de stemmen van de in het paritair orgaan benoemde, gewone of plaatsvervangende leden die de werkgevers vertegenwoordigen en 80 pct. van de stemmen van de in het paritair orgaan benoemde, gewone of plaatsvervangende leden die de werknemers vertegenwoordigen, heeft behaald; en, b) mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen PC 320.

Art. 15.De nietigheid of de onafdwingbaarheid van één van de bepalingen van deze overeenkomst brengt de geldigheid of de afdwingbaarheid van de overige bepalingen niet in het gedrang.

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2020, neergelegd op 23 december 2020 en geregistreerd onder nummer 163549/CO/320.

Art. 17.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde, notulen van de vergadering. HOOFDSTUK XII. - Bijlagen

Art. 18.De volgende bijlagen maken integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst: a) bijlage 1: pensioenreglement;b) bijlage 2: financieringsreglement. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende het sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen Pensioenreglement voor de werknemers tewerkgesteld in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen Bijzondere bepalingen 1. Voorwerp en doelstelling In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2020 voert het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de begrafenisondernemingen", hierna de inrichter genoemd, een sectoraal pensioenstelstel in. De pensioentoezegging heeft tot doel om een kapitaal samen te stellen dat aan de aangeslotene uitgekeerd wordt, of aan zijn begunstigde(n) ingeval de aangeslotene overlijdt vóór zijn pensionering.

Het kapitaal kan op vraag van de aangeslotene of de begunstigde(n) omgezet worden in een rente.

Het doel van dit pensioenstelsel is het garanderen, buiten de wettelijke pensioenverplichtingen en ter verhoging ervan: a) aan de aangeslotene zelf, een kapitaal bij pensionering;b) aan de begunstigde(n) die door dit reglement worden aangeduid, een kapitaal in geval van overlijden van de aangeslotene vóór pensionering. Het pensioenreglement dient in samenhang met het financieringsreglement - de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2020 betreffende de financiering van het sectoraal aanvullend pensioen in de sector van de begrafenisondernemingen, PC 320 - te worden gelezen. 2. Beheer Binnen de juridische structuur van de pensioeninstelling kan de inrichter ervoor opteren om één of meerdere deelaspecten van het beheer aan derden uit te besteden. Het beheer van het pensioenstelsel wordt door de inrichter toevertrouwd aan een pensioeninstelling. De aanduiding van de pensioeninstelling gebeurt bij collectieve arbeidsovereenkomst. 3. Documenten Het pensioenreglement is het geheel van contractuele bepalingen die de voorwaarden van de groepsverzekering, die uitvoering geeft aan het pensioenstelsel, vast te stellen, alsook de rechten en verplichtingen van de werknemers inzake aansluiting, de rechten en de verplichtingen van de aangeslotene, de inrichter en de pensioeninstelling, met betrekking tot de verzekering.4. Werking in de tijd Het onderhavig pensioenreglement neemt aanvang op 1 januari 2020.5. Begrippen en definities Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder: - Pensioenstelsel: Collectieve pensioentoezegging. - Inrichter: Het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de begrafenisondernemingen", Anspachlaan 111 bus 13, 1000 Brussel. - Paritair Comité: Het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen of PC 320. - Aangeslotene: Iedere werknemer die valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2020 en die daarenboven de in artikel 1 bepaalde aansluitingsvoorwaarden vervult, alsook de gewezen werknemer die de actuele of uitgestelde rechten blijft genieten conform onderhavig pensioenreglement. - Aansluitingsdatum: De datum waarop de aangeslotene wordt aangesloten bij het pensioenstelsel. De aansluiting vindt plaats vanaf de indiensttreding (en ten vroegste op 1 januari 2020). De werknemers die reeds gepensioneerd zijn, worden niet aangesloten. - (aangewezen) Actuaris: De door de pensioeninstelling aangeduide persoon/personen die over de wettelijk vereiste actuariële kennis beschikt/beschikken. - FSMA: Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten. - NBB: Nationale Bank van België. - Referteloon: Het brutoloon van een kwartaal zoals gekend in de DmfA onder de codes 01 tot 09.

De brutolonen voor de arbeiders worden berekend aan 108 pct. en de brutolonen voor de bedienden worden berekend aan 100 pct. - RSZ: De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. - Toezegging van het type "vaste prestaties": De verbintenis tot het betalen van een welbepaalde prestatie op een welbepaald ogenblik; de "Cash Balance"-stelsels, waarbij de prestatie wordt bepaald door verwijzing naar een forfaitair spaarbedrag gekapitaliseerd aan een theoretisch rendement, zijn toezeggingen van het type "vaste prestaties". - Verworven prestatie: De prestatie waarop de aangeslotene aanspraak kan maken overeenkomstig het pensioenreglement, indien hij bij zijn uittreding zijn verworven reserve bij de pensioeninstelling laat. - Verworven reserve: De reserve waarop de aangeslotene in een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig het pensioenreglement. - WAP: De wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, 2de uitgave, blz. 26407, erratum Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003) en haar uitvoeringsbesluiten. - Werknemers: De mannelijke en vrouwelijke werknemers, aangeduid in de DmfA-code met werknemerskengetal 015,495 en tewerkgesteld bij de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor begrafenisondernemingen. - Werkgever: De rechtspersoon of natuurlijke persoon ressorterend onder het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. - Pensioenleeftijd: Voor de toepassing van dit reglement is dit de eerste dag van het kwartaal dat volgt op de 67ste verjaardag van de aangeslotene.

De pensioenleeftijd wordt verdaagd in de volgende gevallen: - zolang de aangeslotene in dienst blijft van de werkgever na de pensioenleeftijd zonder zijn wettelijk pensioen op te nemen; - zolang de gewezen werknemer zijn verworven reserves in het sectoraal pensioenstelsel laat en uiterlijk tot de opname van het wettelijk pensioen.

Deze verdaging gebeurt overeenkomstig de bepalingen voorzien in het pensioenreglement of, bij gebreke daaraan, voor opeenvolgende periodes van één jaar aan het tarief in voege op de datum van de verlenging.

De individuele verdaging van de pensioenleeftijd zal plaatsvinden volgens de door de pensioeninstelling bij de bevoegde controleautoriteit ingediende tarieven die in voege zijn op de datum van de verdaging. - Pensioeninstelling: AG Insurance Belgium, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 53 (toegelaten door de FSMA Financial Services and Markets Authority onder het nummer 79). - Pensionering: De effectieve ingang van het rustpensioen, al dan niet vervroegd, in het wettelijk pensioenstelsel voor werknemers. - Uittreding: - Hetzij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door pensionering of overlijden, voor zover de aangeslotene geen nieuwe arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een werkgever die eveneens onder het toepassingsgebied valt van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2020; - Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werknemer de aansluitingsvoorwaarden bedoeld in punt 6 niet langer vervult, zonder dat dit gepaard gaat met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan overlijden of pensionering; - Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2020. De uittreding wordt geacht op de laatste dag van het kwartaal plaats te vinden.

De hierboven vermelde begrippen en andere die in dit pensioenreglement en haar bijlagen opgenomen zijn, moeten worden opgevat in hun betekenis zoals verduidelijkt in de WAP. 6. Aansluiting De aansluiting is verplicht voor alle werknemers die zijn tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst bij een werkgever die ressorteert onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2020 tot invoering van het sectoraal pensioenstelsel vanaf 1 januari voor werknemers uit begrafenisondernemingen of desgevallend de collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Elke werknemer die deze aansluitingsvoorwaarden vervult, wordt automatisch en verplicht aangesloten. De aangeslotene blijft pensioenrechten opbouwen zolang hij in dienst is bij de werkgever.

De aansluiting houdt op: - bij pensionering van de aangeslotene; - bij overlijden van de aangeslotene vóór de pensionering. 7. Verworven rechten van de aangeslotene op de reserves De reserves die opgebouwd zijn op de notionele rekeningen, zijn onmiddellijk verworven door de aangeslotene. Een aangeslotene die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt eveneens als een nieuwe aangeslotene beschouwd.

Afkoop der verworven rechten vóór pensioenleeftijd of vervroeging, voorschotten op de contracten en inpandgevingen zijn niet toegelaten.

Indien de aangeslotene of zijn begunstigde(n) geen recht heeft (hebben) op de reserves die opgebouwd zijn op de notionele rekeningen, blijven de bedragen in het financieringsfonds. 8. Minimumgarantie Op de datum van uittreding of pensionering bepaalt de verzekeraar het bedrag van de verworven reserves en de minimumgarantie volgens de verticale methode zoals omschreven in de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen. De verticale methode is de methode waarbij, in geval van een wijziging van de rentevoet, de oude rentevoet wordt toegepast tot op het moment van de wijziging op de bijdragen verschuldigd op basis van het pensioenreglement vóór de wijziging en de nieuwe rentevoet wordt toegepast op de bijdragen verschuldigd op basis van het pensioenreglement vanaf de wijziging en op het bedrag resulterend uit de kapitalisatie tegen de oude rentevoet van de bijdragen verschuldigd op basis van het pensioenreglement tot aan de wijziging.

Het bedrag van de verworven reserves bij uittreding wordt bepaald op de werkdag volgend op deze waarop de verzekeraar de keuze van de aangeslotene met betrekking tot de bestemming van zijn opgebouwde reserves heeft ontvangen en waarop de financiële instelling de verzekeraar op de hoogte heeft gebracht van de betaling van alle verschuldigde dotaties. 9. De pensioeninstelling en haar aanduiding Het beheer van de pensioentoezegging wordt toevertrouwd aan de pensioeninstelling.De aanduiding van de pensioeninstelling gebeurt bij collectieve arbeidsovereenkomst. 10. De pensioentoezegging 10.1. Het bedrag van de dotatie De berekening van de dotaties ter financiering van de waarborgen leven en overlijden en de modaliteiten van de betaling van deze dotaties staan beschreven in het financieringsreglement.

De RSZ wordt belast met de inning van deze pensioentoelagen.

De regels en de modaliteiten inzake de financiering van het sectoraal pensioenstelsel worden vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2020 betreffende de financiering van het sectoraal aanvullend pensioen in de sector voor de begrafenisondernemingen, PC 320. Deze arbeidsovereenkomst wordt als bijlage van de collectieve arbeidsovereenkomst ingevoerd. 10.2. Waarborg leven De waarborg leven voorziet in de opbouw van een prestatie leven onder de vorm van een kapitaal op pensioenleeftijd.

De prestatie leven is gelijk aan het resultaat van de notionele rekening, waarop de toegekende bedragen trimestrieel achteraf ingeschreven worden, en die gekapitaliseerd worden volgens het toegekend rendement van de inrichter.

Het toegekende rendement is het rendement gewaarborgd door de inrichter en dat is gelijk aan 0 pct.

De kapitalisatie gebeurt: - van de 1ste dag van het 2de trimester volgend op het einde van het trimester waarop de pensioentoelagen betrekking hebben; - tot op de dag waarop de uitbetaling van het aanvullend pensioen gebeurt. 10.3. Waarborg overlijden De waarborg overlijden voorziet de betaling van de verworven reserve aan de begunstigde(n) in geval van overlijden van de aangeslotene vóór zijn pensionering.

Het bedrag van deze reserve wordt vastgesteld op de werkdag volgend op deze waarop de volgende voorwaarden voldaan zijn: - de verzekeraar heeft de notificatie van het overlijden en alle nodige informatie ontvangen om te kunnen overgaan tot de uitbetaling, en - de verzekeraar heeft alle premies ontvangen waarop de aangeslotene recht heeft. 10.4. Beheer van de reserves De toegekende bedragen leven worden voor elke aangeslotene afzonderlijk ingeschreven op notionele rekeningen en worden collectief beheerd in het financieringsfonds.

Het financieringsfonds geniet van een rendement beschreven in de beheersovereenkomst. 10.5. Tarificatie De gebruikte tarieven zijn door AG Insurance opgesteld overeenkomstig de wettelijke bepalingen en neergelegd bij de bevoegde controleautoriteit.

De pensioentoezegging is van het type Cash Balance.

Onverminderd de bepalingen in verband met de minimumgarantie voorzien door de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen, waarborgt de werkgever een rendement bepaald in punt "10.2 Waarborg leven".

De inrichter verbindt zich ertoe periodiek de dotaties te betalen die bepaald zijn in het financieringsplan ter financiering van de waarborg leven.

Er wordt geen enkele waarborg toegekend op het tarief, noch op de reserves, noch op de dotaties. In geval van wijziging is het nieuwe tarief van toepassing zowel voor de bestaande reserves als voor de toekomstige dotaties. 11. Uittreding 11.1. Uittreding als bedoeld in artikel 5 "Uittreding", eerste en derde streepje - Binnen een termijn van één jaar, stelt het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de begrafenisondernemingen" - "Fonds 320", of de werknemer, de pensioeninstelling schriftelijk in kennis van de uittreding; - De pensioeninstelling stuurt, één keer per jaar een pensioenfiche en een leaflet op om volgende gegevens en keuzemogelijkheden rechtstreeks aan de aangeslotene mee te delen: - het bedrag van de verworven reserves, desgevallend tot de bedragen gewaarborgd met toepassing van artikel 24 volgens de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen (WAP); % - het bedrag van de verworven prestaties - indien zij berekend kunnen worden, het bedrag van de verworven prestaties indien de aangeslotene opteert voor de keuzemogelijkheid bedoeld in artikel 32, § 1, eerste lid, 3°, c) van de WAP; - de verschillende keuzemogelijkheden bedoeld in artikel 32, § 1 volgens de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen (WAP), met vermelding of de overlijdensdekking al dan niet behouden blijft; - Indien de aangeslotene zelf de pensioeninstelling in kennis stelt, alvorens de inrichter dit doet zoals hierboven beschreven, en communiceert dat hij aangesloten blijft aan het sectorale aanvullende pensioenstelsel, is de hierboven vermelde procedure niet van toepassing.

De aangeslotene heeft een aantal keuzemogelijkheden omtrent de bestemming van zijn verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen van de minimumgarantie overeenkomstig de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen.

Hij kan opteren voor een overdracht naar een andere pensioeninstelling. Hij kan daarbij kiezen voor: - de overdracht naar de pensioeninstelling van zijn nieuwe werkgever, met inbegrip van de pensioeninstelling van de sector waaronder zijn nieuwe werkgever ressorteert, voor zover hij bij de pensioentoezegging van die werkgever of sector wordt aangesloten; - de overdacht naar een pensioeninstelling bedoeld bij koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van bovenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1976 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst.

De pensioeninstelling voert de overdracht uit binnen de dertig dagen nadat zij van de beslissing tot overdracht werd ingelicht.

Indien de aangeslotene niet kiest voor de overdracht naar een andere pensioeninstelling, kan hij: - Zijn verworven reserves in het pensioenstelsellaten zonder wijziging. In dat geval geniet hij van een overlijdensdekking gelijk aan het bedrag van de verworven reserves.

Indien de aangeslotene zijn keuze niet schriftelijk heeft meegedeeld binnen de dertig dagen vanaf dat hij van de diverse keuzemogelijkheden op de hoogte werd gebracht, wordt hij geacht te hebben gekozen voor het behoud van zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling zonder wijziging van de pensioentoezegging. Na afloop van die termijn kan hij te allen tijde alsnog kiezen voor de overdracht van zijn verworven reserves naar een andere pensioeninstelling.

De aanzuivering van eventuele tekorten ten opzichte van de minimumgarantie overeenkomstig de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen wordt ten laatste verricht op één van de volgende gebeurtenissen: - de overdracht van de verworven reserves naar een andere pensioeninstelling; - de pensionering van aangeslotene of wanneer de prestaties van de aangeslotene verschuldigd zijn; - de opheffing van het pensioenstelsel. 11.2. Uittreding als bedoeld in artikel 5 "Uittreding", tweede streepje De bepalingen van punt 11.1. vinden geen toepassing in geval van uittreding als bedoeld in artikel 5 "Uittreding", tweede streepje. In dat geval worden de verworven reserves bij de pensioeninstelling behouden en worden bij overlijden de verworven reserves uitgekeerd aan de begunstigden overeenkomstig de voorrangsorde bepaald in het pensioenreglement.

Indien na de uittreding beoogd door deze bepaling zich een uittreding voordoet als bedoeld in artikel 5 "Uittreding", eerste en derde streepje, zijn de bepalingen van 11.1 van toepassing. 12. Vereffening De aangeslotene of de begunstigde(n) worden verondersteld te kiezen voor de uitkering van de verzekerde voordelen in de vorm van een kapitaal. De aangeslotene of de begunstigde(n) kan (kunnen) aan de pensioeninstelling de uitbetaling van de prestaties vragen in de vorm van een kapitaal of in de vorm van een rente. In het geval van uitbetaling ten voordele van een minderjarig kind zal deze keuze uitgeoefend worden door de overlevende ouder, of bij ontstentenis door zijn voogd.

De wijze van berekening van de rente is bepaald in de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen. Wanneer het jaarlijkse bedrag van de rente bij de aanvang ervan lager is dan of gelijk aan 500 EUR, wordt de prestatie in de vorm van een kapitaal betaald. Het minimumbedrag van 500 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen (spilindex - basis 1996 = 100 - op 1 januari 2004 = 111,64).

De inrichter informeert de aangeslotene twee maanden vóór pensionering of, indien hij pas op een later ogenblik van de (vervroegde) pensionering in kennis is gebracht, binnen de twee weken na kennisname van de pensionering, van het recht op omzetting in een rente. In geval van overlijden van de aangeslotene, informeert de inrichter de begunstigden over deze mogelijkheid binnen de twee weken na kennisname van het overlijden. 13. Begunstigden en formaliteiten bij vereffening 13.1. De prestatie leven De prestatie bij leven wordt aan de aangeslotene betaald op het ogenblik van pensionering. Deze prestatie wordt berekend op de datum van pensionering en wordt aan de aangeslotene uitbetaald binnen de dertig dagen die volgen op de mededeling door de aangeslotene aan de pensioeninstelling van de gegevens die voor de uitbetaling noodzakelijk zijn: - Het ingevuld en ondertekend document van vereffening betekent een kwijting voor de uitbetaalde som. - De inrichter en de pensioeninstelling kunnen ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de aangeslotene te verifiëren. 13.2. De prestatie bij overlijden van de aangeslotene vóór pensionering In geval van overlijden van de aangeslotene vóór pensionering zullen de prestaties bij overlijden aan de begunstigde(n) worden uitgekeerd op basis van de volgende volgorde en verdeling: - De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene tenzij indien gescheiden of gescheiden van tafel en bed, of de wettelijk samenwonende, tenzij er via wettelijke procedure een einde werd gesteld aan de samenwoning ("wettelijke samenwoning" moet begrepen worden als de situatie van samenwoning van twee personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd door middel van een schriftelijk document dat tegen ontvangstbewijs is afgegeven bij de ambtenaar van de burgerlijkse stand van de gemeenschappelijk woonplaats); - Bij ontstentenis, de kinderen van de aangeslotene, in gelijke delen.

Indien één van de kinderen van de aangeslotene vooroverlijdt, komt het aandeel van dat kind in gelijke delen toe aan zijn of haar kinderen; bij gebreke daarvan in gelijke delen aan de andere kinderen van de aangeslotene; - Bij ontstentenis, de ouders van de aangeslotene, elk voor de helft.

Bij overlijden van één van hen komt het kapitaal toe aan de langstlevende; - Bij ontstentenis, de nalatenschap van de aangeslotene, met uitsluiting van de Staat; - Bij ontstentenis, het financieringsfonds.

De aangeslotene mag afwijken van deze volgorde. Deze afwijking wordt opgenomen in een door de aangeslotene, ondertekend bijvoegsel.

De schriftelijke aanvaarding van de begunstiging door de betrokken persoon maakt de begunstiging onherroepbaar zonder diens akkoord.

Indien er geen schriftelijke aanvaarding van de begunstiging is, kan de aanduiding van de begunstigde vrij herroepen worden. Elke herroeping moet gebeuren volgens dezelfde procedure als hierboven beschreven.

De inrichter en de pensioeninstelling kunnen ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de begunstigde(n) te verifiëren. 14. Verplichtingen van de inrichter De inrichter gaat tegenover alle werkgevers en aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat nodig is voor de goede uitvoering van dit pensioenstelsel.Hij zal de bij de werkgever geïnde pensioentoelagen zo spoedig mogelijk aan de pensioeninstelling overmaken. Bovendien zal hij alle voor het beheer van het pensioenstelsel benodigde gegevens overmaken.

De inrichter maakt hiervoor gebruik van de persoonsgegevens zoals meegedeeld uit het netwerk van de sociale zekerheid door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan de inrichter, alsook de wijzigingen dewelke tijdens de duur van de aansluiting in voormelde gegevens voorkomen. 15. Verplichtingen van de aangeslotene en de begunstigde(n) De aangeslotene of zijn begunstigde(n) zullen alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken die nodig zijn opdat de pensioeninstelling zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn begunstigde(n) kan uitvoeren, op eenvoudige vraag overmaken. Mocht de aangeslotene of zijn begunstigde(n) een hem of hen door dit pensioenreglement opgelegde voorwaarde niet nakomen en mocht daardoor voor hem of hen enig verlies van recht ontstaan, dan zullen de inrichter en de pensioeninstelling in dezelfde mate ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene of zijn begunstigde(n) in verband met de bij dit pensioenreglement geregelde prestaties.

De aangeslotene en de begunstigde(n) blijven verantwoordelijk voor de inlichtingen die ze overmaken. De inrichter en de pensioeninstelling kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van laattijdige of foutieve informatie. 16. Gevolgen van het niet betalen van de dotaties De RSZ zal de verschuldigde dotaties via de inrichter aan de pensioeninstelling overmaken. De pensioeninstelling zal iedere aangeslotene uiterlijk binnen de 3 maanden volgend op de datum waarop zij kennis kreeg van een betalingsachterstand, door middel van een op zijn persoonlijk adres gestuurde brief op de hoogte brengen. 17. Toezichtscomité Indien de pensioeninstelling niet op paritaire wijze wordt beheerd, wordt een toezichtscomité opgericht dat voor de helft is samengesteld uit leden die de werknemers vertegenwoordigen aan wie de onderhavige pensioentoezegging wordt gedaan, aangeduid overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen (WAP). Dit toezichtscomité ziet toe op de goede uitvoering van de pensioentoezegging door de pensioeninstelling en wordt jaarlijks in het bezit gesteld van het beheersverslag alvorens de pensioeninstelling dit ter beschikking stelt van de inrichter.

Ingeval de bijdragen gestort worden in een afgezonderd fonds van de pensioeninstelling, beslist het toezichtscomité jaarlijks welk percentage van de winst gerealiseerd in het afgezonderd fonds aan de aangeslotenen als winstdeelname zal toegekend worden. 18. Reserves afkomstig uit een vroegere tewerkstelling Indien een aangeslotene bij zijn toetreding zijn verworven reserves met betrekking tot een vroegere tewerkstelling, voor zover deze reserves onder het toepassingsgebied van de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen (WAP) vallen, wenst over te dragen naar het huidige sectoraal pensioenstelsel, zal hij de inrichter en de pensioeninstelling hierover inlichten en haar deze reserves overmaken.De pensioeninstelling zal deze reserves beheren overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen (WAP). 19. Informatie 19.1. Het pensioenreglement De inrichter stelt de tekst van het pensioenreglement ter beschikking aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek. 19.2. Jaarlijkse informatie Pensioenfiche De pensioeninstelling bezorgt aan elke aangeslotene die nog niet is uitgetreden, jaarlijks schriftelijk een pensioenfiche. 19.3. Beheersverslag De pensioeninstelling stelt jaarlijks een verslag over het beheer van de pensioentoezegging op. Daarin is onder meer de volgende informatie opgenomen: - De wijze van financiering van de pensioentoezegging en de structurele wijzigingen in die financiering; - De beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten; - Het rendement van de beleggingen; - De kostenstructuur; - De verdeling van de winst.

De tekst van het beheersverslag wordt door de inrichter ter beschikking gesteld aan de aangeslotenen op diens eenvoudig verzoek. 19.4. Verklaring inzake de beleggingsbeginselen De pensioeninstelling stelt een schriftelijke verklaring op met de beginselen van haar beleggingsbeleid. Zij herziet deze verklaring ten minste om de drie jaar en onverwijld na elke belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid.

Deze verklaring omvat de toegepaste wegingsmethoden voor beleggingsrisico's, de risicobeheer procedures en de strategische spreiding van de activa in het licht van de aard en de duur van de pensioenverplichtingen.

De verklaring inzake de beleggingsbeginselen wordt ter beschikking gesteld van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. 19.5. Jaarrekening en jaarverslag van de pensioeninstelling De pensioeninstelling houdt de jaarrekening en het jaarverslag van de pensioeninstelling en desgevallend ook degene die met het betrokken pensioenstelsel overeenstemmen, ter beschikking van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen. 20. Financieringsfonds In uitvoering van dit reglement wordt een financieringsfonds opgericht. Het fonds wordt gefinancierd door: - De dotaties die door de RSZ via de inrichter aan de pensioeninstelling overgemaakt worden; - De toegekende interest.

Het fonds wordt gedebiteerd voor: - De uitbetaalde kapitalen leven en overlijden; - De beheerskosten van de pensioeninstelling.

Binnen de wettelijke mogelijkheden beslist de inrichter over de bestemming van het financieringsfonds. Het fonds is bestemd voor de aangeslotenen en/of zijn begunstigden en zijn tegoeden mogen nooit, zelfs niet gedeeltelijk, teruggestort worden aan de inrichter.

Het financieringsfonds mag nooit een negatief saldo vertonen. Elke verrichting die het saldo van het fonds op een negatief bedrag zou brengen, wordt uitgesteld tot de financiële middelen van het fonds toelaten ze te realiseren. Als de pensioeninstelling de onmogelijkheid om een verrichting te realiseren vaststelt, informeert ze onmiddellijk de inrichter, die gepaste maatregelen dient te nemen. 21. Invoering, wijziging en opheffing van het pensioenstelsel Dit pensioenreglement kan gewijzigd of stopgezet worden door een collectieve arbeidsovereenkomst die in het bevoegde paritair comité gesloten wordt.Een wijziging of stopzetting van het pensioenreglement kan in geen geval leiden tot een vermindering van de verworven reserves.

Als het pensioenstelsel wordt opgeheven, houdt de inrichter op de dotaties te betalen.

Indien het vermogen van het financieringsfonds toereikend is om de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot het bedrag van de minimumgarantie, te financieren, worden de nodige reserves aangezuiverd. Het eventuele saldo van het financieringsfonds wordt vereffend conform de algemene voorwaarden van de verzekeraar.

Indien het vermogen van het financieringsfonds ontoereikend is om de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot het bedrag van de minimumgarantie, te financieren, gebeurt de verdeling van dit vermogen voor iedere aangeslotene in de verhouding van het verschil tussen zijn totale verworven reserve, desgevallend aangevuld tot het bedrag van de minimumgarantie en de reserve van zijn notionele rekeningen en de som, voor alle aangeslotenen, van die verschillen.

De opheffing van het pensioenstelsel wordt vastgelegd in een bijlage aan het reglement. 22. Slotbepalingen Onderhavig pensioenreglement wordt aangevuld door een beheersovereenkomst afgesloten tussen de inrichter en de pensioeninstelling met de verplichtingen van de betrokken partijen, de administratieve procedures en de tariferingsregels.In geval van strijdigheid primeren de bepalingen van onderhavig pensioenreglement. 23. Geschillen en toepasselijk recht Het Belgische recht is van toepassing op dit reglement.Gebeurlijke geschillen tussen de partijen in verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken. 24. Overige bepalingen - Bijlage GDPR Het pensioenreglement wordt als volgt vervolledigd om het in overeenstemming te brengen met de wetgeving inzake verwerking van persoonsgegevens, meer bepaald: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Pb.L. 119/1 van 4 mei 2016).

Bescherming van de persoonlijke levenssfeer AG Insurance en de inrichter hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze zorgvuldig conform de bepalingen van de toepasselijke privacywetgeving, de privacyverklaring van AG Insurance (beschikbaar op www.aginsurance.be) en/of het toepasselijke privacybeleid van de inrichter.

Verwerkingsdoeleinden De inrichter heeft aan de werknemers tewerkgesteld in de sector een aanvullend pensioen toegekend. Hiertoe heeft de inrichter een groepsverzekering afgesloten met AG Insurance. Met het oog op de uitvoering van de groepsverzekering ontvangt AG Insurance persoonsgegevens van de inrichter, van derden of van de betrokkene zelf. Zowel de inrichter als AG Insurance zijn verantwoordelijke voor de verwerking.

De verkregen persoonsgegevens kunnen door AG Insurance en/of de inrichter worden verwerkt voor de volgende doeleinden: - het beheer van de groepsverzekering op basis van een wettelijke verplichting; - het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen zoals fiscale verplichtingen of het voorkomen van het witwassen van geld, en dit op grond van een wettelijke bepaling; - het beheer van het personenbestand voor de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst; - de opmaak van statistieken, de detectie en preventie van misbruiken en fraude, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en -systemen van AG Insurance, de optimalisatie van de processen (bijvoorbeeld inzake de evaluatie en acceptatie van een risico), en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van AG Insurance; - de adviesverlening bijvoorbeeld inzake pensioenopbouw en over de opties bij pensionering op grond van het gerechtvaardigd belang van AG Insurance, tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.

Voor het vervullen van deze doeleinden kan AG Insurance ook persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf.

In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene.

Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt door AG Insurance: identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, gegevens met betrekking tot gezondheid, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.

Deze persoonsgegevens kunnen, indien dit noodzakelijk is voor de voornoemde doeleinden en in overeenstemming met de privacywetgeving, door AG Insurance worden meegedeeld aan andere tussenkomende verzekeringsmaatschappijen, hun vertegenwoordigers in België, hun contactpunten in het buitenland, de betrokken herverzekeringsmaatschappijen, een expert, een advocaat, een technisch adviseur of een verwerker. Bovendien kunnen de gegevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.

Het is mogelijk dat AG Insurance de persoonsgegevens buiten de Europese Economische Ruimte (EER) overdraagt naar een land dat, desgevallend, niet een passend beschermingsniveau voor persoonsgegevens kan garanderen. In deze gevallen beschermt AG Insurance echter de gegevens door de IT-beveiliging te vergroten en door contractueel een verhoogd beveiligingsniveau te eisen van zijn internationale tegenpartijen.

Rechten van de betrokkene Binnen de grenzen van de wet: - heeft de betrokkene het recht om kennis te nemen van zijn/haar gegevens, om ze, in voorkomend geval, te laten corrigeren, en om ze te laten overdragen aan derden; - heeft de betrokkene het recht zich te verzetten tegen de verwerking van zijn/haar gegevens, het recht om de verwerking van zijn/haar gegevens te laten beperken, alsook het recht om zijn/haar gegevens te laten verwijderen. In die gevallen is het mogelijk dat AG Insurance de contractuele relatie niet kan uitvoeren.

Hiertoe kan de betrokkene een gedateerde en ondertekende aanvraag richten aan de Data Protection Officer ("DPO") van AG Insurance, samen met een identificatiedocument of een ander identificatiemiddel, of zich wenden tot de inrichter via de gebruikelijke kanalen van de inrichter.

De Data Protection Officer van AG Insurance kan worden bereikt op volgende adressen: - Per post: AG Insurance - Data Protection Officer, Emile Jacqmainlaan 53, 1000 Brussel; - Of per e-mail: AG_DPO@aginsurance.be.

Klachten kunnen worden ingediend bij de Gegevensbeschermingsautoriteit.

Meer informatie over hoe AG Insurance persoonsgegevens beschermt en over hoe de betrokkene zijn/haar rechten kan uitoefenen, is terug te vinden in de Privacyverklaring van AG Insurance op www.aginsurance.be.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende het sectoraal pensioenstelsel voor de werknemers tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen Financieringsreglement 1. Doel en voorwerp van het financieringsreglement Dit financieringsreglement wordt opgemaakt in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2020 tot invoering van een sectoraal pensioenplan voor de werkgevers en werknemers, tewerkgesteld in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. Het financieringsreglement legt de regels en de modaliteiten inzake de financiering van het sectoraal pensioenplan vast. 2. Aanvang Het financieringsreglement vangt aan op 1 januari 2017.3. Bijdragen en bijdragepercentages De aan de aangeslotenen toegekende bijdragen alsook de financiering van het sectoraal pensioenstelsel worden berekend door de inrichter op basis van artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2020. De éénmalige premie bij de opstart van het plan wordt als volgt berekend: Per werknemer die in het eerste of tweede kwartaal van 2020 een prestatie heeft en niet gepensioneerd is, wordt er een éénmalige premie gestort in 2020 gelijk aan: - 2de kwartaal 2017: 0,6 pct. van het referteloon; - 3de kwartaal 2017: 1,2 pct. van het referteloon; - 4de kwartaal 2017: 0,6 pct. van het referteloon; - Vanaf het 1ste kwartaal 2018 tot het 4de kwartaal 2019: 0,3 pct. van het referteloon; - Een vaste premie voor 2017, 2018 en 2019 op basis van de tewerkstelling in het vierde kwartaal van het betrokken jaar: - 250 EUR bij een tewerkstelling van minstens 4/5den; - 150 EUR bij een tewerkstelling van minstens 1/2de; - 100 EUR bij een tewerkstelling van minstens 1/3de.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^