Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 oktober 2022
gepubliceerd op 15 maart 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2021-2022

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2022205513
pub.
15/03/2023
prom.
16/10/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2021-2022 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2021-2022.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven teBrussel, 16 oktober 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021 Nationaal akkoord 2021-2022 (Overeenkomst geregistreerd op 30 maart 2022 onder het nummer 171523/CO/149.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritaire Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Kader

Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de periode 2021-2022 met in acht name van het koninklijk besluit 30 juli 2021 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2021).

Art. 3.Procedure Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/1969 pub. 06/04/2007 numac 2007000224 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 november 1969).

De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, alsook van de bijlage. HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid

Art. 4.Verhoging van de lonen § 1. Op 1 december 2021 worden alle sectorale minimumuurlonen verhoogd met 0,4 pct. § 2. Op 1 december 2021 worden alle effectieve uurlonen met 0,4 pct. verhoogd, behalve voor die ondernemingen waar de beschikbare marge op een alternatieve manier wordt ingevuld via een ondernemingsenveloppe. § 3. Indien geen ondernemingsoverleg over de enveloppe wordt opgestart of indien het overleg tegen 31 maart 2022 niet uitmondt in een collectieve arbeidsovereenkomst, worden de effectieve uurlonen van de arbeiders vanaf 1 december 2021 verhoogd met 0,4 pct.

Art. 5.Ondernemingsenveloppe § 1. De ondernemingen kunnen op 1 december 2021 de beschikbare maximale loonmarge van 0,4 pct. van de loonmassa op een alternatieve manier invullen via een terugkerende ondernemingsenveloppe. De besteding van deze enveloppe kan enkel worden onderhandeld in ondernemingen waar een vakbondsafvaardiging is opgericht.

Onder "loonmassa" wordt begrepen : de effectieve bruto uurlonen (met inbegrip van de eindejaarspremies, de ploegenpremies, het overloon, enz.) alsook bijhorende sociale lasten (socialezekerheidsbijdragen werkgever en andere sociale lasten). § 2. De procedure voor de ondernemingsonderhandelingen over de besteding van het terugkerend budget verloopt in 2 stappen : a) Voorafgaandelijk moeten op ondernemingsvlak zowel de werkgever als alle in de vakbondsafvaardiging van de in de onderneming vertegenwoordigde vakorganisaties akkoord gaan over het principe van de besteding van de enveloppe.b) Indien besloten wordt tot een ondernemingsoverleg over de besteding van de enveloppe, moet dit overleg ten laatste op 31 maart 2022 leiden tot het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst. Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake uurlonen van 26 juni 2019, geregistreerd onder het nummer 152843/CO/149.01 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 november 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/11/2019 pub. 25/11/2019 numac 2019030967 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de uurlonen type koninklijk besluit prom. 11/11/2019 pub. 05/12/2019 numac 2019204865 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 augustus 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 59 jaar na 40 jaar loopbaan voor de periode 1 januari 2021 tot 30 juni 2021 (1) type koninklijk besluit prom. 11/11/2019 pub. 29/11/2019 numac 2019204964 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 augustus 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 59 jaar na 20 jaar ploegenarbeid met nachtdienst voor de periode 1 januari 2021 tot 30 juni 2021 (1) sluiten (Belgisch Staatsblad van 25 november 2019), zal in die zin worden aangepast vanaf 1 december 2021 en dit voor onbepaalde duur.

Art. 6.Coronapremie § 1. Uiterlijk op 15 december 2021 kennen de ondernemingen een eenmalige coronapremie toe onder de vorm zoals bedoeld in artikel 19quinquies, § 4 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 21 juli 2021 (Belgisch Staatsblad van 29 juli 2021). § 2. Het bedrag van de basis-coronapremie is gelijk aan 300 EUR. § 3. Deze basis-coronapremie wordt verhoogd met een variabel deel van 100 EUR voor ondernemingen die geen bedrijfsverlies hebben in het boekjaar 2020 (code 9901 van de resultatenrekening van de jaarrekening) en dit bekeken op niveau van de technische bedrijfseenheid (TBE).

Voor de beoordeling van de voorwaarde voor de variabele premie wordt verwezen naar de goedgekeurde jaarrekening waarin het 2de kwartaal 2020 vervat zit. § 4. Voor de premies, vermeld in § 2 en § 3, gelden volgende betalingsmodaliteiten : - Minstens 1 dag effectieve tewerkstelling in het 2de kwartaal 2020; - In dienst op 30 november 2021; - Het variabel gedeelte en 100 EUR van de basiscoronapremie kunnen worden aangerekend op een reeds toegekende coronapremie na 8 juni 2021; - Proratisering voor deeltijdse arbeiders. § 5. Op ondernemingsniveau kan onderhandeld worden over een verhoging tot maximum 500 EUR. Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake coronapremie zal in die zin worden opgesteld, vanaf 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2021.

Art. 7.Engagementsverklaring jongerenlonen De sociale partners engageren zich om de loondegressiviteit voor jongeren niet opnieuw in te voeren, met uitzondering van jobstudenten, cfr. bestaande wetgeving.

Art. 8.Fonds voor bestaanszekerheid § 1. Er wordt een aanvullende vergoeding toegekend aan de oudere werknemers die hun arbeidsduur in het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 verminderen met 1/5de.

Deze vergoeding wordt toegekend vanaf 60 jaar of vanaf 55 jaar in de gevallen bepaald in collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 156 en nr. 157 van 15 juli 2021, en dit voor onbepaalde duur. § 2. A) Vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2021 kunnen arbeiders aanspraak maken op een terugbetaling van de kosten voor kinderopvang door het fonds voor bestaanszekerheid.

Deze terugbetaling geldt voor de kosten voor opvang van kinderen tot de leeftijd van 3 jaar in een gezins- of groepsopvang die wordt erkend door Kind en Gezin of l'Office de la Naissance et de l'Enfance en bedraagt 3 EUR per dag/per kind, met een maximum van 300 EUR per jaar/per kind.

Deze terugbetaling gebeurt op basis van het fiscaal attest, volgens de voorwaarden die van toepassing zijn tijdens het kalenderjaar waarin de kinderopvang heeft plaatsgevonden.

B) Vanaf 1 januari 2022 tot 31 december 2024 kunnen arbeiders aanspraak maken op een terugbetaling van de kosten voor kinderopvang door het fonds voor bestaanszekerheid.

Deze terugbetaling geldt voor de kosten voor opvang van kinderen tot de leeftijd van 3 jaar in een gezins- of groepsopvang die wordt erkend door Kind en Gezin of l'Office de la Naissance et de l'Enfance en voor kinderen die op de dag van de opvangactiviteit jonger zijn dan 14 jaar (of jonger dan 21 jaar zijn, als het kind een zware handicap heeft) in het kader van voorschoolse en naschoolse opvang, voor opvang voorzien door een instelling of opvangvoorziening die rechtstreeks erkend, gesubsidieerd of gecontroleerd wordt door een openbaar bestuur.

Deze terugbetaling bedraagt 4 EUR per dag/per kind, met een maximum van 400 EUR per jaar/per kind en gebeurt op basis van het fiscaal attest volgens de voorwaarden die van toepassing zijn tijdens het kalenderjaar waarin de kinderopvang heeft plaatsgevonden. § 3. Vanaf 1 december 2021 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op basis van de reële loonindexeringen op 1 januari 2020 en op 1 januari 2021 (de sociale index van de maand december van het voorgaande kalenderjaar wordt vergeleken met de sociale index van de maand december van het kalenderjaar daarvoor).

Door deze berekening, met name 0,71 pct. op 1 januari 2020 en 0,90 pct. op 1 januari 2021, worden de aanvullende vergoedingen met 1,62 pct. geïndexeerd.

Hierdoor worden de aanvullende vergoedingen vanaf 1 december 2021 als volgt verhoogd : - Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid : 11,82 EUR per werkloosheidsuitkering en 5,91 EUR per halve werkloosheidsuitkering; - Aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid : 6,22 EUR per werkloosheidsuitkering en 3,11 EUR per halve per werkloosheidsuitkering; - Aanvullende vergoeding bij volledige werkloosheid voor oudere werklozen : 6,22 EUR per werkloosheidsuitkering en 3,11 EUR per halve werkloosheidsuitkering; - Aanvullende vergoeding bij arbeidsongeschiktheid : 1,76 EUR per RIZIV-uitkering en 0,87 EUR per halve RIZIV-uitkering; - Aanvullende vergoeding bij arbeidsongeschiktheid voor oudere zieken : 8,60 EUR per RIZIV-uitkering en 4,30 EUR per halve RIZIV-uitkering; - Aanvullende vergoeding bij sluiting : 308,95 EUR + 15,56 EUR/jaar met een maximum van 1 018,93 EUR; - Aanvullende vergoeding bij halftijds tijdskrediet : 77,23 EUR/maand; - Aanvullende vergoeding bij 4/5de landingsbaan : 30,90 EUR/maand; - Aanvullende vergoeding bij zachte landingsbaan : 162,59 EUR/maand.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 24 augustus 2021 betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, geregistreerd onder het nummer 167267/CO/149.01 zal vanaf 1 december 2021 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur, met uitzondering van artikel 15 betreffende de terugbetaling van de kosten voor kinderopvang die voor bepaalde duur wordt afgesloten tot en met 31 december 2024.

Art. 9.Eindejaarspremie De eindejaarspremie van de 467-bedrijven, de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie en aangesloten zijn bij de Federatie van de Elektriciteit en de Elektronica, zal geïntegreerd worden in het algemeen systeem van de eindejaarspremie van de 067-bedrijven, betaald door het fonds voor bestaanszekerheid en dit met toepassing vanaf 1 januari 2022.

Er zal een technische werkgroep geïnstalleerd worden om deze integratie tot stand te brengen.

Art. 10.Mobiliteitsvergoedingen § 1. Vanaf 1 januari 2022 wordt het aantal kilometers voor de toekenning van de dag mobiliteitsverlof, zoals bepaald in artikel 10, § 2 van het nationaal akkoord 2019-2020, verlaagd naar 40 000 km per jaar. Deze extra dag betaalde vakantie wordt toekend in het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin het aantal km werd bereikt. § 2. De ondernemingen kunnen vanaf 1 januari 2022 de dag mobiliteitsverlof omzetten in een terugkerend gelijkwaardig voordeel.

Bij de omzetting dient rekening gehouden te worden met de effectieve bruto uurlonen (met inbegrip van de eindejaarspremies, de ploegenpremies, het overloon, enz.) alsook met bijhorende sociale lasten (socialezekerheidsbijdragen werkgever en andere sociale lasten).

De procedure voor de omzetting naar het terugkerend gelijkwaardig voordeel verloopt in ondernemingen met een vakbondsafvaardiging via een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak.

De procedure voor de omzetting van het terugkerend gelijkwaardig voordeel verloopt in ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging via een schriftelijk akkoord tussen de werkgever en de arbeider.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017 inzake vervoerkosten, geregistreerd onder het nummer 142852/CO/149.01 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 juni 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/06/2018 pub. 10/07/2018 numac 2018011574 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de vervoerskosten type koninklijk besluit prom. 13/06/2018 pub. 05/07/2018 numac 2018201627 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het loopbaanverlof type koninklijk besluit prom. 13/06/2018 pub. 10/07/2018 numac 2018201620 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, betreffende de vormingsinspanningen type koninklijk besluit prom. 13/06/2018 pub. 05/07/2018 numac 2018011599 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden sluiten (Belgisch Staatsblad van 10 juli 2018) zal vanaf 1 januari 2022 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IV. - Vorming en opleiding

Art. 11.Groeipad Zoals voorzien in de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk (Belgisch Staatsblad van 15 maart 2017) engageren de sociale partners zich om te streven naar een groeipad op het vlak van vorming en opleiding.

Art. 12.Recht op vorming en opleiding 1. Collectief recht Vanaf 1 januari 2022 verhoogt het collectief recht op vorming en opleiding naar 3 dagen gemiddeld per voltijds equivalent per kalenderjaar en dit voor alle ondernemingen in de sector. Binnen dit collectief recht kan 1 dag opgenomen worden in uren, met een minimum van 2 uren. 2. Individueel recht Elke arbeider heeft sinds januari 2016 een individueel en afdwingbaar recht op 1 dag permanente vorming per jaar, op voorwaarde dat de arbeider het voorbije jaar geen opleiding heeft gevolgd bij de betrokken werkgever.

Art. 13.Scholingsbeding In uitvoering van artikel 22bis, § 1, 2de lid van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, worden opleidingen waarvoor aan de werkgever een premie werd betaald door Volta en verplichte opleidingen uitgesloten van de toepassing van het scholingsbeding en dit tot 30 juni 2023.

Art. 14.Bedrijfsopleidingsplannen De sociale partners spreken een procedure af die, vanaf 1 januari 2022, moet worden gevolgd bij weigering van de werknemersdelegatie in de ondernemingsraad om een door de werkgever voorgesteld bedrijfsopleidingsplan goed te keuren.

Deze procedure verloopt als volgt : De bedrijven leggen de bedrijfsopleidingsplannen aan de ondernemingsraad voor. De besprekingen vangen aan vóór 15 november van het voorafgaande kalenderjaar en worden bij voorkeur afgerond op 1 februari. De voorstelling van het bedrijfsopleidingsplan dient genotuleerd te worden in het verslag van de ondernemingsraad.

Partijen kunnen voor opmaak van een bedrijfsopleidingsplan beroep doen op de begeleiding van Volta vzw.

Het bedrijfsopleidingsplan dient paritair te worden goedgekeurd en aan Volta worden overgemaakt, bij voorkeur voor 15 februari en kan nadien nog worden aangevuld of gewijzigd in onderling overleg.

Wanneer de werknemersdelegatie weigert het door de werkgever voorgestelde bedrijfsopleidingsplan goed te keuren, zal zij, binnen de maand na de voorstelling van het bedrijfsopleidingsplan aan de ondernemingsraad, schriftelijk haar redenen meedelen in een rapport aan de werkgever. Het rapport wordt ondertekend door de afgevaardigden van elke vakorganisatie die weigert het voorgestelde opleidingsplan goed te keuren. De redenen mogen enkel vormingsgerelateerd zijn.

Bij ontstentenis van deze schriftelijk gemotiveerde weigering, ten laatste 3 maanden na de voorstelling door de werkgever, wordt het bedrijfsopleidingsplan geacht paritair te zijn goedgekeurd.

Na een gemotiveerde weigering trachten de partners op ondernemingsvlak tot een consensus te komen. Indien dit niet lukt binnen de 3 maanden na de gemotiveerde weigering, kan de werkgever het rapport overmaken aan zijn werkgeversfederatie.

De werkgeversfederatie legt het rapport voor aan het uitvoerend comité van Volta. Het uitvoerend comité heeft de bevoegdheid om het bedrijfsopleidingsplan goed of af te keuren. De beslissing die unaniem moet zijn, wordt genomen binnen de 30 dagen na de voorlegging door de werkgeversfederatie.

In het geval er geen uitvoerend comité gepland is binnen de termijn van 30 dagen na voorlegging van het rapport, kan de bespreking tussen de leden van het uitvoerend comité ook gebeuren via e-mail en/of telefoon.

Art. 15.Tewerkstelling en opleiding risicogroepen De artikelen 2, 3, 4 en 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019 inzake vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, geregistreerd op 30 september 2019 onder het nummer 154079/CO/149.01, worden vanaf 1 december 2021 tot en met 30 juni 2023 verlengd.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019 inzake vorming, innovatie, technologische dienst- en adviesverlening, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, geregistreerd op 30 september 2019 onder het nummer 154079/CO/149.01 zal vanaf 1 januari 2022 in die zin worden aangepast en dit voor onbepaalde duur, met uitzondering van de artikelen 2, 3, 4 en 14 die in werking treden op 1 december 2021 en buiten werking treden op 30 juni 2023. HOOFDSTUK V. - Werkbaar werk

Art. 16.Werkbaar werk De collectieve arbeidsovereenkomst inzake werkbaar werk en instroom van 11 september 2019, geregistreerd onder het nummer 154431/CO/149.01 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 juni 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/06/2020 pub. 03/08/2020 numac 2020202222 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het werkbaar werk en de instroom type koninklijk besluit prom. 22/06/2020 pub. 03/08/2020 numac 2020201750 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2019-2020 type koninklijk besluit prom. 22/06/2020 pub. 30/07/2020 numac 2020201976 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 59 jaar en 33 jaar loopbaan (2019-2020) (vlas) (1) type koninklijk besluit prom. 22/06/2020 pub. 03/08/2020 numac 2020201991 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 59 jaar na 33 jaar beroepsverleden met of zonder nachtarbeid voor de periode 2021-2022 sluiten (Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2020) zal vanaf 1 januari 2022 worden aangepast tot en met 31 december 2024 overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, § 2 van onderhavig akkoord. HOOFDSTUK VI. - Arbeidsorganisatie

Art. 17.Tewerkstellingsbevorderende maatregel De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.

Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.

Art. 18.Vrijwillige overuren en interne grens § 1. Onder voorbehoud van de inwerkingtreding van een wet, waarover een principieel akkoord bestaat tussen de regering en de sociale partners, tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de jaren 2021-2022 en waarbij het aantal vrijwillige overuren, als bedoeld in artikel 25bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten zou verhoogd worden, kan in een onderneming voor de periode 1 december 2021 tot en met 31 december 2022 : - het aantal vrijwillige overuren worden verhoogd van 120 uren tot maximum 180 uren per kalenderjaar, mits een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak wordt gesloten met alle vakorganisaties vertegenwoordigd in de vakbondsafvaardiging.

De verhoging van het aantal vrijwillige overuren kan in ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging ook gebeuren door het voorafgaandelijk indienen van een toetredingsakte bij de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, met kopie aan de voorzitter van het paritair subcomité; - bovenop de 180 gewone vrijwillige overuren kunnen nog 40 relance-uren gepresteerd worden. § 2. Indien de onderneming het aantal gewone vrijwillige overuren niet verhoogt, dan kan men onder voorbehoud van een wet, waarover een principieel akkoord bestaat tussen de regering en de sociale partners, tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de jaren 2021-2022 en waarbij het aantal vrijwillige overuren, als bedoeld in artikel 25bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten zou verhoogd worden, in een onderneming bijkomend 120 vrijwillige uren tijdens kalenderjaar 2021 en tijdens kalenderjaar 2022 presteren.

Deze bijkomende vrijwillige overuren worden relance-uren genoemd. § 3. De bepalingen die werden opgenomen in artikel 18, § 1 en § 2 kunnen niet gecumuleerd worden. § 4. In toepassing van artikel 26bis, § 1bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, worden tijdens de periode van 1 december 2021 tot en met 30 juni 2023 de eerste 60 vrijwillige overuren niet meegeteld in de totale duur van de verrichte arbeid bedoeld in artikel 26bis, § 1bis. § 5. De toepassing van dit artikel is beperkt tot de periode van 1 december 2021 tot en met 31 december 2022, met uitzondering van § 4, die buiten werking treedt op 30 juni 2023.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake overuren zal in die zin worden opgesteld, vanaf 1 december 2021 tot 31 december 2022, met uitzondering van het artikel betreffende het aantal vrijwillige overuren dit niet meegeteld worden in de totale duur van de verrichte arbeid bedoeld in artikel 26bis, § 1bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, dat buiten werking zal treden op 30 juni 2023.

Art. 19.Nieuwe arbeidsregelingen Op ondernemingsvlak kunnen afspraken worden gemaakt omtrent nieuwe arbeidstijdstelsels, rekening houdend met de principes en regels van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen.

Opmerking Dit artikel is van toepassing vanaf 1 december 2021 tot en met 30 juni 2023.

Art. 20.Outplacement De collectieve arbeidsovereenkomst inzake outplacement, sectorale tewerkstellingscel en informatie/oriëntatie van 11 september 2019, geregistreerd op 30 september 2019 onder het nummer 154076/CO/149.01, wordt verlengd van 1 juli 2021 tot 30 juni 2023. HOOFDSTUK VII. - Loopbaanplanning

Art. 21.Tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 156 en nr. 157 van de Nationale Arbeidsraad van 15 juli 2021 tot vaststelling voor de periodes van respectievelijk 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 en van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023 en van het interprofessioneel kader voor de aanpassing van de leeftijdsgrens, voor wat de toegang tot het recht op uitkeringen voor een landingsbaan betreft, voor werknemers met een lange loopbaan, zwaar beroep of uit een onderneming in moeilijkheden of herstructurering, wordt de leeftijd op 55 jaar gebracht voor arbeiders die hun arbeidsprestaties verminderen met 1/5de of tot een halftijdse betrekking in het kader van een landingsbaan na 35 jaar loopbaan of in een zwaar beroep.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake tijdskrediet en loopbaanvermindering werd op 24 augustus 2021 afgesloten, geregistreerd onder het nummer 167026/CO/149.01.

Art. 22.Stelsels werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) Volgende collectieve arbeidsovereenkomsten inzake de verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag werden reeds afgesloten op 24 augustus 2021 : - Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, geregistreerd op 14 september 2021 onder het nummer 167021/CO/149.01. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021 en treedt buiten werking op 30 juni 2023. - Vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid (2021-2022), geregistreerd op 14 september 2021 onder het nummer 167023/CO/149.01. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021 en treedt buiten werking op 31 december 2022. - Vrijstelling van de verplichting van aangepaste beschikbaarheid (2023-2024), geregistreerd op 14 september 2021 onder het nummer 167022/CO/149.01. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en treedt buiten werking op 31 december 2024. - Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere mindervalide werknemers en werknemers met ernstige lichamelijke problemen, geregistreerd op 14 september 2021 onder het nummer 167020/CO/149.01. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2021 en treedt buiten werking op 30 juni 2023. HOOFDSTUK VIII. - Inspraak en overleg

Art. 23.Statuut van de vakbondsafvaardiging Indien er zich problemen voordoen met betrekking tot de werking van de syndicale afvaardiging (artikel 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut vakbondsafvaardigingen), en er op ondernemingsniveau geen oplossing bereikt wordt, kan de meest gerede partij dit probleem voorleggen aan de woordvoerders van de betrokken patronale en/of werknemersorganisaties. De woordvoerders engageren zich om binnen een redelijke termijn van twee maanden na deze melding naar een oplossing te zoeken voor het gestelde probleem.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 2019 inzake het statuut van de syndicale afvaardiging, geregistreerd onder het nummer 154080/CO/149.01 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 februari 2020 (Belgisch Staatsblad van 27 februari 2020) wordt in die zin gewijzigd vanaf 1 januari 2022 en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IX. - Werkgroepen

Art. 24.Werkgroep functieclassificatie Er zal een classificatiecommissie geïnstalleerd worden, bestaande uit experten inzake functieclassificatie van de verschillende organisaties met als doel onder meer het actualiseren van de functiecategorieën, de omschrijvingen van deze categorieën,...

Deze classificatiecommissie dient haar werkzaamheden af te ronden voor 31 december 2024, waarna de gemaakte afspraken zullen worden omgezet in een collectieve arbeidsovereenkomst inzake functieclassificatie, en dit uiterlijk voor 30 juni 2025.

Art. 25.Werkgroep huidige collectieve arbeidsovereenkomst ongezond en gevaarlijk werk Een werkgroep wordt opgericht die werk maakt van een collectieve arbeidsovereenkomst die de huidige collectieve arbeidsovereenkomst inzake premie voor ongezond en gevaarlijk werk herziet. Hierbij zal rekening worden gehouden met de beginselen van preventie, risico-analyse en overleg.

Art. 26.OpleidingsCV Er wordt een werkgroep geïnstalleerd, met als doel uit te klaren met welke taal er dient gewerkt te worden voor het opmaken van een opleidings-CV. De deadline voor het afronden van de werkzaamheden is bepaald uiterlijk op 30 juni 2023. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede en duur van het akkoord

Art. 27.Sociale vrede De sociale vrede zal verzekerd zijn in de sector tijdens de duur van onderhavige overeenkomst. Bijgevolg zal op nationaal of regionaal vlak of op ondernemingsvlak geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld, aangemoedigd of ondersteund worden die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen voorzien in deze overeenkomst uit te breiden of die van aard zou zijn de loonkosten van de ondernemingen te verhogen.

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 kan er echter op ondernemingsniveau onderhandeld worden over een verhoging van de coronapremie tot maximum 500 EUR en dit uiterlijk op 15 december 2021.

Art. 28.Duur § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022, met uitzondering van : - artikelen 1 en 28, die in werking treden op 1 januari 2021 en gesloten worden voor onbepaalde duur; - artikelen 4, 5 en 8, die in werking treden op 1 december 2021 en gesloten worden voor onbepaalde duur, met uitzondering van artikel 8, § 2 betreffende de terugbetaling voor de kosten voor kinderopvang dat buiten werking zal treden op 31 december 2024; - artikel 6, dat in werking treedt op 1 augustus 2021 en buiten werking treedt op 31 december 2021; - artikelen 9, 10, 11, 12, 14 en 23, die in werking treden op 1 januari 2022 en gesloten worden voor onbepaalde duur - artikel 13 dat in werking treedt op 1 januari 2022 en buiten werking treedt op 30 juni 2023; - artikelen 15 en 19 die in werking treden op 1 december 2021 en buiten werking treden op 30 juni 2023; - artikel 16, dat in werking treedt op 1 januari 2022 en buiten werking treedt op 31 december 2024; - artikel 18, dat in werking treedt op 1 december 2021 en buiten werking treedt op 31 december 2022, met uitzondering van artikel 18, § 4 betreffende het aantal vrijwillige overuren die niet meegeteld worden in de totale duur van de verrichte arbeid bedoeld in artikel 26bis, § 1bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, dat buiten werking zal treden op 30 juni 2023; - artikel 20, dat in werking treedt op 1 juli 2021 en buiten werking treedt op 30 juni 2023; - artikelen 21 en 26, die in werking treden op 1 januari 2021 en buiten werking treden op 30 juni 2023; - artikel 22, dat in werking treedt op 1 januari 2021 en buiten werking treedt op 31 december 2024; - artikel 24, dat in werking treedt op 1 januari 2021 en buiten werking treedt op 30 juni 2025. § 2. De artikelen die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie en aan de ondertekenende organisaties. § 3. De artikelen die van toepassing zijn op het sociaal fonds voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie en aan de ondertekenende organisaties.

Art. 29.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de leden goedgekeurde en door de voorzitter en de secretaris ondertekende, notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2021-2022 Jongerenlonen - Paritaire verklaring De sociale partners van de sector elektriciens verklaren hierbij niet akkoord te kunnen gaan met de herinvoering van de loondegressiviteit voor zij die de arbeidsmarkt betreden en jonger dan 21 jaar zijn.

Dit is volgens hen niet de manier om jeugdwerkloosheid aan te pakken.

Dergelijke maatregel is nefast voor een sector die aantrekkelijk wenst te zijn voor jongeren die gekozen hebben voor een technische of een beroepsopleiding. Daarom heeft de sector zelf enkele jaren geleden beslist om de loondegressiviteit voor jongeren af te schaffen.

Als sector zijn wij steeds bereid om op een constructieve manier mee te werken om een werkbare oplossing te vinden waarbij de kern van het probleem kan worden aangepakt.

Namens de sociale partners van het PSC 149.01.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^